GH 2022-2 Het graf van Piet Bolsius en Lien Bijvoet

Cas  Jamin

In Gemert-Bakel zijn oude grafmonumenten te vinden, die de hedendaagse voorbijganger niet veel meer zeggen. Dit vormt de aanleiding om in de archieven op zoek te gaan naar die vroegere levens en tegelijkertijd de graven te beschrijven. Op het oude kerkhof van de kerk van Sint-Jans Onthoofding in Gemert is het graf te vinden van het echtpaar Piet Bolsius en Lien Bijvoet.

De gedenksteen staat op een stenen verhoging. Twee metalen kruizen, die zijn bevestigd aan de zijkanten van de gedenksteen, steken er opvallend bovenuit. In de voorzijde van de gedenksteen zijn de personalia van de overledenen gebeiteld. Aan de achterzijde ervan is de openingszin uit het gezang ‘In paradisum’ of ‘Ten paradijze’ aangebracht. Deze luidt ‘In paradisum deducant vos angeli’ en betekent ‘Mogen de engelen u geleiden naar het paradijs’. Het wordt bij katholieke uitvaartmissen gezongen als de kist de kerk wordt uitgedragen.

De graftekst luidt als volgt: ‘Hier rust het stoffelijk overschot onzer dierbare ouders Petrus Nicolaas Josephus Mariannus Bolsius, geboren te ‘s-Hertogenbosch 14 mei 1859, gestorven te Voorburg Z.H. 21 december 1934. En Carolina Maria Wilhelmina Bijvoet, geboren te Gemert 15 juli 1867, gestorven te Voorburg Z.H. 18 juni 1935.’

Hun jeugd

Lien groeit te midden van haar broers en zussen op in Gemert in een gegoede en hechte familie1. Haar vader, telg uit het Berchemse notarisgeslacht Bijvoet, is in Gemert eigenaar van een bierbrouwerij, cichoreifabriek en moutmolen. Haar moeder is afkomstig uit de Gemertse tak van de textielfamilie Prinzen2. Piet groeit op in ‘s-Hertogenbosch en hij gaat er naar de HBS. In 1854 wordt Piets vader directeur van de belangrijkste, dan nog particuliere, gasfabriek van de stad en verschijnen voor het eerst gaslantaarns in het Bossche straatbeeld.

Gasdirecteur

Piet volgt zijn vader in 1878 op als directeur van het voornaamste gasbedrijf in ‘s-Hertogenbosch. Piet is dan nog maar negentien jaar oud en het is een jaar voordat zijn vader komt te overlijden. Onder Piets leiding wordt het gasbedrijf uitgebreid, gemoderniseerd en uiteindelijk in 1888 definitief omgevormd tot een gemeentelijk brandstofbedrijf. Als twintiger wordt Piet lid van de Bossche herensociëteiten Amicitia en De Zwarte Arend. Dergelijke sociëteiten zijn dan nog exclusieve clubs voor heren uit hogere kringen.

Huwelijk en maatschappelijke betrokkenheid

Op 12 augustus 1890 trouwen Piet Bolsius (31) en Lien Bijvoet (23) in Gemert. Ze gaan wonen in ‘s-Hertogenbosch, waar zeven kinderen worden geboren: Frits (*1891), Willie (*1892), Mies (*1893), Frans (*1895), Johanna (*1896), Adriaan (*1897) en tenslotte Karel (*1907). Piet en Lien zetten zich beiden in voor charitatieve en maatschappelijke doelen. Jarenlang zijn ze actief in de christelijk-sociale Vincentius- en St. Elisabethverenigingen voor armoedebestrijding. Piet wordt in 1901 lid van de Commissie tot Wering van Schoolverzuim van de gemeente ‘s- Hertogenbosch. Lien is enige tijd bestuurslid van de R.K. Vrouwenbond.

Zij is bovendien betrokken bij de opvang van Belgische oorlogsvluchtelingen. In 1919 ontvangt Lien daarvoor de Koningin Elisabeth Medaille van de Belgische consul.

Deskundige

In de loop van de jaren ontwikkelt Piet zich tot een prominent en gerespecteerd persoon op het terrein van de gasvoorziening. Naast zijn werk als gemeentelijk gasdirecteur en secretaris van de Centrale Brandstoffencommissie3 in ‘s- Hertogenbosch is Piet landelijk en internationaal actief voor De Vereniging van Gasfabrikanten. Vanaf 1904 is hij er voorzitter en in 1916 wordt hij aangewezen als redactielid van hun vakblad ‘Het Gas’ en als lid van de Kolencommissie. Die commissie zorgt voor de inkoop van veelal Engelse steenkool. Piet spreekt op congressen en organiseert tentoonstellingen over gastechniek in Wenen (1901), Londen (1904) en ‘s-Hertogenbosch (1921). Voor zijn bijdrage aan de Gas- en Watervaktentoonstelling in Wenen ontvangt hij in 1901 de gouden medaille met de kroon van Aartshertog Leopold Salvator.

