GH-2023-1-Boerderijen in de Kromstraat

Voor opmaak met illustraties in pdf: klik hier

J a n T i m m e r s

In het laatste nummer van Gemerts Heem van 2022 verscheen een overzicht van de boerderijen in de Broekstraat en hun voorgeschiedenis vanaf 1832, het moment dat het kadaster werd ingevoerd. In dit artikel staan we stil bij de bebouwing in de Kromstraat. Samen met de Broekstraat is het een bijzonder ensemble dat de status van beschermd dorpsgezicht waardig is.

De Blauwe Kei, Kromstraat 1-3

De Blauwe Kei, vooraan in de Kromstraat, is een rijksmonumentale boerderij. De muurankers op het gebouw geven aan dat het in 1734 werd gebouwd. Het was een boerderij annex herberg en brouwerij op een plaats waar daarvóór ook al een brouwerij-herberg was gevestigd. De oudst bekende eigenaar is Jan Dircks van Zeeland en vanaf 1662 diens zoon Cornelis. Het wordt dan omschreven als “huis, schop, brouwhuis met brouwgetouw en toebehoren, hof, boomgaard en 2 lopense land’. Cornelis verkoopt het in 1678 aan Ansem Goort Driessen van den Elsen. Diens zoon Goort geeft in 1733 het geheel, inclusief de brouwketel, over aan Simon Penninx, die in 1734 het pand geheel vernieuwt. De oude houtconstructie is voor een groot deel hergebruikt. Op het voormalige stalgedeelte van de boerderij bevindt zich een ankerbalkgebint, waarvan alle onderdelen met zorg recht gezaagd zijn. De ankerbalk is voorzien van een sleutelstuk, versierd met een schuinkruis en een dubbele kraal. Zo’n speciaal gebint hoort niet op een stal en moet eerder in het woongedeelte gestaan hebben van de voorganger van de Blauwe Kei. Bij de herbouw in 1734 is het hergebruikt op het stalgedeelte, omdat in het nieuwe woonvertrek een andere constructie werd gebruikt. Het geeft aan dat de voorganger van de Blauwe Kei al een bijzonder pand geweest moet zijn. Het woongedeelte is relatief groot, vanwege de ruimte die de herberg moest hebben. Door het gebruik van hoge bakstenen gevels (in die tijd nog een zeldzaamheid bij boerderijen) was het mogelijk om grote ramen en een hoge voordeur in de lange gevel te plaatsen. Daardoor heeft de boerderij een kenmerk van de latere langgevelboerderijen. De herberg verhuisde in de loop van de 19de eeuw naar het pand Boekent 3, tegenover De Blauwe Kei. Driek Somers was de laatste die ‘boerde’ in de Blauwe Kei. In 1968 werd de boerderij verkocht en kreeg ze helemaal een woonbestemming. Bij de boerderij stond een grote monumentale dwarsdeelschuur, die in 1971 helaas werd gesloopt. In 1982 werd de Blauwe Kei gesplitst in twee woningen. In 1983 werd een nieuwe schuur toegevoegd. De naam van de boerderij, De Blauwe Kei, is te danken aan de hardstenen traptrede bij de voordeur. Het was zeer ongebruikelijk om boerderijen te voorzien van dergelijke ‘stadse’ elementen. De gebruikte soort natuursteen wordt doorgaans aangeduid met “blauwe steen’ en veel objecten van dit soort natuursteen krijgen daarom de naam Blauwe Kei. Veel grenspalen bijvoorbeeld worden ook met Blauwe Kei aangeduid. Al eerder werd in Gemerts Heem over de boerderij geschreven.1

De Traonpot, Kromstraat 6

De Traonpot is een hallenhuis uit minstens de 18de eeuw. Het gebouw was in gebruik als boerderij, maar ook als weefhuis. In een zijbeuk stonden jarenlang meerdere weefgetouwen. De bouwvorm is na 1832 nauwelijks gewijzigd. De voorgevel is een keer opnieuw opgemetseld en voorzien van knipvoegen. Er is aan de achterzijde een aanbouw gerealiseerd. Het stalgedeelte is nu woning. D’n hert in het oude woongedeelte is nog in de oude staat, inclusief een bedstee. In het landboek van 1717 wordt nog een huis vermeld, dat waarschijnlijk achter de huidige boerderij gestaan heeft, maar al in de loop van de 18de eeuw is verdwenen. Hendrik Jan Klaassen was daarvan de eigenaar.2

