Gilden in Gemert-Bakel

 

De oudste verenigingen in Gemert-Bakel zijn de gilden. Het zijn verenigingen van burgers met een gezamenlijk doel: de bijzondere verering van een heilige, de bescherming van huis en haard of de bescherming van de beroepsgroep. Er zijn daarom drie soorten gilden: de altaarbroederschappen, de schuttersgilden en de ambachtsgilden. In de loop van de eeuwen zien we dat er ook mengvormen ontstaan. Er zijn broederschappen en ambachtsgilden die zich gaan oefenen in de wapens en schuttersgilden worden. Daarnaast zien we dat schuttersgilden ook een religieuze functie hebben en van oudsher een altaar in de kerk hebben. In Gemert-Bakel komen we drie schuttersgilden tegen: in Bakel het Sint-Willibrordusgilde en in Gemert het Sint-Jorisgilde (‘De Rooj’) en het Sint-Antonius en Sint-Sebastianus Gilde (‘De Gruun’). We hebben één broederschap: de Onze Lieve Vrouwe Broederschap in Gemert. Daarnaast is er één beroepsgilde: het Sint-Severusgilde. In het verleden waren er ook nog het Sint-Ambrosiusgilde in Gemert, eigenlijk een broederschap of beroepsgilde en drie schuttersgilden: het Sint-Hubertusgilde in Gemert (Koks), het Sint-Antoniusgilde in Milheeze en het Sint-Hubertusgilde in Bakel.

De Sint-Antoniuskapel in de Deel

De Sint-Joriskapel aan de Wijnboomlaan

Het Sint-Willibrordusgilde in Bakel, van oorsprong een kerkelijke broederschap, is volgens de overlevering opgericht in 1296 en vierde in 1921 het 625-jarig bestaan. De Onze Lieve Vrouwe Broederschap in Gemert is opgericht in de vijftiende eeuw en wordt voor de eerste keer genoemd in 1485. Het doel van de broederschap was van oudsher het onderhouden van de devotie tot Onze Lieve Vrouw, het beheer van het broederschapsaltaar in de kerk en het organiseren van twee processies: de sacramentsprocessie en de nog steeds bestaande processie van Gemert naar Handel. De beide Gemertse schuttersgilden zijn waarschijnlijk opgericht in de zestiende eeuw. De oudste vermeldingen zijn 1615 (De Gruun) en 1608 (De Rooj). Beide schuttersgilden beschikten van oudsher over een altaar in de Gemertse kerk. Het Sint-Jorisaltaar werd opgericht in 1516, het altaar van Sint-Antonius en Sint-Sebastianus vóór 1588. Het Sint-Antonius en Sint-Sebastianusgilde is sinds mensenheugenis eigenaar van de Sint-Antoniuskapel op de Deel, voor het eerst genoemd in 1564. Het Sint-Jorisgilde bouwde in 2014 aan de Wijnboomlaan ook een eigen kapel.
Tenslotte kende Gemert nog de Knolschut, die bestaan heeft in de periode 1883-1934 met een laatste optreden in 1982. Als persiflage op andere schuttersgilden droegen ze schijven van knollen in plaats van zilveren schilden op hun jas en de standaardruiter reed achterstevoren op een ezel.
Van het Sint-Antoniusgilde in Milheeze is een document uit de jaren 1790-1793 bewaard gebleven. Daaruit blijkt dat het gilde een kapitein, koning, vaandrig en dekens heeft. In 1809 bestaat het gilde nog. Het Sint-Hubertusgilde in Bakel is opgericht in 1888 door enkele oud-leden van het Sint-Willibrordusgilde. Het gilde is in 1935 opgeheven, maar enkele attributen zoals kapiteinsschilden, sjerpen, hoed en vaandel zijn bewaard gebleven. Het Sint-Hubertusgilde op Koks in Gemert is in 1849 opgericht als mussengilde en heeft bestaan tot circa 1976. In 1969 werd het 120-jarig bestaan gevierd. Beschermvrouwe was M.H.E.E. barones van Harinxma thoe Sloten-Scheidius. Het Sint-Ambrosiusgilde in Gemert werd in 1675 opgericht als kerkelijke broederschap van bijenhouders met voornamelijk religieuze en sociale verplichtingen. Het gilde is in 1973 opgeheven. Gelukkig zijn het rouwvaandel en het archief van het gilde bewaard gebleven in het gemeentearchief.
Het Sint-Severusgilde is een beroepsgilde van wevers en werd opgericht in 1888. Het bestaat uit een hoofdgezelschap en aangesloten gezelschappen. De oudste, Lorifas, werd opgericht in 1847.
De broederschappen en de gilden kennen van oudsher hun eigen reglementen. Vaak werden die statuten of ‘kaarten’ verleend en bevestigd door wereldlijke en kerkelijke overheden. Het Sint-Ambrosiusgilde kreeg zijn statuten in 1675 van de plaatselijke parochiegeestelijken. De statuten van de twee Gemertse gilden werden verleend door de landcommandeur en keer op keer herbevestigd bij de inhuldigingen van de nieuwe landcommandeurs als heer van Gemert. Van het Sint-Antonius en Sint-Sebastianusgilde is de oudste kaart bewaard gebleven uit 1699, van het Sint-Jorisgilde uit 1715. Dat geldt ook voor de Onze Lieve Vrouwe Broederschap. Het reglement van de broederschap werd opgesteld in 1745 en door de opeenvolgende heren van Gemert herbevestigd. In Bakel heeft het Sint-Willibrordusgilde in 1775 zelf een kaart of reglement opgesteld en in 1828 aangevuld. Het is niet door hogerhand bevestigd.