GH 2022-2 Reizen door de tijd met het online kadaster Gemert 1832

Dré van de Nieuwenhof  en  Jan van Hoof

Hoe zag de plattegrond van Gemert eruit aan het begin van de 19e eeuw?

Hoeveel onroerend goed hadden de toenmalige boeren, brouwers en renteniers en waar lag dat? En wie woonde er op de locatie waar nu het gemeentehuis staat? Of op jouw huidige adres? Deze en andere vragen kunnen nu met een paar muisklikken worden beantwoord dankzij het online kadaster uit 1832. In dit artikel wordt het ontstaan van het kadaster beschreven, maar ook de extra mogelijkheden die er zijn nu het kadaster van 1832 geheel is gedigitaliseerd.

Bij het ontstaan van de Bataafse Republiek (1795-1806) onder keizer Napoleon werden de wetten van de Franse Republiek overgenomen, waaronder het heffen van grondbelasting. De grondbelasting moest een redelijke grondslag krijgen. Daarom werd begonnen met het opmeten, schatten van de waarde en op naam stellen van alle onroerende goederen. Na de val van Napoleon in 1813 en de oprichting van het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden in 1815 lag het opmetingswerk enkele jaren stil. Echter vanwege geldgebrek besloot Willem I bij wet van 11 februari 1816 de kadastrale werkzaamheden weer voort te zetten. Daarbij werd gebruikt gemaakt van de kaarten en gegevens van het Franse kadaster.

Het opmeten en verzamelen van gegevens volgens de systematiek van het Franse kadaster was in Gemert in 1812 al gereed onder gezag van de Nederlandse landmeter 1e klasse Van Heijst. Tot de kadasters van het kanton Gemert behoorden ook de gemeenten Bakel en Milheeze, Beek en Donk, Boekel, Erp en Lieshout. De Franse kaarten, minuutplannen genaamd, werden in 1818 door de landmeter 1e klasse Fritsen uitgeknipt en op een nieuw vel geplakt. Deze werden tot 1832 aangepast en aangevuld1. Naast de getekende minuutplannen zijn de administratieve gegevens van de eigenaren vastgelegd in de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels (OAT). Deze kenden, anders dan het Landboek van de Duitse Orde dat tot die tijd in gebruik was, een strakke (voorgedrukte) indeling verdeeld over twee bladzijden.

Naast de OAT-tabellen waren er de Perceelsgewijze Kadastrale Leggers (PKL). In de PKL werden alle eigendommen van één eigenaar opgenomen met een artikelnummer. De persoonsnummers (‘artikelnummers’ in kadasterjargon) werden alfabetisch per kadastrale gemeente toegekend; in Gemert kreeg Van der Aa artikelnummer 1 en Van Zeeland artikelnummer 693.

Landmeter

De landmeters kwamen vaak uit het onderwijs, omdat zij een van de weinigen waren die een opleiding hadden genoten. Het opmeten begon met het op locatie vastleggen van de gemeentegrens met de burgemeester van de betreffende gemeente en de aanwijzers van de buurgemeenten. Dit alles werd in een proces-verbaal vastgelegd. Hierna werd de gemeente ingedeeld in een aantal secties, elk aangeduid met een letter. In Gemert kwamen er elf secties met de letters A t/m L (de letter J werd niet gebruikt). Vervolgens legden de landmeters een driehoeksnet (aaneenschakeling van driehoeken) over de gemeente heen, zodat zij bij het meten in het veld over vaste ‘ijkpunten’ beschikten. Deze punten waren vaak grenspalen, kerktorens van naburige dorpen of markante bomen. Soms werden er zogenoemde Lange Juffers gebruikt bij gebrek aan een geschikt ijkpunt, zoals op de Hooge Aarle en op Doonheide is gebeurd.

Het driehoeksnet werd vastgelegd op een tekening. In een aparte tabel (Franstalig) werden Een Lange Juffer, de hoogte ervan bedraagt 8 meter, zodat hij van veraf zichtbaar was.. de meetpunten beschreven plus de hoeken en afstanden nauwkeurig vastgelegd. Het driehoeksmeetpunt met de letter T is het meetpunt Doonheide. Op dit punt stond een Lange Juffer die afgebeeld is op een schilderij in het gemeentearchief en dat eerder is beschreven door Wim van de Vossenberg2.