Opmerkelijk is nog dat voorheen aan D’n Traonpot een last was verbonden van jaarlijks twee broden en een vat rogge aan de koster. Bij de rondgang van de koster omstreeks 1637 om de broden op te halen, noemt hij ook huizen op Boekent en één ervan is D’n Traonpot.3 Een dergelijke last zal ver teruggaan in de tijd en dat zou betekenen dat ter plaatse al in de middeleeuwen een pand stond.

Drie Palen

Martien Goossens kocht in 1961 een deel van het huisperceel van Kromstraat 6 en hij bouwde daar een huis op de plaats waar nu Kromstraat 8 staat. De familie Suijs werd in 1978 de nieuwe eigenaar. Het pand werd gesloopt, waarna het huidige pand werd gebouwd.

Ten Boer, Kromstraat 15

De plaats waar deze vernieuwde woning staat, behoorde mogelijk in de middeleeuwen tot het leengoed Ten Boer. De akkers ernaast en erachter worden nu nog de Boerse Strepen genoemd en de daar weer achterliggende weilanden zijn de Boerse Beemden.
Ten Boer wordt al vermeld in 1380 en is een leengoed van de Commanderij Gemert.
In 1832 is de wever Peter Panhuijzen eigenaar van het pand. Hij verkoopt het pand in 1881 aan hoefsmid Jan van Rooij, die het pand splitst in twee woningen.
Deze twee-onder-een-kap woning wisselt een aantal keren van eigenaar en wordt in 1920 gesloopt. Het erf blijft zo’n 50 jaar onbebouwd. Het wordt in 1970 gekocht door Grard Wassenberg, die er een bungalow met kalverstal bouwt in gele baksteen. Een paar jaar geleden werd het woonhuis flink verbouwd en kreeg het de huidige vorm.

De Mansarde en de Stal van Mordicus, Kromstraat 28-30

De plaats waar aan het eind van de middeleeuwen de hoeve Scherpenberg stond, heeft een rijke bouwgeschiedenis. De hoeve Scherpenberg was in de 16de eeuw al gesplitst in meerdere boerderijen. Waar nu Kromstraat 28-30 staat, stonden in 1832 twee afzonderlijke boerderijen. De meest noordelijke boerderij is in 1837 verbouwd tot twee woonhuizen door de stal in te richten als woonhuis. De dubbele woning wisselt een aantal keren van eigenaar en wordt in 1906 gesloopt.
De zuidelijke boerderij had zijn woongedeelte aan de zuidkant. Dus net andersom dan het huidige gebouw. Er stond een losstaande schuur bij en ook een klein bakhuis. Het bakhuis was gedeeld eigendom met de bewoners eromheen. In 1881 werd de familie Van den Elsen eigenaar, die in 1886 het woongedeelte fors verbouwt. Aan beide zijden werd het gebouw verbreed. In 1906 werd er weer verbouwd en werd het gebouw tweemaal zo lang. Die verlenging was mogelijk, omdat een deel van het erf van de noordelijke boerderij, die inmiddels was gesloopt, werd bijgekocht. Er werd tegelijkertijd een bakhuis gebouwd.
In 1930 brandde die lange boerderij af, tegelijkertijd met het pand van de buren op Kromstraat 32. Op dezelfde plaats werd de boerderij geheel opnieuw opgebouwd met een voor die tijd kenmerkende Mansardekap of Franse kap. Dat is een kap met een knik erin, om extra bergruimte voor het hooi te realiseren. De boerderij is in 1981 gesplitst in twee woningen. Het voormalige woongedeelte kreeg de veelzeggende naam De Mansarde. Het voormalige stalgedeelte was de standplaats van Mordicus van Luur, een Belgische dekhengst met onnoemelijk veel nakomelingen in en buiten de regio. Leden van de familie Van den Elsen zijn nog steeds eigenaar.

