GH-2017 02 Restauratie molen De Volksvriend

Jarenlang was molen De Volksvriend slechts een stenen romp, verscholen achter een hoge silo, overwoekerd door onkruid, braamstruiken, Japanse duizendknoop en opgaande bomen.

Vanaf de straat was goed te zien dat de kap van de molen kapot was. Bij harde wind wapperden de restanten van een plastic beschermzeil en vlogen de planken van het dak. De wieken lagen al tientallen jaren zomaar in de aangrenzende boomgaard op de grond weg te kwijnen. Kortom, een triest geheel. Veel mensen kunnen zich nog herinneren hoe fier de molen draaide en maalde en hoe er de kost mee werd verdiend. Het paste helemaal in het tijdsbeeld van toen. In de jaren 70 werd De Volksvriend stilgezet. Sindsdien raakte de molen in verval. Er werden wel enkele pogingen tot restauratie ondernomen maar die liepen op niets uit. Inwendig werd de staat van de molen slecht, vooral op plaatsen waar door de lekkende kap, het weer vrij spel had gekregen. Nog niet zo heel lang geleden brak een draagbalk doormidden waardoor een koppel maalstenen dwars door de vloer naar beneden stortte. De vrije val van die molenstenen richtte veel schade aan. Maar ondanks de abominabele staat waarin De Volksvriend was geraakt, waren alle originele onderdelen nog in de molen aanwezig. Gelukkig was het daarom mogelijk om alles te restaureren.

Voor ons als molenstichting Gemert-Bakel en voor vele anderen was het moeilijk om het verval van de molen aan te zien. Bovendien was de omgeving verre van de mooiste plek van Gemert. We zagen het als een uitdaging om hier vat op te krijgen.

Het verwerven van de molen

In het najaar van 2013 ontstond de noodzaak voor de eigenaar om daadwerkelijk maatregelen tegen verder verval te nemen. De veiligheid was immers niet langer gewaarborgd. Grote onderdelen dreigden af te breken en naar beneden te vallen. Dit betekende dat de directe omgeving door een hekwerk afgezet zou moeten worden, dat er iets gedaan moest worden om verder inregenen te voorkomen en dat de molen inwen dig gestut diende te worden. Het was niet meer verantwoord om de molen binnen te gaan.

Al in de loop van 2013 hebben we vaak contact gehad met de toenmalige eigenaar over de toekomst van de molen. Uiteindelijk vond op 17 december van dat jaar concreet overleg plaats over de te nemen maatregelen. Hierbij gaf de eigenaar aan de molen te willen overdragen aan de molenstichting. En zo geschiedde. Wij hebben met Frenk van Roij, in het bijzijn van de molenbouwers Max en Harrie Beijk, ter plekke een koopakte opgesteld en getekend. Daarmee namen wij de verantwoordelijkheid voor de molen over. Uiteindelijk is in januari 2014 de molen bij de notaris overgedragen aan de gemeente. Die heeft hem onmiddellijk weer in erfpacht aan de Molenstichting gegeven. Vanaf dat moment is de conservering en later de restauratie in gang gezet.

Conservering en voorbereiding restauratie

Meteen in januari 2014 is de molen zodanig geconserveerd dat hij, mocht er voorlopig geen restauratie plaats vinden, voor jaren niet aan verder verval blootgesteld zou worden. Dat hield in dat de molen inwendig van onder tot boven gestut werd om verder instorten te voorkomen, dat de oude kap inclusief de as, de draaiconstructie, de staartbalk en wat er allemaal nog meer aan vastzat, werd verwijderd en opgeslagen in een nabij gelegen loods. Ook de gevallen molenstenen en restanten van de kapotte balken ondergingen hetzelfde lot. Tot slot werd er een noodkap boven op de romp geplaatst om verdere weersinvloeden tegen te gaan. Daarna kon de molenbouwer onder het toeziend oog van de molenspecialist van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed alle onderdelen op herkomst en bruikbaarheid onderzoeken. Tevens werd de hulp ingeroepen van Erfgoed Advies Groen die ook nog eens de gehele molen en alle onderdelen onderzocht heeft. De resultaten zijn vastgelegd in een bouwhistorisch rapport. Op basis hiervan is direct daarna een restauratieplan geschreven en besproken met alle belanghebbenden: de gemeente, de gemeentelijke monumentencommissie, de molenspecialist van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de Molenstichting Noord-Brabant, de monumentenwacht van de provincie Noord-Brabant, de molenbouwer, het adviesbureau dat het bouwhistorisch rapport geschreven had en de molenstichting. Het doel was om een unaniem advies van alle partijen te krijgen over het restauratieplan en de uitvoering daarvan. Dat advies kwam er en toen konden we echt van start gaan. Er werd een kostenraming gemaakt en subsidiegevers moesten worden gezocht. Dit nam ongeveer een jaar in beslag. In die periode was er weinig activiteit rondom de molen behalve dat wat direct noodzakelijk was, zoals de molenbelt ontdoen van struiken en bomen, de bestrijding van het onkruid en het verwijderen van een opslagtank die verscholen lag in de molenbelt. Op 4 december 2014, een jaar na aankoop, kon de opdrachtovereenkomst voor de gehele restauratie getekend worden. Toezeggingen van enkele grote sponsors, waaronder de provincie en de BankGiro Loterij, waren binnen. Ook de werving van plaatselijke sponsors verliep op dat moment naar wens.