Na het inmeten van de percelen en gebouwen in het veld werden de gegevens definitief vastgelegd in de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel (OAT). Vervolgens werden alle percelen ingetekend per sectie op de minuutplannen (kaarten) met vermelding van de perceelnummers. Soms paste een sectie niet op één kaartblad, zodat sommige secties uit meerdere kaartbladen bestaan. De OAT kent een indeling in kolommen, verspreid over twee bladzijden. Op de linker pagina staan kolommen met de sectieletter en het perceelnummer, toponiem, naam, beroep en woonplaats van de eigenaar en verder nog het soort eigendom (huis, weiland, enz.) en de oppervlakte. Op de rechter pagina gaat het verder met de klassering van de eigendommen met een gedetailleerde uitsplitsing van de oppervlakte per klasse en het tarief voor zowel de ongebouwde als gebouwde eigendommen. Hieruit volgde tenslotte het belastbaar inkomen van ieder perceel.

Kadaster gedigitaliseerd

Het kadaster van 1832 was, zeker vergeleken met het in onze ogen nogal rommelige Landboek en Verpondingskohier, een enorme sprong voorwaarts in de moderne tijd3. Om deze bron toegankelijker te maken voor een breed publiek, is de OAT gedigitaliseerd door vrijwilligers in het gemeentearchief en voor dit online kadaster verder gestandaardiseerd door de auteurs van dit artikel. Na omzetting van de OAT naar Excel (rekenprogramma), zijn de minuutplannen (kadasterkaarten) helemaal opnieuw digitaal getekend door Dré van de Nieuwenhof met behulp van een Geografisch Informatie Systeem (QGIS). Vervolgens zijn beide databestanden aan elkaar gekoppeld en toegankelijk gemaakt via de website www. historischegeografiebrabant.nl (klik op Gemert).

Op deze website zijn ook de kadasterkaarten van andere gemeenten in de regio te raadplegen, waaronder die van Bakel die eveneens door Dré van de Nieuwenhof zijn getekend. Bij het digitaliseren van het kadaster wordt er in de regio samengewerkt, zodat het overal op dezelfde manier gebeurt.

Vrijwilligers van diverse heemkundekringen hebben zich verenigd in de Werkgroep Historische Geografie Brabant.

Online kadaster Gemert

Het online kadaster Gemert 1832 is een interessante bron om te raadplegen. Mensen die bijvoorbeeld bezig zijn met stamboomonderzoek kunnen met een simpele zoekactie een beeld krijgen waar hun voorouders woonden en werkten. De kaart toont direct de eigendommen met een oranje arcering. Ook is rechtstreeks zoeken op perceelnummer mogelijk. Na inzoomen kan een perceel worden aangeklikt, waarna aan de rechterzijde de bijbehorende details verschijnen. Wat verder opvalt aan de kaart zijn de kleurschakeringen naar gelang het gebruik. Purper is heide, geel is bouwland en lichtgroen is weiland. Met de twee knoppen rechtsboven kan de kaart worden uitvergroot en het detailvenster worden in- en uitgeklapt.

Mensen die willen weten wie er vroeger op de plek woonde of werkte waar zij momenteel wonen, kunnen de kaartlagen transparant maken, zodat het huidige stratenplan zichtbaar wordt. Klik hiervoor op het tabblad ‘Kaart’, klik vervolgens ‘Lagen aanpassen’ en kies ‘Percelen’. Verplaats de schuifbalk ‘Transparantie’ naar links en klik daarna op de knop ‘Terug naar de kaart’. Zoom in en klik op de gewenste locatie. Met een klik op de pijlknop verschijnt de naam van de eigenaar in 1832 in beeld, zijn beroep en de toenmalige bestemming van het perceel. Ook kan de (digitaal berekende) oppervlakte van het perceel worden opgevraagd.