De Rulse hoef, Kromstraat 32

Samen met Kromstraat 28-30 vormde deze boerderij aan het eind van de middeleeuwen de hoeve Scherpenberg. De hoeve werd al in de 16de eeuw gesplitst in twee delen en nog later werden het drie boerderijen. De huidige Rulse Hoef is de meest zuidelijke van die drie. Het huidige gebouw kwam tot stand in 1931 door nieuwbouw na de brand van 1930 op de plaats van een boerderij, die daar in 1832 al stond. De Rulse Hoef dankt zijn naam aan de ligging aan de Kromstraat, waarvan het verlengde doorliep tot aan de Rul. Dat is de oude naam voor de huidige Leigraaf en tevens van de landbouwpercelen ten zuiden ervan. Het pand is een langgevelboerderij met topgevels. Dit type boerderij werd tussen de twee wereldoorlogen het meest gebouwd.

De Vinkel, Kromstraat 33-35

Op de plaats van Kromstraat 33-35 stond al in 1832 een oude boerderij met een grote losstaande schuur. Dat hallenhuis met de schuur werd in 1913 door de toenmalige eigenaar, de familie Wassenberg, vervangen door een nieuwe, voor die tijd moderne langgevelboerderij. In 1928 werd opnieuw verbouwd en kreeg de boerderij zijn huidige vorm. De familie Wassenberg verhuisde naar Boekent 3 en de familie Smulders werd de nieuwe eigenaar. De boerderij is nu gesplitst in twee woningen. Het perceel van De Vinkel behoorde, net als het pand op Kromstraat 15, in de middeleeuwen tot het leengoed Ten Boer. De oudst bekende eigenaar is Henrick van den Boer, die in 1332 schepen was in Gemert. Via diens dochter kwam Ten Boer in bezit van de familie Van der Heeze. In 1440 was Hendrik van der Heeze, alias Van Vinkel, leenman van het goed Ten Boer. De betekenis van ‘vinkel’ is ‘hoek’ en waarschijnlijk was deze hoek van het goed Ten Boer omstreeks 1440 afgesplitst van het leengoed en kreeg als nieuwe naam de Vinkel.

De Armenhoef of goed Ten Broek, Kromstraat 37

De Armenhoeve is voor zover bekend de oudste boerderij van Gemert en tevens rijksmonument. De oude naam is het goed Ten Broek en wordt al vermeld in de 14de eeuw. Het huidige gebouw is een hoekgevelboerderij, waarvan de aanbouw (een kelder met opkamer) een afzonderlijk dak heeft. De dakconstructie boven de aanbouw is van latere datum dan de hoofdbouw. Wanneer deze aanbouw gerealiseerd werd, is onbekend. Daarvoor moet de Armenhoeve de vorm gehad hebben van een hallenhuis. Opmerkelijk is dat de zolder van het woongedeelte in de richting van de voorgevel schuin oploopt. De voorgevel kon om die reden voorzien worden van een extra hoog raam en deur. Het gaf de boerderij veel aanzien. In 1619 werd de boerderij voorzien van een nieuwigheid in die dagen. Voor de afvoer van de rook van het open vuur is toen een schouw aangebracht. In de schouwbalk staat de oudst bekende inscriptie in een boerderij in Noord- Brabant. Hij werd aangebracht door de toenmalige pachter Ansem Jegers. Mogelijk was hij ook verantwoordelijk voor de aanbouw met kelder. Vermoedelijk dateert de hoofdbouw uit de 15de eeuw, maar een hogere ouderdom is niet uit te sluiten. In 1966-1967 werd het woongedeelte verbouwd. De boerderij was voorzien van een grote losstaande schuur. In 1985 is die dwarsdeelschuur helaas gesloopt.
Hoe de naam Ten Broek veranderde in de Armenhoeve en veel meer bijzonderheden uit de geschiedenis van de Armenhoeve zijn al eerder beschreven door Ad Otten. We verwijzen daarom graag naar zijn artikel.4 Het erf van de Armenhoeve heeft een bijzondere vorm. Aan de zuidkant van de boerderij ligt een ovaalvormig perceel. Deze vorm wijst er op, dat het gaat om het oudst ontgonnen perceel ter plaatse. Dit afgeronde perceel lag aanvankelijk ook wat hoger dan de omgeving. Inmiddels is het grotendeels geëgaliseerd. Bij de ontginning zal het perceel omgeven geweest zijn door een omheining. De oude schuur stond binnen het rondlopende perceel en op grond daarvan mag verondersteld worden dat daar ook het oudste gebouw heeft gestaan. Op grond van deze eigenschappen mag de oudste ontginning gedateerd worden in de 13de eeuw of eerder.

