Torrentinus, Laurentius (1499 - 1563)

boekhandelaar en drukker-uitgever

 

Laurentius Torrentinus werd omstreeks 1499 in Gemert geboren als Laurens van den Bleeck. Hij was de zoon van Lenart van den Bleeck en Luytje Michiels. Twee broers, beiden Goert geheten, en drie zusters vormden de overige gezinsleden. Op 14 juli 1543 is Laurens getrouwd met Nicolosia de Amicis, dochter van wijlen Sebastianus de Amicis uit Bologna. Het echtpaar kreeg drie kinderen: Virginia, Bartholomea en Leonardus. Tussen 1552 en 1557 is Nicolosia overleden. Torrentinus hertrouwde op 19 september 1558 met Lucretia Albertinelli, een weduwe uit Florence. Ze kregen twee zoontjes: Romolo en Bonaventura. Op 2 februari 1563 stierf Laurentius Torrentinus te Florence. 

Het echtpaar Lenart en Luytje van den Bleeck woonde aanvankelijk op hoeve ‘De Vogelsanck’ aan de Rips. Daar is Laurens ter wereld gekomen: aan ‘die Beke’. Hierin ligt de verklaring van zijn latere Latijnse naam Torrentinus: torrens is een Latijns woord voor ‘beek’. De familie Van den Bleeck behoorde tot de dorpselite. Laurens’ grootvader van moederskant en zijn jongste broer zijn beiden meer dan 25 jaar schepen van Gemert geweest, jarenlang zelfs president-schepen. Twee schoonbroers behoorden eveneens tot families die altijd schepenen leverden. 

Van Laurens’ leven tot 1532 is niets uit directe bron bekend. Gezien datgene wat hij later bereikt heeft, moet hij enkele jaren doorgebracht hebben op een Latijnse school – wellicht in ‘s-Hertogenbosch – en vele jaren werkervaring opgedaan hebben in verschillende grote drukkerijen en boekhandels in steden als Antwerpen, Bazel, Lyon en Venetië. Vanaf 1532-1533 vinden we hem onder de naam Laurentius Torrentinus in de Italiaanse universiteitsstad Bologna. Daar dreef hij een internationale boekhandel, samen met zijn jonge vriend Arnoldus Arlenius Peraxylus oftewel Arndt van Eyndhouts uit Aarle. Deze had zich via studies aan de universiteiten van Leuven, Parijs en Ferrara ontwikkeld tot specialist op het gebied van het klassieke Grieks. Hun winkel, bekend als ‘de boekhandel van de Duitser’, was gelegen in het centrum van de stad, bij de kapel van San Andrea delle Scuole. De twee vrienden importeerden uit Frankrijk en uit Duitstalig gebied boeken met Latijnse en Griekse teksten, zij verzonden boeken aan klanten in heel Italië en daarbuiten, zij handelden in manuscripten en bemiddelden tussen auteurs of eigenaars van handschriften enerzijds en drukkers en uitgevers anderzijds. De boekhandel had ook filialen in Florence, Venetië en Perugia. Het was kortom een bloeiend bedrijf.  

Cosimo de Medici, hertog van Toscane en machthebber van Florence, was in de jaren ’40 van de zestiende eeuw voortdurend op zoek naar wegen om zijn eigen internationale prestige en dat van de stad Florence te vergroten. Een voorname rol hierbij was weggelegd voor de uitgave in boekvorm van de Digesta: de codificatie van het Romeinse recht, op bevel van keizer Justinianus ondernomen en in het jaar 533 uitgevaardigd. Het beste handschrift daarvan bevond zich duizend jaar later in Florence. Juristen uit heel Europa zagen uit naar de publicatie op basis van dit Florentijnse manuscript: daarom wilde Cosimo dit kolossale werk in zijn eigen stad gedrukt hebben. Torrentinus’ vriend Arlenius was een van de mensen aan wie op het punt van de keuze van een drukker om advies werd gevraagd. Uiteindelijk koos men voor het oprichten van een hertogelijke drukkerij-uitgeverij in Florence. Het moest een excellente onderneming worden, die naast de Digesta vele andere nuttige boeken kon publiceren. 