Het bekijken van de kaart levert tal van interessante feiten op. Zo had elk huis een flinke hof voor het verbouwen van eigen groenten (geen voedselkilometers, maar -meters). Verder bestond meer dan de helft van het oppervlak van de gemeente Gemert nog uit heide. Als de huispercelen buiten beschouwing worden gelaten, was 60% van het grondoppervlak nog bedekt met heide. Zelfs midden in het huidige Gemert: waar nu de Borretstraat ligt, stond nog hei. Vandaar de naam Heijtsveld. En op de plaats waar nu het gemeentehuis staat, waren een huis, erf en looierij gevestigd van brouwer Willem Peter van den Eijnden. De website biedt nog andere mogelijkheden. Ontdek ze zelf!

Een groot voordeel van een gedigitaliseerd kadaster is de mogelijkheid om (in de toekomst) andere gegevens te koppelen aan de geografische coördinaten, bijvoorbeeld genealogische informatie of foto’s. Op die manier ontstaat een soort historische tijdmachine. Ook is het mogelijk om allerlei andere geografische informatie te tonen in relatie tot het eerste kadaster, zoals de Peelrandbreuk of hoogtekaarten, maar ook de huidige topografie.

Sociaalgeografische trends

Een andere interessante optie van digitalisering en standaardisering van data is het blootleggen van topografische en sociaalgeografische trends. Met name de laatste zeggen iets over het welvaren en omvang van de bevolking. Zo telde het grondgebied van Gemert in 1832 in totaal 773 huizen. Ter vergelijking: in 2021 stonden er in Gemert, Handel en Mortel opgeteld 8.600 huizen, een toename van 1.115%. Honderd jaar eerder, in 1717, telde Gemert circa 535 huizen4. Van de huizen in 1832 was 20% (152) in handen van een weduwe (1 op 5 vrouwen stond er dus Top 10 huizenbezitters Eigenaar Aantal huizen Domeinen 11 Melis van, Andries Theodorus 9 Armen van Gemert 9 Douven, Bartholomeus 8 Kapel van Handel, 8 Scheepers, Willem Hendrikus 7 Acker van den, Hendrik Theodorus 7 Gemert van, Martinus 7 Doren van, Michiel Jan 7 Putten van der, Jan Casper 7 Aelders, Willem 7 G E M E R T S H E E M 6 2022/2 op dat moment alleen voor!). Verder waren 49 huizen (6%) overgegaan naar de erfgenamen. Dat betekent dat het gaat om nog onverdeelde boedels van inmiddels gestorven personen. Van het totale huizenbestand was 95% (732 huizen) in handen van een inwoner uit Gemert of Handel en 5% (41 huizen) van een persoon buiten Gemert. De top 10 van huiseigenaren telde naast de Domeinen, de Armen van Gemert en de Kapel van Handel zeven particulieren met aanzienlijke aantallen huizen. Veertig procent van de huiseigenaren bezat één huis (of boerderij), terwijl 22% twee huizen bezat en 11% drie huizen.

Grondbezit

Van het totale grondoppervlak van de gemeente Gemert (5.499 hectare) bestond aan het begin van de 19e eeuw nog 58% uit heide, waarvan circa 5,5% nog maar net was ontgonnen. Verder stond 1,6% op de kaart als bos (86 ha) en werd 30,5 hectare aangemerkt als zandverstuiving (Handelse Bergen). Slechts 16,5% was in gebruik als grasland en circa 19,5% als bouwland. Het totale aandeel cultuurland bedroeg dus nauwelijks meer dan een derde (36%). Qua grondbezit hadden de Domeinen (1.987 hectare) en de gemeente Gemert (1.433 hectare) veruit het grootste deel van de gronden in handen (samen 62%). Het bezit van de Domeinen was grotendeels afkomstig van de inmiddels opgeheven Duitse Orde, die daarvoor de grootste grondbezitter was. Opvallend grote bezitters waren de Kapel van Handel (43 ha), de kerk van Gemert (23 ha) en de Armen van Gemert (21 ha). Alle kerkelijke instellingen opgeteld ging het om 114 hectare. De Kapel van Esdonk had de kleinste hoeveelheid grond van heel Gemert: slechts 36 m².