Verdwenen boerderijen in de Kromstraat

Hierboven is al vermeld dat achter Kromstraat 6 in de 18de eeuw een pand stond dat al verdween voor 1832. Ook bij de omschrijving van Kromstraat 28-30 is al vermeld dat juist ten noorden ervan in 1832 nog een boerderij stond, die later verbouwd werd tot een dubbele woning. In 1906 werd het gebouw in zijn geheel gesloopt. Tussen dit gesloopte pand en Kromstraat 6 stonden in de 18de eeuw nog een drietal panden. Deze verdwenen panden worden genoemd in het landboek van 1717, maar de boerderijen komen op de kadasterkaart van 1832 niet meer voor. Op basis van de beschrijving in het landboek kan wel gereconstrueerd worden waar de panden gestaan moeten hebben. Wanneer ze zijn verdwenen is nog onderwerp van onderzoek. Het meest noordelijke pand stond recht tegenover Kromstraat 15 en was een dubbele woning in 1717.
Ook aan de overkant van de Kromstraat in de Boerse Strepen stond nog een huis, dat begin 1717 nog wordt vermeld in de schepenprotocollen5, maar toen het landboek eind 1717 werd opgemaakt, bleek het huis verdwenen te zijn. Op bijgaande kaart zijn de verdwenen panden met een gele kleur aangegeven. Het verdwijnen van de gebouwen in de Kromstraat kan heel goed samenhangen met de economische recessie in de eerste helft van de 18de eeuw. Naar alle waarschijnlijkheid waren de gebouwen nog niet uitgevoerd in baksteen, maar betrof het houtbouw met lemen vlechtwerkwanden. De houtconstructie van een dergelijk pand is redelijk makkelijk te hergebruiken.

Noten: 1. Jan Timmers, Tweehonderdvijftig jaar Blauwe Kei? Gemerts Heem nr. 96 (1984); Jan Timmers, Raamkozijnen met geschiedenis, Gemerts Heem 2016, nr. 4. 2. In het Landboek, opgesteld in het najaar van 1717, staan (bijna) alle percelen en huizen met de toenmalige eigenaren. Het register betreft Gemeentearchief Gemert, inventarisnummer 414. Het is in zijn geheel getranscribeerd en is beschikbaar als Gemertse Bronnen deel 3 op de website van de heemkundekring. 3. Simon van Wetten, Kostelijk kosterijboek, Gemerts Heem 2020, nr. 3. Het betreft een pand tegenover Jan de Smit of het pand van Meth Noijen. 4. Ad Otten, Armenhoeve is ook Herenhoeve, Gemerts Heem 2016 nr. 4. Er volgde nog een aanvulling in Gemerts Heem, 2017 nr. 1. 5. Schepenprotocollen Gemert R128 f161.

 

De Kromstraat op OpenStreet Map anno 2022 met huisnummers

 De Kromstraat omstreeks 1985. Vooraan de Traonpot (Kromstraat 6). Verderop zijn de panden op nrs. 28-30 en 33-35 zichtbaar

 De woonkeuken van de Blauwe Kei met in het midden de deur naar de opkamer en aan weerszijden ervan deuren naar de kelders (foto Adri van Daal)

 Een rechtgezaagd ankerbalkgebint in de voormalige stal van de Blauwe Kei met een rijk versierd sleutelstuk

 De schuur bij De Blauwe Kei tijdens de sloop in 1971 (collectie Jan Timmers)

 Gezicht vanuit de Kromstraat op de achterzijde van de Blauwe Kei in 1964. De monumentale schuur bij de boerderij was nog niet gesloopt. Rechts op de foto het pand Boekent 3

 De schuur achter de Blauwe Kei voor de sloop in 1971.De schuur stond pal naast de weg (collectie Jan Timmers)

