GH- 2018 04 De Nonnenakker van Binderen en het goed Te Kieboom

Jan Timmers

In Gemerts Heem van zomer 2018 stond een kapittelstokje over een Nonnenakker van Binderen bij het Binderseind

Het begon met een aantal vermeldingen in de schepenprotocollen van een huis met schuur en hof bij de Kieboom van Willem, de zoon van Jan van Loon, die men De Guliker noemt. Dit erf bleek aan drie zijden begrensd te worden door een openbare weg (gemeyne straet) en één ervan was de Oudestraat. Aan de vierde zijde lag de Nonnenakker. In een andere akte wordt dat perceel het eigendom genoemd van het Convent van Binderen. De Nonnenakker heeft die naam kennelijk gekregen, omdat hij eigendom was van het nonnenklooster Binderen in Helmond.1

Inmiddels is er verder gezocht naar de locatie van die Nonnenakker. Het erf van Willem de Guliker was aan drie zijden omgeven door een straat en lag langs de Oudestraat. Het lijkt erop dat we moeten zoeken in het gebied tussen stereind en Josephstraat. Het Gemertse Landboek, waarin alle particuliere grondpercelen met hun eigenaars werden opgetekend, werd in 1717 aangelegd. Zoeken in het landboek naar bezit van het klooster Binderen levert inderdaad een perceel op in de buurt van het Stereind

In het landboek zijn alle percelen genummerd en per perceel worden achtereenvolgende eigenaars genoteerd. De eerstgenoemde is de eigenaar in 1717. De term ‘modo’ moeten we interpreteren als ‘daarna’. Perceel nummer 1447 blijkt in 1717 eigendom van het klooster Binderen. Die heeft het kennelijk verkocht aan mathijs van Hoek. Later wordt Francis van de Laar eigenaar en weer later wordt de Nonnenakker gesplitst in twee gelijke delen met als eigenaars Willem van de Vondervoort en Willemijn Penninx.

Een reconstructie van deze percelen uit het Landboek leert dat de vermelde percelen het gebied vormen, dat tegenwoordig wordt ingesloten door Oudestraat, stereind, Dr. Kuijpersstraat en Josephstraat. Belangrijk daarbij is landboeknummer 1449 dat in 1717 eigendom was van de erfgenamen van heer Henricus Kox en dat later in handen kwam van de kapel van Handel. Op de kadasterkaart van 1832 staan in dat gebied een paar huizen met grond eromheen (sectie H nrs 316 t/m 320) die eigendom zijn van de Kapelaan van Handel. Op bijgaand kaartje met als ondergrond de kadasterkaart van 1832 zijn de perceelgrenzen van 1717 ingetekend. Het perceel op de hoek Dr. Kuijpersstraat-Josephstraat is het eigendom van de kapel van Handel.

Midden in het gebied, tegenover Keizersbosch, lag de akker van het nonnenklooster Binderen (nummer 1447). Het is op het kaartje rood omrand. Het bestaat in 1832 inderdaad uit twee gelijke helften, de kadastrale nummers 314 en 315. De landboekpercelen 1444, 1445, 1446 en 1448 vormen samen het huis en erf uit 1493 van Willem, de zoon van Jan van Loon, die men De Guliker noemt. Het is aan drie zijden begrensd door wegen. Dat zijn nu Oudestraat, stereind en Dr. Kuijpersstraat. De Nonnenakker ligt naast herberg De Zwaan, schuin tegenover Keizersbosch, dat in de middeleeuwen onderdeel uitmaakte van het goed te Kieboom.

Verkoop van Te Kieboom

Hoe Willem van Loon eigenaar werd is inmiddels ook bekend. We lezen in de Bossche Protocollen3:

“Goyart van Erp zoon van wijlen Goyart van Erp heeft erfelijk verkocht een hofstad, lopense land of daaromtrent gelegen in de parochie Gemert tussen de gemene straat aan de ene kant en het ene eind en tussen het erf van Arnt, natuurlijke zoon van wijlen Goyart van Gemert aan de andere kant en aan het resterende eind zoals hij zei met al haar gemeynten en vrijheden waar dan ook gelegen, voorheen eigendom van Gooswijn Cnode zoals hij zei, aan Jan de Guliker, natuurlijke zoon van wijlen Jan van Loon, belovend op al zijn goed vrijwaring en verplichting af te doen. Getuigen Monic en Groetart, 13 september 1452.”

Het is niet direct duidelijk dat de verkoop waarvan hier sprake is, om hetzelfde perceel gaat. De begrenzing wijkt immers af. Het grenst slechts aan twee kanten aan een straat. Aan de andere twee zijden ligt eigendom van Arnt van Gemert. Wat wel opvalt is dat zowel Goyart Goyartszoon van erp als zijn voorganger Gooswijn Cnode eigenaars waren van het goed te Kieboom.4 Het is duidelijk dat in 1452 Jan de Guliker, natuurlijke zoon van Jan van Loon, (en vader van de latere eigenaar Willem Janszoon van Loon) een deel van het goed te Kieboom heeft gekocht.

Dat wordt nog bevestigd in een Helmondse schepenakte van 31-3-1483 met daarin de erfdeling tussen de kinderen van het echtpaar Jan van Loon de Guliker en Hilla, dochter van Willem Zaelden, te weten Jan, Willem en Yda, gehuwd met Jan maes tempelers. Bij die erfdeling wordt maar één huis genoemd: huys hostat ende hoff ter stede geheiten Kieboem in Gemert met aan een zijde Jan Gebackemans en verder alomme aen die straet. Dit huis wordt in 1483 wél aan drie zijden begrensd door een straat en verder door Jan Gebackemans. Het lijkt er dus op dat dit huis inderdaad aan de zuidkant van het stereind stond, voorheen behoorde tot het goed te Kieboom, verkocht werd aan Jan van Loon de Guliker en later eigendom was van diens zoon Willem van Loon.