Onder de particuliere grondbezitters stond rentenier Theodorus Borret op de eerste plaats met afgerond 37 hectare verdeeld over maar liefst 82 percelen. Hij had vrijwel het hele gebied tussen Esdonk en de Aa in handen (zoek op via het online kadaster). Ook bezat hij circa de helft van het land van het latere klooster Nazareth. Een andere rentenier was Adriaan van Riemsdijk, die naast het kasteel vooral bezittingen had aan de Wijnboom en de Molenakker. Hij had het kasteel gekocht van de Domeinen en zou later nog meer gronden van de Domeinen opkopen. Marten Herman Kuijpers mocht zich met 29 hectare (61 percelen) de grootste boer (bouwman) van Gemert noemen. De top 10 van particuliere bezitters van onroerend goed in 1832 is in een tabel weergegeven.

Wanneer de eigendommen toegespitst worden op het particulier bezit van bouw- en weiland, dan gaapt er een groot gat tussen de grootste bouwmannen (inclusief renteniers; zie tabel) en de kleinste grondeigenaren met een 0,5 hectare of minder. Zestig procent van het grondbezit lag tussen de 1 en 10 hectare. Iets meer dan 15% van de bevolking had tot 1 hectare grond in bezit en 20% had minder dan een 0,5 hectare. Slechts 22 personen (4,4%) hadden meer dan 10 hectare grond in bezit (niet-particulieren buiten beschouwing gelaten).

De gemiddelde oppervlaktes van percelen bouwen weiland ontliepen elkaar niet veel en bedroegen over het geheel genomen circa een halve hectare. Dat is ook duidelijk terug te zien op het online kadaster van 1832. We zien een kleurrijk mozaïek aan percelen met niet zelden grillige vormen. Het moet aardig druk zijn geweest op deze akkers in het voor- en najaar.

Beroepen

In 1832 werden er in Gemert meer dan vijftig verschillende beroepen uitgeoefend, van arbeider (1 persoon) tot zadelmaker en zilversmid (beiden 1). De overgrote meerderheid (348 personen; 53%) was bouwman (landbouwer), maar er waren ook bouweressen en landbouwsters (circa 3%). Het tweede beroep was, niet verrassend, dat van wever (75 personen; 11%) of weefster (0,2%). Daarna volgde een variëteit aan beroepen als koopman (12 personen), timmerman (8 pers.) en fabrikant (7 pers.). Verder telde Gemert onder anderen zes bakkers, twee grutters, vier winkeliers, drie dokters, drie tappers en één herbergier. Zie ook: Alles te koop; Geschiedenis van de Middenstand in Gemert5. In totaal bestond de beroepsbevolking in 1832 uit 659 personen, van wie 17% met het beroep “onbekend” werd aangeduid. Het blijkt hierbij te gaan om de (lokale) overheid en leden van religieuze instellingen en broederschappen.

Toponiemen

Het grootste aantal percelen wei- en bouwland was te vinden in het gebied Verreheide (264) gevolgd door de Kampen (210) en Esdonk (199). Wanneer echter naar de totale oppervlakte wordt gekeken, schuift Esdonk op naar de tweede plaats (102 hectare) en Milschot naar de derde plaats (80 hectare). De Verreheide blijft met 143 hectare het grootste landbouwgebied. Wanneer we terugkeren naar het online kadaster, dan zien we dat de weilanden vooral ten westen van Gemert lagen, aflopend naar de Snelle Loop en het dal van de Aa en de lager gelegen gebieden ten oosten (richting de heide). De akkerbouwgebieden lagen voornamelijk op het hoger gelegen land en dichter bij de woonkernen. Die moesten immers vaker en intensiever worden bewerkt.