Samenvatting van de conclusies van het bouwhistorisch onderzoek Molen

De Volksvriend staat op een lichte glooiing in het landschap. De locatie ten zuidwesten van het dorp Gemert was met het oog op de windvang ideaal. De molen werd in verband met de veiligheid op 50 m afstand van de Oudestraat gebouwd. De stoommaalderij en het muldershuis stonden ten tijde van de bouw al ten zuidwesten van de molen en de kappen van beide panden staken boven de molenberg uit. Het is vreemd dat men omwille van de windvang de nieuwe molen niet iets meer zuidelijk of noordelijk óf iets hoger heeft gebouwd. Verder is het opmerkelijk dat de invaart naar het noorden gericht is, terwijl de toegangsweg naar de molen via de westzijde van het perceel is.

De Volksvriend is in 1888 gebouwd met veel tweedehands materiaal van verschillende herkomst. Blijkbaar was materiaal duur en waren tweedehands molenonderdelen voldoende voorhanden. In totaal zijn acht voormalige eiken bintbalken van een achtkante molen opnieuw gebruikt. Dit achtkant moet qua diameter bij de kap gehoord hebben. Het is echter vreemd dat er geen stijlen, regels of veldkruizen van het achtkant in de molen zijn aangebracht. Vermoedelijk heeft men geen volledige oude molen, maar een partij oude molenonderdelen gekocht. Mogelijk is dit de ook reden dat men een nieuwe stenen romp gemetseld heeft.

In de balklaag van de steenzolder zijn twee stukken geel geschilderde, houten roeden verwerkt en op de luizolder is een rood-wit-blauw geschilderde vangstok opnieuw toegepast als luiboom. De kleurstelling van deze onderdelen duidt op een (Zuid-) Hollandse herkomst. In de balklaag van de maalzolder en de balklaag van de kap- zolder zijn balken verwerkt die van origine met zware ijzeren hoeklijnen gekoppeld waren. Deze balken lijken nog het meest op stukken van voormalige lange spruiten. In de molen zijn diverse eiken balken met brandsporen aanwezig. Ook zijn in de balklaag van de maalzolder houten roeden met brandplekken verwerkt. Op het spoorwiel zitten eveneens kleine brandplekjes; het is oud verbrand hout dat is opgeschaafd. Het lijkt erop dat alles van de oude molen De Ruyter, een achtkante houten Zaanse stellingmolen die in 1887 afbrandde op diezelfde plek, weer opnieuw is toegepast. De eerste vijftien lagen muurwerk zijn opgemetseld met gebikte tweedehands stenen. De molen is praktisch ingericht en het muurwerk van de molen is zeer degelijk uitgevoerd. De molenmaker die De Volksvriend gebouwd heeft, moet veel ervaring hebben gehad. De detaillering van het spoorwiel en de uitvoering van de lichtwerken met de lichtbomen onder de steenzolder, wijzen op een molenmaker die uit het Land van Cuijk afkomstig is. De molen van Beugen heeft min of meer dezelfde inrichting met drie koppels stenen. Rond 1913 zijn grote ‘verbeteringen’ doorgevoerd in De Volksvriend. Bekend is dat de molen toen geklonken roeden heeft gekregen. Het vermoeden is groot dat de molen toen ook een gietijzeren bovenas, een zwaar bovengangwerk en een nieuwe staartbalk heeft gekregen. Deze onderdelen zouden afkomstig zijn van molen D2 te Bleiswijk. Waarschijnlijk is toen ook een Engels kruiwerk onder de kap gelegd. Om deze onderdelen te kunnen gebruiken, is de kap van de molen aangepast. Dit alles betekent dat De Volksvriend vóór 1913 aanmerkelijk eenvoudiger van opzet was. De molen is gebouwd met drie koppels stenen en stond in de directe nabijheid van een door stoom aangedreven koren- en oliemolen. Ook is al vrij snel na de bouw in 1888 een schorssteen op de maalzolder gelegd. Aan details, zoals de schuif in de zakkenkist voor het scheploon en de slijtagesporen van de karren in de invaartmuren, is te zien dat voor een lokale markt allerlei producten verwerkt werden. Tot de jaren 60 van de vorige eeuw heeft men ook voor bakkers gemalen. Volgens molenaar Van Roij werd hiervoor de blauwe steen aan de oostzijde gebruikt. Nadien is men zich gaan specialiseren in mengvoeders voor de veehouderij. Vanaf 1968 is er uitsluitend mechanisch gemalen in de panden bij de molen. De rol van De Volksvriend was toen uitgespeeld.

