GH-2021-01 Dribbe-lei

H e i n  E l e m a n s   

De huidige Dribbelei is een omstreeks 1981 gegraven vijvercomplex in  het dorp Gemert. De vijver is in gebruik als hengelvijver. 

Op deze plaats lag voorheen een weide- en  moerasgebied en een waterloop met dezelfde  naam. De bron van het loopje lag iets zuidelijker  in een wijstgebied tussen Boekent en De Mortel.  De waterloop volgde een noordelijk richting en  kruiste de oude weg van Gemert naar Mortel  bij ‘De Stap’. Daar droeg hij in vroeger jaren de  naam Heggraaf. Stroomafwaarts van de Dribbelei  heette hij de Beek (nu is dat de Kasteel-Rips)  en stroomt langs het kasteel van Gemert in de  richting van rivier de Aa. 

Historische vermeldingen zijn er al vanaf het  begin van de 15e eeuw: aen der Dribbeleden  (1409], Die Dribbeley (1415), Drybleye (1421),  Dribbeley (1482), Driebbelley (1483), Dribbely  (1507), DrippelIy (1529), Dribbelly (1540), Drytreley  (1556). Vanaf eind 16e eeuw verandert de  naam in Dribbel-heide en ging dus over van het  water naar het gebied zelf. 

Eerder hebben A. Otten (1989), J. Timmers  (2008) en J. van der Velden (2011) in Gemerts  Heem al aandacht gegeven aan de ontstaansgeschiedenis  van het gebied. We beperken dit hier  dan ook tot een korte samenvatting en gaan op  zoek naar een verklaring voor de unieke naam  Dribbelei

Het oorspronkelijke landschap 

De benedenloop van de Dribbelei werd voor  het eerst vermeld in 1326 als ghere Beek, later  gewoon als de Beek. Al voor die datum werd de  Dribbelei afgekoppeld en naar de veel lagergelegen  gronden in het Broek geleid. Daarvoor moest  een zandhoogte bij de Oudestraat worden doorgraven,  waaraan de nieuwe waterloop de naam  Doregraaf ontleende. De naam van Dribbelei ging  over naar het gebied Dribbelheide, de waterloop  stroomopwaarts werd in 1716 nog vermeld als  Heggraaf

In 1326 was er in de omgeving van het riviertje  de Beek nog geen sprake van het huidige kasteel.  Pas vanaf 1400 werd begonnen met de bouw  ervan. In 1607 werd het kasteel uitgebreid met  het huidige poortgebouw en ontstond ook de  huidige buitengracht. Hierdoor veranderde ook  de waterhuishouding in het dorp flink. De Rips  werd iets ten noorden van de Groeskuilenstraat  afgekoppeld en rechtstreeks naar het kasteel geleid.  Dit hangt waarschijnlijk ook samen met het  einde van de watermolen aan de Rips, want na  1580 werd deze niet meer vernoemd. Na 1650  verdween ook de naam Beek die eveneens Rips  werd genoemd. Ter onderscheid worden de oude  en de nieuwe Rips aangeduid met de namen  Kasteel-Rips en Haageijk-Rips. De verbinding tussen  de Rips en de Beek bestaat nog steeds, heet  nu ook Rips en overbrugt over korte afstand een  hoogteverschil van bijna 4 meter. 

Het gebied van de Dribbelei behoorde waarschijnlijk  tot de gronden die als één van de eerste  zijn ontgonnen. Ze hebben dikke veenpakken  gekend, lagen dicht bij de woonkernen en waren  ook vrij makkelijk te ontwateren. Rondom de gehele  Peel zijn dit soort ontginningen op de randen  aangetroffen, immers de Peel is van buiten naar  binnen ontgonnen. Bestaande toponiemen zoals  wijst, bleek, sprenk, raam, leek, breem, groes en  zijp wijzen hier nog op. Na de vroege ontginning  van de Dribbelei, mogelijk al in de 12e eeuw,  zal het verlandingsproces opnieuw op gang zijn  gekomen, met laagveenvorming en drijftillen in  de voorheen gegraven putgaten. Drijftillen zijn  drijvende eilandjes van waterplanten aan het  oppervlak van een plas. Het is de eerste fase van  laagveenvorming, waarbij in de loop van eeuwen  een plas volledig kan dicht groeien. Een van de  belangrijkste planten in dit verlandingsproces  vormt het waterdrieblad. Een oude dialectische  naam voor deze plant is waterdribbe. We komen  er nog op terug. 

Otten schreef over de drijftillen in de putgaten in  zijn publicatie in 1985: “…dat onder de bewoners  van Boekent, fantastische verhalen de ronde  doen over de sloten en putten van de Dribbelheide.  Vele koeien zouden er in de loop der tijden  verzopen zijn. Kinderen mochten er niet spelen,  want het was er veel te gevaarlijk”. 