 Ansichtkaart met D’n Traonpot (foto Piet Kuppens)

 Drie Palen (Kromstraat 8)

 D’n Traonpot, ca. 1975 (collectie heemkundekring)

 De kadastrale situatie in de Kromstraat in 1832, opnieuw getekend door Dré van de Nieuwenhof (www.historischegeografiebrabant.nl)

 Zicht op de Boerse Strepen vanuit de Kromstraat

 Advertentie voor de dekhengst Mordicus van Luur, eigendom van Frans Donkers en gestald in de Kromstraat

 De kadasterkaart van 1832 en de hulpkaarten G35, G46 en G64 geven de bouwgeschiedenis van Kromstraat 28-30 en 32 aan

 De stal van Mordicus ca. 1975

Links de Rulse Hoef, rechts de Vinkel en achteraan de Armenhoef

 Hulpkaart H142 uit 1914 geeft aan hoe het oude hallenhuis met schuur werd vervangen door een langgevelboerderij

 De Armenhoeve, toen nog met de oude schuur.

 Rechts is nog net een deel van De Vinkel zichtbaar. (collectie heemkundekring)

 De schouwbalk in de Armenhoef uit 1619 (foto Adri van Daal)

 Doorsnede in de lengterichting van de Armenhoeve. De omhooglopende zolderhoogte is opmerkelijk. (Tekening SHBO)

 Hulpkaart G106 van 1976. Het min of meer rond lopende perceel aan de zuidkant van de Armenhoeve is het oudste gedeelte van de ontginning ter plaatse. De verdwenen schuur stond aan de rand hiervan

 De kadasterkaart van 1832, geprojecteerd op een moderne satellietfoto. De zwarte lijnen zijn de toenmalige perceelsgrenzen en de bebouwing is rood. In geel zijn panden aangegeven, die er in de 18de eeuw ook stonden, maar al verdwenen waren voor 1832

 

Jenneke Jochems, weduwe van Jan Dircks van Zeeland 1662 Cornelis Jan Dircks van Zeeland 1678 Ansem Goort Driessen van den Elsen 1713 Goort, zoon van Ansem van de Elsen 1733 Simon Penninx, gehuwd met Johanna, dochter van Goort van den Elsen 1769 Christiaan, zoon van Simon Penninx en daarna zijn weduwe Joanna van Dueren 1779 Willemijn dochter van Christ Penninx, gehuwd met Jan Lamers van de Ven ca. 1800 Christ zoon van Jan Lamers van de Ven 1832 Antonet van den Elsen, weduwe van Christ Jan van de Ven 1854 Wilhelma van de Ven, dochter van Christ van de Ven, gehuwd met Theodorus Penninx 1886 Anna Maria van Dooren, weduwe van Theodorus Penninx, eerder weduwe van Adrianus Biemans 1897 Adrianus Biemans, zoon van Anna Maria van Dooren 1929 Adriana Biemans, dochter van Adrianus 1966 Driek Somers 1968 Ad Werts 1971 Theo Thijssens 1982 Timmers en Martens heden

 

Lambert Jan Ansems 1663 Jan Peter Jan Lenarts 1717 De weduwe Peter Jan Peters, de helft van een huis Voor 1752 Francis Daandels koopt dit halve huis 1717 De kinderen van Jan Martens de andere helft van het huis Voor 1752 Martinus van Gemert koopt half huis van de kinderen van Jan Martens 1752 Francis Daandels, koopt het halve huis van Martinus van Gemert; hij heeft dan het gehele huis 1802 Hendrik, zoon van Francis Daandels 1839 Peter Hurks, wever, schoonzoon van Hendrik Francis Daandels 1873 Peter Panhuizen, wever 1909 Antonetta van Heugten, weduwe van Peter Panhuizen 1918 Antonius Snijders, paardenslager 1918 Lambertus van Weert uit Beek en Donk 1920 August van Weert, landbouwer en grondwerker 1961 Martien Goossens, koopt een schuur en een deel van het erf en bouwt er een huis, nu Kromstraat 8 1969 Ad Otten, koopt het huis en resterend deel, nu Kromstraat 6

GH-2023-1-15-26-Boerderijen-in-de-Kromstraat.pdf