Vervolg: digitaal Landboek

Het kadaster van 1832 is een momentopname. Sindsdien is er veel veranderd. De heide is vrijwel overal verdwenen in Gemert, uitgezonderd de laatste resten in Elsendorp op de Krim en Bunthorst. Elders zijn oude laan- en kavelstructuren verdwenen tijdens de ruilverkaveling eind jaren ’60 begin jaren ‘70. De percelen werden groter; veel groene kavelafscheidingen (Kampen) werden eerst op kaart uitgegumd en verdwenen vervolgens definitief uit het landschap. Die veranderingen zijn bijgehouden in opeenvolgende versies van het recente kadaster. Verder terug in de tijd vonden uiteraard ook ontwikkelingen plaats die het aanzien van de plattegrond van Gemert (zij het minder ingrijpend) hebben veranderd. Jan Timmers en Peter van den Elsen hebben in 2002 al een eerste transcriptie van het Landboek (1717-1816) gemaakt6. Nu het kadaster van 1832 online staat als stevig fundament, is het een boeiende uitdaging om andere tijdlagen toe te voegen aan de digitale kaart van Gemert, waaronder het Landboek en het daaraan gerelateerde Verpondingskohier (1717-1809). De voorbereidingen (standaardiseren van data) zijn inmiddels gestart.

Kadaster 1832 quiz

Leer de mogelijkheden van het online kadaster 1832 kennen en test en passant je kennis over de historische topografie van Gemert en haar inwoners. Ga naar https://s.surveyplanet.com/6c9r5m34 of scan de QR-code met je mobiel en doe mee aan de quiz. Ook leuk voor kinderen!

Bronnen: 1. Minuutplans en OAT’s BHIC inv. nr. 2104 Gemert. 2. Wim van de Vossenberg, Het kadaster en de Lange Juffer van de Doonheide, Gemerts Heem 2002 nr. 2. 3. Het Landboek en het Verpondingscohier vormen de grondbelasting administratie van de Duitse Orde. Het Landboek bevat alle percelen en eigenaars die grondbelasting moesten betalen en het Verpondingscohier is een lijst van de verschuldigde bedragen aan grondbelasting. Ze werden in 1717 aangelegd. Archief gemeente Gemert 1407-1794, inv. nrs. 413 en 414. Zie voor het Landboek Gemertse Bronnen deel 3. 4. Jan Timmers, Gemerts Landboek 1717-1816: Voorloper van het Kadaster; Gemerts Heem 2002 nr 4. 5. Ad Otten, Alles te koop; Bijdragen tot de Geschiedenis van Gemert, nr. 16. 6. Peter van den Elsen en Jan Timmers, Het Landboek 1717 -1816, Gemertse bronnen deel 3, is te vinden op heemkundekringgemert. nl onder ‘bronnen’.

Tekening van de driehoeksmeting Gemert van 1811. De drie hoofdmeetpunten zijn met zwarte pijlen aangeduid. Opvallend is de Diepertse Boom. Het moet destijds een opmerkelijk grote boom zijn geweest.

Tabel van de driehoeksmeting van 1811.

Boven: Uitsnede van het minuutplan van sectie B, kaartblad 2 met het centrum van Handel.

Links: OAT-detail van sectie B2 met perceel 343, de kerk van Handel. De afbeeldingen in dit artikel tonen alleen een linker pagina van de OAT en een voorbeeld van een minuutplan.

Schermafdruk van www. historischegeografiebrabant.nl met een fragment van het gedigitaliseerd kadaster van Gemert. Scan de OR-code.

Een hyperlink verwijst tenslotte naar een scan van de originele OAT in de beeldbank van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE).

Grootste particuliere grondbezitters Naam eigenaar Aantal percelen Totaal Gemiddeld Aandeel (ha) (ha) Borret, Theodorus 82 36,9 0,45 0,7% Kuijpers, Marten Herman 61 29,0 0,47 0,5% Duinhoven van, Hendrikus Jan 53 25,3 0,48 0,5% Slits, Peter 54 24,7 0,46 0,4% Janssen, Theodorus Mathijs 38 24,0 0,63 0,4% Riemsdijk van, Adriaan 30 23,5 0,78 0,4% Willigen van der, Hendrikus 55 20,1 0,37 0,4% Smulders, Peter Antonij 40 19,5 0,49 0,4% Doren van, Michiel Jan 43 19,4 0,45 0,4% Mastenbroek, Johannes 37 18,7 0,50 0,3%

Voor tekst in PDF met afbeeldingen