De naam Dribbelei verklaard 

Hoewel de eerdergenoemde auteurs al aandacht  gaven aan het toponiem dribbe, bleef de betekenis  ervan tot nu toe een raadsel. Dribbelei (Dribbeleden  anno 1409) is een samenstelling van de  woorden dribbe + lei. De soortnaam lei betreft  een zeer algemene waternaam uit de groep van  lede/leij/lei, waarmee een ‘geleid water’ wordt  aangeduid, vergelijkbaar met ‘lede’ in de naam  van het dorp Ledeacker aan de oostkant van  de Peel. Leij/lei kent in Noord-Brabant een zeer  grote verspreiding die samenvalt met de vroegste  ontginning van woeste gronden. 

Daarentegen is dribbe een zeer zeldzaam voorvoegsel,  ontstaan uit het werkwoord drijven/driften/  dribben. Het werkwoord drijven kende in het  Middelnederlands veel meer betekenissen dan  nu. De betekenis ‘niet zinken, op een vloeistof liggen’  heeft zich pas in de 14e eeuw ontwikkeld uit  een oudere en veel ruimere betekenis van ‘zich  snel en met kracht bewegen’. Drijven heeft een  oude Indo-Germaanse basis ‘dhreibh’ en komt  ook voor in het Gotisch (dreiban), Oudhoogduits  (trìban) en Oudsaksisch (drìan). Modern is het  o.a. overgeleverd in het Engelse werkwoord ‘to  drive’, in het Nederlands in de woorden ‘driften’  (snel stromen), ‘dreef’ (rechte weg), ‘drijver  (bestuurder van een voertuig), ‘drijven’ van een  kudde, enzovoort. Uit dezelfde basis ontwikkelde  zich in het Middelnederlands ook het werkwoord  dribben, met de frequentatieven ‘drubbelen’ en  ‘dribbelen’ (ze duiden een herhaald springende  beweging aan: dansen, springen, huppelen). De  moderne vorm voor dribbelen (als voetbalterm)  is via een omweg ontleend uit het Engelse woord  ‘dribble’. Van hetzelfde stamwoord afgeleid, in de  betekenis van ‘druppelsgewijs laten vallen, in kleine  hoeveelheden loslaten’. Daarmee kan dribbe  historisch eenzelfde betekenis hebben gehad van  ‘uit de grond wegdruppelen, lekken, opwellen,  ontspringen’ die vergelijkbaar is met de begrippen  zijp, wijst en sprenk, die in de omgeving van  Gemert langs de Peelrandbreuk voorkomen.  Dribben komt in nog meer afgeleide betekenissen  voor. Vergelijk de oude plantennaam waterdribbe  (waterdrieblad), een moerasplant met  op het water drijvende wortelstokken. Ook het  door Van der Velden (2011) al genoemde dribbe  (heks, boosaardige vrouw, vurig, opvliegend) is te  herleiden naar het werkwoord dribben (lasteren,  kwaadspreken). In betekenis en herkomst vergelijkbaar  met het moderne ‘driftig’. 

A. Greule (2013) beschrijft voor Niedersachsen  (D) de waternaam die Treibe, historisch an der  Driven (1383), voor een beek die daar een watermolen  aandrijft. Dat lijkt voor de Gemertse  situatie niet te verwachten. De oudste kern van  Gemert ligt duidelijk noordelijker en daar lag  vanaf 1210 al een watermolen. 

Zoals uit de historische voorbeelden blijkt, is  de betekenis van het werkwoord ‘drijven’ zeer  breed. Vermoedelijk zal dribbe hier duiden op  het snelstromende karakter van deze lei. Wat  niet zo verwonderlijk is omdat alle waterlopen  die dwars op de Peelrandbreuk liggen, snel  stromen vanwege het hoogteverschil en het aan  de bovenzijde van de breuk omhooggestuwde  grondwater. Vergelijk ook de waternaam Snelleloop  en buurtschap Ren. In deze laatste naam  zit eveneens een oude waternaam Ren/Run  verborgen met de betekenis van ‘rennen, snel  stromen, hardlopen’. 

Bronnen: 

1. N. v Wijk: Franck’s etymologisch woordenboek der Nederlandse taal (1912). 

2. A. Otten: Niet Dribbelhei maar Dribbelei, Gemerts Heem 1982 nr 4. 

3. A. Otten, De watermolen en zijn omgeving, Gemerts Heem 1998 nr 4 

4. J. Timmers: De Rips en de Beek, historisch watermanagement in het dorp Gemert, Gemerts Heem 2008 nr 1. 

5. J. van der Velden: Dribbelei verklaard. Gemerts Heem 2011 nr 2

6. A. Greule: Deutsches Gewässernamenbuch (2013). 

7. Buitenplaats Kasteel, artikel op www.heemkundekringgemert.nl 

8. http://etymologie.nl/e/ewn/lemmata/dribbelen 

9. http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/dribbelen 

10. http://stichtingbehoudvanoud.nl/vergeten-nederlandse-woorden 

11. https://brabantse.waternamen.nl/lei/dribbelei/ 

Voor tekst in PDF met afbeeldingen