Cox, Willem (1690 - 1753)

 Groot-pastoor te Luik

Willem Franciscus Cox werd te Gemert geboren in 1690 op het huis ‘Keizersbosch’. Hij was de jongste zoon van Johan Ambrosius Cox, schout van Gemert en Jonkvrouw Anna Catharina van Weddingen. Willem werd in Gemert gedoopt op 4 oktober 1690.

Hij bezocht de Latijnse School in Gemert en ging vervolgens studeren in Leuven. In 1710 was hij in Leuven lid van de ‘Meierijsche Artes–studentenclub’. Na zijn priesterwijding werd hij in januari 1715 novice-priester bij de Duitse Orde te Maastricht. Een jaar later, op 3 februari 1716, werd hij in de Commanderij De Nieuwe Biesen aldaar in de orde geprofest. Bij zijn professie kende hij Latijn, Nederlands, Frans en Duits. Hij bleef tot 1718 in het priesterconvent van het ordenshuis in Maastricht, waarna hij op 23 april 1718 werd aangesteld tot pastoor van Ordingen, waar een commanderij van de balije Alden Biesen was gevestigd. Hij bleef deze functie bekleden tot 1721. Ondertussen was Willem Cox in 1719 benoemd tot administrator en vrijwel onmiddellijk daaropvolgend tot president van het Duitsch ordens College te Leuven. In deze functie bleef hij tot 1726. Op 6 mei 1726 werd hij namelijk Groot-pastoor van de Sint Andreas- en Sint Gangulfuskerk in Luik. Hij kreeg hiermee als hoofd van de priesterleden van de Duitse Orde in de balije Alden Biesen zitting in het kapittel van de Landcommanderij. In die functie, in oneigenlijk gebruik wel aangeduid als commandeur van Luik, was hij de voornaamste raadsheer en vertrouweling van de landcommandeur. In Luik bezat hij verschillende beneficiën en hij was daarnaast ook kanunnik van het kathedraalkapittel.

Hij overleed op 23 februari 1753 te Luik, op 63-jarige leeftijd. Van zijn overlijden is een overlijdensprent bewaard gebleven. Zoals blijkt uit inventarislijsten van het College der Duitsche Orde te Leuven bestond er op het eind van de achttiende eeuw nog een geschilderd portret van hem dat in één der zalen van het college was opgehangen.

Bron:
Ad Otten, Commandeur van Luik, Biografie van Willem Cox (Gemert 1690 – Luik 1753), in Gemerts Heem, jrg. 34, 1992 nr. 1 pag. 4-7

Stamboomgegevens:
Joannes Ambrosius Cox. Dominus en Schout te Gemert.
Gehuwd op 25 september 1678, Gemert, met Anna Catharina van Weddinghen, begraven op 20 augustus 1707 te Gemert.

Hun kinderen:
1. Guilielmus Edmundus Joannes Cox, gedoopt op 25 juni 1679 te Gemert. Als meter treedt Maria, de weduwe van Willem Cox op. Zij is waarschijnlijk de moeder van Joannes Ambrosius Cox.

2. Adrianus Ambrosius Joannes Cox, gedoopt op 20 december1680 te Gemert. Studeert te Leuven in 1699.

3. Maria Agnes Joannes Cox, gedoopt op 24 januari 1684 te Gemert.

4. Maria Agnes Joannes Cox, gedoopt op 10 mei 1686 te Gemert en begraven op 10 april1723 te Gemert (Dorp), gehuwd met Theodorus Mons. Hun kinderen: Joannes Ambrosius Theodori Mons (1706); Anna Catharina Theodori Mons (1708); Arnoldus Leonardus Theodori Mons (1709); Henricus Theodori Mons (1710); Maria Theodori Mons (1712).

5. Henricus Joannes Cox, gedoopt op 15 augustus 1687 te Gemert. Studeert te Leuven in 1708. Reverendus Dominus en subdiaken.

6. Arnoldus Joannes Cox, gedoopt op 10 mei 1689 te Gemert.

7. Wilhelmus Franciscus Joannes Cox, gedoopt op 4 oktober 1690 te Gemert.

Overige bronnen:
Archief Commanderij Duitse Orde in Gemert, 1249 – 1795, inv. Nr. 272 akte 707 Akte van erfdeling, tussen Arnold G. Cox, rentmeester landcommanderij Oudenbiezen, als oom en voogd van 3 weeskinderen, Arnold, Hendrik en Willem, van Johan A. Cox en Anna C. van Weddinge / Adrianus A. Cox / Theodorus Mons, als echtgenoot van Maria A. Cox, waaruit blijkt dat 3 van de 5 loten belast zijn met Cortenbachse renten op het Ekeren Broek, gelijktijdige kopie, 1708.

De hier genoemde oom Arnoldus Leonardus Cox, was rentmeester van de Duitse Orde en Heer van Gillick en Eijgenbilsen. Hij trouwde te Gemert op 5 november 1711, met Petronella Theresia Otgens. Zij kregen één zoon in Gemert: Arnoldus Godefridus Arnoldus Cox, gedoopt op 29 oktober 1714 te Gemert.