De restauratie

Het duurt een hele tijd voordat een restauratie zoals deze echt zichtbaar wordt. In april 2015 is de gehele molenbelt afgegraven om onder andere de wortels van een woekerende Japanse duizendknoop eruit te zeven. Het was onbekend wat zich verder in de grond bevond. Dit resulteerde in een ‘schone grondverklaring’ zodat we in de toekomst niet voor verrassingen komen te staan. Tegelijkertijd is een kleurenonderzoek gedaan om vast te kunnen stellen welke kleuren in de jaren 70 gebruikt waren voor het houtwerk en de wieken. In mei 2015 begon dan de echt zichtbare restauratie. Bijna alle draagbalken in de molen waren aan de uiteinden in zeer slechte staat. Door vocht dat jarenlang uit de muur in de balken trok (er zit immers geen spouwmuur in de molen) was het nodig om ze polymeer-chemisch te herstellen. Voor de versteviging werden glasfiber staven gebruikt. Groot voordeel is dat op deze manier alle oude balken behouden blijven en de restauratie nagenoeg onzichtbaar is. Op deze manier zijn ook de draagbalken hersteld die waren gebroken als gevolg van de val van de molenstenen. Deze werkzaamheden hebben ruim een half jaar geduurd.

Ondertussen werd het metselwerk van de invaartpoort hersteld. Het was zelfs zo dat wortels en bomen tussen de stenen door groeiden. De potroeden gingen in juli 2015 naar de fabriek om gezandstraald te worden. Daarna werden ze geheel in oude stijl hersteld. Beide roeden zijn in 1900 voor een molen in Bleiswijk vervaardigd en hadden een oorspronkelijke lengte van 28,30 m. Na de sloop van deze molen in 1913 zijn de roeden naar Gemert verhuisd en ingekort tot 27,90 m.

Begin december 2015 is een begin gemaakt met herstelwerkzaamheden in de werkplaats van de molenbouwer. Daartoe moesten alle losse delen van de molen, die opgeslagen lagen in de nabij gelegen loods, worden vervoerd. Het was een ongelofelijk transport: een oplegger vol met te restaureren houten onderdelen in allerlei formaten en vormen, veelal meer dan tweehonderd jaar oud. Tegelijkertijd werden in de molen de vloeren van de eerste en tweede verdieping hersteld. Ook werden de gerestaureerde originele trappen teruggeplaatst. Dit stelde ons in de gelegenheid om eindelijk de molen, na twee jaar werken, open te stellen voor iedereen, en wel op zondag 20 december 2015. Het was een groot succes. Honderden mensen kwamen de molen bezoeken.

In februari 2016 is begonnen met de aanbouw van een toiletruimte. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vond dat een nieuw aan te bouwen onderdeel zich duidelijk moest onderscheiden van de authentieke molen. Het moest in maximaal contrast staan met het bestaande. Hiervoor is een ontwerp van Denkkamer Architectuur & Onderzoek gebruikt. Het gebouw is buiten niet zichtbaar omdat het in de molenbelt ligt. De toegang is in een van de nissen gemaakt. Tegelijkertijd werd in de werkplaats bij molenbouwer Beijk een begin gemaakt met het restaureren van de kap van de molen. Bij metaalbedrijf Koppes in Bergen waren de roeden aan de beurt om hersteld te worden. Deze drie projecten zouden vele maanden in beslag nemen.

In juli 2016 werd het zand weer rondom de molen gelegd. Het is nu weer een echte beltmolen. Het metselwerk bij de invaartpoort is klaar. In september werden ondertussen in de werkplaats de contouren van de kap zichtbaar. De vloer van de invaart van de molen werd eveneens in september opnieuw gelegd.

In oktober was eindelijk ook van buitenaf te zien dat de molen gerestaureerd werd. Veel onderdelen die in december 2015 in deplorabele staat naar de werkplaats gingen – waaronder ook de staartbalk en de kruibok – kwamen compleet gerestaureerd terug bij de molen. Begonnen werd met de opbouw van de kap. Het hout voor de korte en de lange schoren lag, evenals dat voor de korte en de lange spruit, klaar om bewerkt te worden. De baard van de voor- en achterzijde van de kap werd geschilderd. In de werkplaats lagen de roeden en de bijbehorende ‘Van Busselneuzen’ klaar voor vervoer. Een koppel nieuwe molenstenen lag eveneens gereed.

Onder een stralend blauwe hemel werd op 29 november 2016 uiteindelijk de kap geplaatst en werden de wieken gestoken. Ook het bijbehorende houtwerk zoals de spruiten en de staartbalk kregen hun plaats. Het was een mijlpaal in een geschiedenis van bijna 130 jaar.

Op woensdag 19 april 2017 is de totaal gerestaureerde molen officieel geopend. De Volksvriend oogt weer als een echte, complete windmolen.

GH-2017-02-Restauratie-molen-De-Volksvriend.pdf