1412 juli 25, AKDOG 166, regest 166, afschrift CvB

Archief CvB 430 f42v; afschrift van AKDOG 662, regest 166, dd 25-7-1412
Transcriptie Jan Timmers

Uitgifte in erfpacht van een helft van een kamp aan de Dijk behorend tot het goed Groenendaal aan Arnt Spruyts

Wij Korstiaen vanden Mortel, Dierck van den Bleeck, Ansem Goessenssoen, Wynric Geretessoen, Geret Fijensoen, Henrick Queden ende Johan Karrel scepen in Gemert tuegen in desen openen brieve dat voer ons is coemen heer Dierck van Betgenhuijsen commenduer tot Gemert in diere tyt ende heeft vuijtgegeven ende erffelyck verpacht met raede syns overste den eerweerdigen heeren Ywaen van Cortenbach lantcommenduer der balyen vanden Biessen ende een overste des huys van Gemert thoebehoerende den Duytsche Oerden, eenen goeden sekeren man Arnt diemen heyt Spruijts die halven campe erffenisse die toegehoerende was den goede te Groenendael, ende gelegen is byden Dyck, beneven des heeren straet met eenre syde ende omme beneven Gevarts erve was van Gruenendael, alsoe wederomme beneven Lysbetten Droevers erve ende hoere kynderen, alsoe wederomme beneven Peter des Kersmeekers erve al totten straeten toe, ende vuyt desen voergenoemden erve gelyck als geleghen is binnen synen paelsteden ende met allen synen toebehoerten soe Aert vrsz voer hem ende syn naecomelinghen geloeft den voergenoemden commendeur elf vaet rogge tsjaers erffelycks te gelden tot behoef des huys van Gemert, ende Aert schuldich is te leveren jaerlycx altoes op onser vrouwenlichtmis dach purificatio, metter geboeder maeten van Gemert op des Oerdens choeren sulre te Gemert, ende heer Dierck voersz heet Aert geloeft van des huys wegen van Gemert dat voersz erve te weren erffelycken voer desen voergenoempden pacht. Alle argelist altoes vuyt gescheyden. In oerconde der waerheyt soe hebben wy scepen voersz onsen zegel ons scepenstoels van Gemert aen desen broef gehangen. Inden jaer ons heeren duysent vierhondert ende twelfve op sincte Jacops dach.

Download