Als drukker zocht men Laurentius Torrentinus aan. Een belangrijk punt van overweging was, dat Arlenius zelf medewerker van het nieuwe bedrijf zou worden. Torrentinus had met zijn boekhandel al bewezen een groot bedrijf te kunnen leiden. Hij beschikte tevens over een uitgebreid internationaal netwerk in de wereld van drukkers en uitgevers. Bovendien had hij schitterende lettertypen uitgezocht. Op 5 april 1547 sloot hij met vertegenwoordigers van hertog Cosimo een contract voor het in bedrijf stellen van een drukkerij-uitgeverij in Florence. Het contract gold voor twaalf jaar. Na afloop is het, met enkele wijzigingen, nog eens met vijf jaren verlengd. De overeenkomst legde aan Torrentinus verplichtingen op inzake kwaliteit en omvang van het drukkersmateriaal en kwaliteit van personeel en bedrijfsvoering. Met betrekking tot de boekhandel kwamen er afspraken over de breedte van het assortiment en het minimumaantal te importeren boeken. Hier stonden uitzonderlijke privileges tegenover: Torrentinus was de enige in het hertogdom die boeken mocht drukken, concurrerende uitgaven mochten niet geïmporteerd worden, hij was de enige die boeken uit Frankrijk en Duitsland mocht importeren en hij ontving jaarlijks een forse subsidie (bij de verlenging van het contract in 1560 gereduceerd tot huursubsidie). Zo verhuisde Torrentinus in 1547 naar Florence.  

In de ruim vijftien jaren van zijn werkzaamheden heeft de hertogelijk drukker circa 275 boeken geproduceerd, afgezien van teksten van wetten en officiële bekendmakingen. Op den duur beschikte de drukkerij over vijf drukpersen, zeventien lettertypen en vier series van initialen. Het bedrijf bood werk aan vijftien à twintig personen, nog afgezien van het personeel in de verschillende boekhandels. Van de ongeveer 275 boeken was ruim de helft in octavo-formaat, een derde in kwarto en zo’n dertien procent in folio. De verhouding Italiaans-Latijn is ongeveer tweederde-eenderde; er is slechts één Griekse tekst gedrukt. Publicatie van vertalingen van Latijnse en Griekse werken diende een dubbel doel: het bevorderen van nuttige kennis en ook de promotie van het Toscaanse dialect en de daarbij behorende spelling als de standaardtaal. In dit kader passen ook de boeken over de geschiedenis van Italië en over kunst en kunstgeschiedenis van auteurs als Giovio en Guicciardini, Alberti en Vasari. Daarnaast werden allerlei werken van hoogleraren van de universiteit in Pisa en van Florentijnse literatoren uitgegeven. De productie was groot, het niveau van de uitgaven was hoog, zowel wat de inhoud betreft als de vormgeving.  

Als drukker was Torrentinus perfectionist: hij gebruikte de mooiste lettertypen, wierf kundig personeel en wenste trots te kunnen zijn op zijn producten. Verscheidene personeelsleden bleven tien tot vijftien jaar in zijn dienst: dit wijst op goede arbeidsomstandigheden en redelijke salarissen. Met vakcollega’s kon hij goed overweg, zoals ook zijn verstandhouding met Cosimo en zijn ambtenaren altijd uitstekend is geweest. In de kring van in Florence neergestreken vreemdelingen uit het verre noorden was hij een gezien man. Naast opdrachtbrieven en voorwoorden in uitgaven van zijn uitgeverij, zijn er elf brieven van hem bewaard gebleven, in het Latijn en Italiaans: zeven gericht aan klanten van zijn boekhandel, twee aan Cosimo en drie aan ambtenaren van het hertogdom Florence.  