Een andere conclusie kan zijn dat de akker zuidelijker ervan in 1483 eigendom was van Jan Gebackemans en dus niet van het klooster Binderen in Helmond. echter op 7 juli 1467 lezen we in de Bossche Protocollen5: “Rutger van Arkel bezit een erfpacht van 8 malder rogge maat van Gemert van en uit een perceel bij de Kyeboem genaamd der Nonnenacker naast de gemene weg, …”.

In 1467 moet de Nonnenakker dus al van Binderen geweest zijn. Waarschijnlijk was in 1483 Jan Gebackemans niet de eigenaar, maar de pachter van de akker.

Een ander belangrijk punt in de akte van de erfdeling uit 1483 is de vermelding dat dit huis, hofstad en hof de naam Kieboom heeft. Dat zou betekenen dat het hier gaat om het hoofdgebouw van het goed te Kieboom. In de akte van 1452 wordt al vermeld dat er aan dit pand gemeynten en vrijheden waren verbonden. en dat was inderdaad het geval bij het goed te Kieboom. Ook de eerdere eigenaars Goyart van erp en Gooswijn Cnode horen bij te Kieboom. Hebben we hiermee de oude hoeve te Kieboom kunnen lokaliseren? Het lijkt er wel op. eerder was het vermoeden dat het goed te Kieboom aan de oostkant van het Binderseind lag. Inmiddels weten we dat te Kieboom uit minstens twee delen bestond. een deel was van de familie Van Gemert, dat overerfde naar de families Van Goor, Cnode en Van erp. een ander deel was eigendom van de Duitse Orde en dat zal aan het Binderseind hebben gelegen.6

Overdracht aan Binderen

Het puzzelwerk levert nog meer op. Uit de verkoop aan Jan van Loon in 1452 blijkt dat Arnt, de natuurlijke zoon van Goyart van Gemert, eigenaar was van aangrenzende percelen aan de westkant en de zuidkant. De zuidkant is de latere Nonnenakker. De westkant is het perceel op de hoek stereind- Dr. Kuijpersstraat. Arnt van Gemert was een bastaardzoon van Goyart van Gemert en daarmee een kleinzoon van Diederik IV van Gemert. Hij wordt meestal vermeld onder de naam Arnt van de Vondervoort. De erfenissen van bastaardkinderen werden in die tijd na hun overlijden in beslag genomen door de commandeur van Gemert volgens het toen geldende bastaardrecht.7 Naar alle waarschijnlijkheid heeft Arnt van Gemert alias van de Vondervoort daarom al voor zijn dood maatregelen genomen. Hij heeft het westelijk stuk verkocht aan Jan van Loon, wiens eigendom op die manier werd uitgebreid. Het zuidelijk deel heeft Arnt waarschijnlijk overgegeven aan de abdij van Binderen. misschien voor zijn eigen “zielenheil”, misschien in verband met het toetreden van een familielid in het klooster van Binderen. Dat moet gebeurd zijn tussen 1452 en 1467. Vanaf die tijd tot ergens in de 18de eeuw is dit stukje Gemert eigendom van het klooster Binderen in Helmond.

Noten

1. Jan Timmers, een Nonnenakker van Binderen bij het Binderseind, Gemerts Heem 2018 nr. 2 blz. 40. De vermeldingen komen uit schepenregister Gemert r97

2. Een transcriptie van het Landboek van 1717 is te vinden op de website van de heemkundekring onder bronnen. Gemertse Bronnen nr. 3.

3. Bossche Protocollen r1222 f95v; 1451-1452

4. Ad Otten, De heren van de Kieboom in de 14de en 15de eeuw, Gemerts Heem, nr. 56, 1974

5. Bossche Protocollen r1236 f 109

6. Zie voor de opvolgende eigenaren van het eerste deel de verwijzing in noot 4 of het hoofdstuk Wie was de Keizer van Keizersbosch in het boekje: De Oudestraat, de oudste straat van Gemert, Gemert sept. 2014. Dat een deel eigendom van de Duitse orde was blijkt onder meer uit de verpachting door de Duitse Orde aan Bate everets van het goed Kieboom in het jaar 1386. KADO inv nr. 676, een transcriptie van de oorkonde staat op de website van de heemkundekring bij Bronnen. Gemertse Bronnen deel 12c

7. een voorbeeld daarvan lezen we in Gemert r95 d.d. 30-8-1474. Commandeur Art van der Dussen heeft huis en hof aan de Ploesterdonk met nog een aantal percelen grond op basis van het bastaardrecht in beslag genomen van Heilen van Ploesterdonk, omdat zij “naturlic” was. Hij verkoopt dit onroerend goed vervolgens. Opvallend hierbij is dat zowel het huis en hof aan de Ploesterdonk als alle andere percelen grenzen aan percelen van Arnt van de Vondervoort. een jaar later blijkt Jan de zoon van Arnt van de Vondervoort eigenaar te zijn van de Ploesterdonk (Ad Otten, Ploesterdonk 1300-2000, Gemerts Heem 2000, nr. 1)

GH-2018-04-De-Nonnenakker-van-Binderen-en-het-goed-Te-Kieboom.pdf