Minckelers’ standbeeld

Het is Piet Bolsius die in 1900 op het Internationaal Gascongres in Parijs weet aan te tonen dat niet de Fransman Lebon of de Schot Murdoch uitvinder waren van het lichtgas (steenkoolgas), maar dat de Maastrichtenaar Jan Pieter Minckelers hen hierin was voorgegaan. Samen met anderen spant Piet zich daarna in om een standbeeld voor Minckelers op te richten. Dat lukt, het beeld wordt op 10 juli 1904 op de Markt in Maastricht plechtig en onder grote belangstelling onthuld. Bij die feestelijke gelegenheid spreekt Gouverneur Ruijs de Beerenbrouck bovendien de woorden uit dat het de koningin behaagd heeft om P. Bolsius te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje- Nassau voor zijn verdiensten. In 1913 ontvangt Piet bovendien het erelidmaatschap van het London Institute of gas-engineers4.

Verkiezingsdeelname

In het verkiezingsjaar 1922 (algemeen kiesrecht) staat Piet P.N.J.M. Bolsius als zesde op de kandidatenlijst van de Nieuwe Katholieke Partij. Deze conservatieve afsplitsing van de Roomsch-Katholieke Staatspartij wordt vrij snel weer ontbonden, maar heeft wel invloed op de koers van de RKSP. Een anonieme ‘Bosschenaar’ klaagt vlak voor de Kamerverkiezingen in verschillende kranten over het dure Bossche gas van de afgelopen jaren en het gebrek aan begrotingsdiscipline dat oud-gasdirecteur Bolsius en zijn partijgenoten aan de dag zouden leggen. Een ingezonden brief in reactie daarop vermeldt juist Bolsius’ vele verdiensten, ook verwijzend naar eerdere berichtgeving daarover in dezelfde kranten.

Pensioen in Voorburg

In het najaar van 1921 verkoopt Piet hun herenhuis in ‘s-Hertogenbosch en neemt ontslag als gasdirecteur. Hij weet dat zijn functie gaat vervallen door de aanstaande reorganisatie bij de gemeentelijke bedrijven van gas, water en elektriciteit. Piet behoudt nog wel voor enige tijd een adviserende rol. Van zijn personeel krijgt hij bij het afscheid een kostbaar schrijfbureau aangeboden. Piet en Lien verhuizen naar Voorburg. Een krantenbericht meldt erover: ‘Met den heer Bolsius, die hoffelijke vormen paarde aan grote kunde, verloor onze Bossche samenleving een karakter, dat men vooral in onze dagen zoo noode mist; een die belangstelt in zijn dagelijksche omgeving en zich in dienst stelt der omgeving’.

De laatste twaalf jaar van hun leven samen verblijven Piet en Lien in Voorburg. Ze blijven kerkelijk actief en Piet is nog enige tijd redacteur van ‘Het Gas’. In 1927 helpt Piet mee om de reünie van zijn vroegere HBS in ‘s-Hertogenbosch te organiseren. De tijd in Voorburg is ook de tijd waarin de kinderen van Piet Bolsius en Lien Bijvoet uitvliegen en een eigen leven beginnen. Hun ouders maken de eerste stappen daarvan nog mee. Frits wordt bouwkundig ingenieur, sticht een gezin en wordt directeur van Wederopbouw en Volkshuisvesting in de provincie Noord- Brabant, waarvoor hij onderscheiden zal worden als Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Willie trouwt en sticht een gezin met mr. A. Desertine. Hij begint als griffier bij een kantongerecht, maar werkt daarna langere tijd als rechter op Curaçao. Ze wonen op verschillende plekken in de Nederlandse Antillen, maar ook in Bussum. Mies woont langere tijd in Ginneken bij Breda, waar ze werkt als districtsinspectrice T.B.C.-bestrijding. Frans wordt technisch ingenieur en gaat werken als chef in een gasmeterfabriek. Johanna trouwt en sticht een gezin met mr. E. Hoctin Boes, die zich als notaris in Oss vestigt. Adriaan (Pete) emigreert naar de Verenigde Staten waar hij zich met zijn vrouw Nan vestigt in Santa Fe, New Mexico. Een tijd later voegt zijn jongere broer Karel (Charles) zich bij hen. Na een verblijf van enkele jaren in Santa Fe, kopen Pete, Nan en Charles gezamenlijk een gebouw en wat grond in de Old Fort Lowell Neighborhood, Tucson, Arizona, waar zij een soort kunstcentrum beginnen. Kunstenaar Charles, afgestudeerd aan de Academie voor beeldende kunst in Den Haag, wordt bekend om zijn schilderijen, tekeningen, meubels, deuren en houtsnijwerken. In 1934 overlijdt Piet Bolsius (75) in Voorburg. Bijzonder is dat hij wordt begraven in Gemert, waar weduwe Lien haar familie heeft. Dat wijst erop dat Piet en Lien zich altijd erg verbonden zijn blijven voelen met de Gemertse familietak en haar geboortegrond. De drukbezochte uitvaart is in de kerk van Sint-Jans Onthoofding. Deze wordt verzorgd door Pastoor L. Poell, samen met kapelaans J. Sanders en P. Ras.

