GH-2000-03 En geheimzinnig schilderij

Simon van Wetten

Vanuit de hoogte keek de schilder neer

En gaf het Gemert van zijn dagen weer

 Het klopt allemaal. Het kasteel, de kerk met de vrijstaande klokkentoren aan de straatzijde, de lanen achterom het kasteel op de voorgrond, de drie molens op de Molenakker. Zelfs Handel kun je, tussen het kasteel en de kerk doorkijkend, in de verte ontwaren.

Het origineel van het schilderij waarover u en ik nu aan het keuvelen zijn, hangt in de Latijnse School, tegenwoordig het gemeentearchief van Gemert. “Gezicht op Gemert vanuit het westen. Eerste helft 19de eeuw, schilder anoniem,” staat er op een toelichtend kaartje bij. Er zijn door de onbekende schilder ook wat minder herkenbare stukjes Gemert weergegeven. Zo is de Hoef aan de kerkzijde wat anders van wegen- en padenstructuur dan wij het van voor de “Komwegtijd” nog kennen. En dat komt omdat de St. Janskerk, bij nadere beschouwing, toch niet helemáál klopt. Er zit een bocht in het kerkgebouw, de korte zijde (waar nu de toren tegenaan staat) zou meer naar u en mij, naar de bekijkers van dit schilderij gericht moeten zijn. Zo buigt het pad in de Hoef, vlak voor het poortje van het ommuurde kerkhof, naar links en gaat over in een bredere weg die voor een vroeg-19de eeuws schilderij per ongeluk erg veel op de laat-20ste eeuwse Komweg lijkt. Het laatste stukje van deze weg schikt zich na de bocht naast een kanaal. Een kanaal? Ja, op de plek waar de Rips de Haageik kruist, begint op dit schilderij een kanaal. Het lijkt althans erg veel op een kanaal. Had de schilder voorkennis van het plan om vanaf de Zuid-Willemsvaart een aftakking naar Gemert te graven? Maar dan is dit schilderij niet zó vroeg 19de eeuws. Bovendien is de beoogde waterweg dan wel iets te noordelijk geprojecteerd, want volgens de oorspronkelijke plannen zou het te graven kanaal ongeveer ophouden in het uiterste rechterhoekje van dit schilderij.
Terug naar de linkerzijde van het paneel. We zien de Haag rotondeloos uitkomen op het Kruiseind, en links achter het huis waar de Haag op doodloopt, ontwaren we het Slotje, de oude hoeve die ooit de geboortegrond markeerde van vele Jonkers van Lankveld.

Maar dan!

De huizen en bomen zijn, in voor- en achtergrondverhoudingen, zeker niet slecht weergegeven. Het rijtje molens verhoudt zich, de perspectiefwerking inbegrepen, zelfs heel goed ten opzichte van de andere gebouwen in het dorp. Maar waarom staat daar dan die geheimzinnige naald de lucht in te priemen? Als een mast van Lopik avant-la-lettre torent dit zendmastachtig bouwsel geheel doelloos – want radio noch telefoon uitgevonden – ergens in het gebied tussen Handel en Boekel, zo ter hoogte van de Wind of de Verrehei, boven alles uit. Een schutsboom? Dan zou het koningsschieten een slijtageslag zijn geworden. De nieuwe koning zou de tekenen van zijn zojuist verworven waardigheid moeten combineren met een baard van drie dagen. Onwaarschijnlijk dus. Maar wat dan? Een meetpunt in de Peel? Daar was in die dagen wel behoefte aan. Maar of men louter om die reden bereid was zo’n lange naald neer te zetten – nog los van de vraag of men er toe in staat was – is eveneens zeer onwaarschijnlijk. Tja, het kan natuurlijk dat de schilder familie van Jules Verne was, of dat hij simpelweg, toen het schilderij zowat klaar was, een beetje met zijn penseel is uitgeschoten. En dan is het zeunt om weer helemaal opnieuw te moeten beginnen…

We zitten hier hoe dan ook met een regelrecht Peelmysterie. Een mast die qua vorm een uitroepteken is, maar verder, samen met enige andere objecten op het schilderij, alleen maar vraagtekens oproept. En dat, waarde lezer, maakt heemkunde nu juist zo leuk. Want u heeft natuurlijk ook zo uw ideeën. Ik heb de postbode van onze wijk reeds ingeseind in verband met de berg aan suggesties die nu bij mij op de deurmat gaat vallen. U hoeft zich dus niet in te houden. Ga gerust uw gang. Wij spreken elkaar nog.

NOOT:

Foto is van Wim Renders.

Bekijk PDF