Helemaal vergeten kon Laurentius Torrentinus zijn geboorteland niet. Een paar keer kwam hij er op familiebezoek, hij bedacht zijn moeder en zijn broers in zijn testament en Arlenius was zijn grootste vriend. Enkele publicaties van de hertogelijke drukkerij hebben ook betrekking op de Lage Landen. Er is een boekje over de feestelijke intocht van keizer Karel V en zijn zoon Philips in Binche (Henegouwen) in 1549, onderdeel van de inhuldiging van Philips als heer der Nederlanden; twee stichtelijke gebedsboekjes van Erasmus, in het Italiaans vertaald; een Latijnse dichtbundel van Nicolaus Stopius uit Aalst, met een lofdicht op Johanna van Aragon, de moeder van Karel V; en de Latijnse en Italiaanse versie van de toespraak die Karel op 25 oktober 1555 tot de Staten-Generaal der Nederlanden in Brussel hield bij gelegenheid van zijn troonsafstand.  

Na vijftien jaar uitgeven, drukken en verkopen van vele boeken was men in Florence toch enigszins teleurgesteld: het had beter gekund, althans men had op meer gehoopt. De oorlog van Florence met Siena had de import en export van boeken bemoeilijkt. In Florence en Pisa bleek de markt voor boeken kleiner dan Torrentinus verwacht had, terwijl het contract een minimumaantal jaarlijks te importeren boeken voorschreef en daarmee ook een minimumbedrag aan invoerrechten. Vandaar dat Torrentinus in 1562 gretig de uitnodiging aanvaardde om met subsidie van de hertog van Savoye een drukkerij op te zetten in Mondovì, waar een universiteit werd gesticht. Twee drukpersen, matrijzen en andere materialen werden naar het noorden gebracht. Maar voordat het werk kon beginnen, stierf Laurentius Torrentinus op 2 februari 1563 in Florence. Zijn weduwe Lucretia heeft, bijgestaan door haar broers, de zaak in Florence nog enkele jaren draaiende weten te houden. In 1570 sloot het bedrijf zijn poorten. Het contract in Mondovì heeft Torrentinus’ oudste zoon, Leonardus, uitgediend samen met Arlenius; Leonardus was pas 15 jaar oud toen zijn vader overleed.  

Laurens van den Bleeck heeft bescheiden maar betekenisvolle steentjes bijgedragen aan het tweerichtingsverkeer van ideeën over de Alpen heen en aan de huidige positie van het Toscaans als algemeen Italiaans. 

Frans Slits

 Bronnen
• Gustavo Bertoli, ‘Contributo alla Biografia di Lorenzo Torrentino Stampatore Ducale a Firenze’, in: L. Borgia e.a., eds., Studi in onore di Arnaldo d’Addario 2, Lecce 1995, 657-664
• G.J. Hoogewerff, ‘Laurentius Torrentinus, boekdrukker en uitgever van den hertog van Toscane’, Het Boek 15 (1926), 273-288 en 369-381
• G.J. Hoogewerff, ‘Arnoldus Arlenius Peraxylus (Arnout van Eynthouts, van Aarle). Een Brabantsch Humanist’, Mededelingen van het Nederlands Instituut te Rome, 2e rij 1 (1931), 117-144
• Beat Rudolf Jenny, ‘Arlenius in Basel’, Basler Zeitschrift für Geschichte und Altertumskunde 63 (1964), 5-45
• Domenico Moreni, Annali della Tipografia Fiorentina di Lorenzo Torrentino Impressore Ducale. Edizione seconda, corretta, e aumentata, Firenze 1819 (eerste editie: Firenze 1811; herdruk Firenze 1989)
• Frans Slits, Laurentius Torrentinus. Drukker van Cosimo, hertog van Florence, Gemert 1995
• Belangrijke documenten met betrekking tot Laurentius Torrentinus bevinden zich in het Archivio di Stato te Bologna, in het Archivio di Stato te Firenze en in het Rijksarchief te ‘s-Hertogenbosch.

Dit artikel verscheen eerder in: P. Timmermans e.a. (red.), Brabantse biografieën. van bekende en onbekende Noordbrabanders. Deel 5 (Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening, Heeswijk 1999).