De gemeentegasbedrijven van ‘s-Hertogenbosch en de Vereniging van Gasfabrikanten sturen afvaardigingen. Ook leden van de St.-Vincentiusvereniging zijn aanwezig. Een jaar later gaat Carolina (68) in Voorburg heen na een ziekbed, getuige haar bidprentje. Zij wordt bij haar echtgenoot bijgezet.

Noten: 1. Zie Gemerts Heem 2022-01 p. 31-35 over Liens ouders en haar broer Pieter. 2. Meer fam. Prinzen in Gemerts Heem 2020-4 p. 30-32, GH 2021-1 p. 18-20 en GH 2021-3 p. 21-25. 3. Brandstoffencommissies zagen erop toe dat huishoudens en bedrijven betaalden voor hun brandstof. Tussen 1917 en 1921 worden hun vermanende advertenties medeondertekend door secretaris P. Bolsius. 4. Londens instituut voor ingenieurs in gastechniek.

Geraadpleegde bronnen • Gemeentearchieven van Gemert-Bakel, ‘s-Hertogenbosch en Den Haag. • Een dertigtal uiteenlopende krantenberichten via delpher.nl. • Bossche Encyclopedie: ‘Gemeentelijke Gasfabriek’, ‘PNJ Bolsius’. • Wikipedia: ‘In Paradisum’, ‘Jan Pieter Mincklers’, ‘Charles Bolsius’. • RUG Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen ‘Nieuwe Katholieke Partij’: dnpp.nl/pp/nwkp. • The Old Fort Lowell Neighborhood & Artists Group: History: parentseyes.arizona.edu/node/634 & oflartists.wordpress. com/history/.

Het graf van Piet Bolsius en Lien Bijvoet. (Foto: Cas Jamin)

Bij het 700-jarig bestaan van ‘s-Hertogenbosch in 1885 loopt Piet Bolsius (26) mee met de historischallegorische optocht, verkleed als banierdrager van Sint-Lucas. (Foto: C.F Cordes, via Erfgoed ‘s-Hertogenbosch, objectnummer 0009141).

Groepsfoto uit 1904 van de families G.A. Bijvoet – W.A.M. Prinzen uit Gemert en P. Bolsius – C.M.W Bijvoet uit Den Bosch. Achterste rij v.l.n.r. Frits Bolsius, Piet Bolsius (directeur gasbedrijf Den Bosch), Joets Bijvoet, Medard Bijvoet, Agnes Bijvoet, Teun Bijvoet, Voorste rij v.l.n.r. Lien Bolsius-Bijvoet, Frans Bolsius, Adriaan Bolsius, Godefridus Bijvoet (brouwer), Mies Bolsius, Wilhelmina Bijvoet-Prinzen, Johanna Bolsius, Pieter Bijvoet (brouwer), Willie Bolsius. (Bron: Beeldbank Heemkundekring Gemert, objectnummer hkk00456).

Onthulling van het standbeeld van J.P. Minckelers op 10 juli 1904. (Bron: Beeldbank RHCL Maastricht, GAM, 11068).

Het bronzen standbeeld van Jan Pieter Minckelers, de uitvinder van de gasverlichting, op de Markt (Boschstraat) in Maastricht. De ‘eeuwig’ vlammende gasfakkel in zijn hand wordt sinds 2013 alleen voor enkele minuten na muntinworp ontstoken. Twee bronzen plaquettes op de sokkel tonen de onthulling van Minckelers’ uitvinding als een grafische voorstelling. Het standbeeld is vervaardigd door Bart van Hove i.s.m. Gieterij B. Vermeijs en dr. Pierre Cuypers. Sinds 1997 is het een rijksmonument met ID 506671. (Foto: Sergey Ashmarin, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons en Panoramio).

Voor tekst met PDF met afbeeldingen