Geloof en Kerk

van kerstening naar secularisatie

Na de fusie in 2008 van de drie parochies in Gemert tot De 3-Eenheid Gemert-De Mortel kwam in 2013 een nieuwe fusie tot stand die geheel de gemeente Gemert-Bakel omvat. De nieuwe naam van parochie Sint-Willibrordus verwijst naar de betrokkenheid van de Ierse missionaris Willibrordus bij de kerkstichting, prediking en bediening van de sacramenten in oostelijk Noord-Brabant, dat behoorde tot het missiegebied van de bisschoppen van Maastricht-Luik. In 721 schonk Herelaef een op zijn eigengoed in Bakel gebouwd kerkje aan Willibrord, wat tevens duidt op diens aanwezigheid ter plaatse. De eigenkerk van Herelaef was toegewijd aan de heiligen Petrus en Paulus en Landobert (Lambertus), bisschop-martelaar van Maastricht-Luik. De eveneens voorgestelde naam van Petrus en Paulus als patroon van de nieuwe parochie sluit ook bij de geschiedenis aan.
In 1436/37 werd Gemert als zelfstandige parochie afgescheiden van de moederparochie Bakel. Tot de paus en de Duitsmeester – de op een na hoogste gezagsdrager binnen de Orde – toe werd de afscheiding goedgekeurd en bezegeld. De verering van de relikwie van het H. Kruis, in de eigenkerk van de heren Van Gemert, werd voortgezet in de nieuwe kerk die in 1455 gereedkwam, conceptueel met het Duitse-Ordekasteel verbonden.
In Handel, waar de Duitse Orde al omstreeks 1220 bezittingen had, stichtte zij een kapel toegewijd aan Maria, de patrones van de Orde, die tot bedevaartplaats uitgroeide. In latere tijden is de kapel meermalen verbouwd. De voltooiing van een kapel in de buurtschap De Mortel, onder patronaat van Sint-Antonius abt, begonnen in 1638, kwam na vele perikelen pas in 1689 gereed. Zij is in 1848 vervangen door een zogeheten Waterstaatskerk, een kerktype in verschillende neostijlen, gebouwd onder toezicht van het gelijknamige ministerie. In 1904 is de kerk vervangen door een grotere neogotische kerk, ontworpen door C. Franssen uit Roermond. De Gemertse Sint-Janskerk is in 1853-1854 flink uitgebreid en van een westtoren voorzien.

De Gemertse Sint-Janskerk werd in 1853/54 uitgebreid met een toren.

Na de Vrede van Munster in 1648 waren gedurende ruim 150 jaar de Brabantse kerken aan de katholieke eredienst onttrokken en in handen van de protestanten overgegaan. Voor Gemert duurde de protestantse overheersing van 1648 tot 1662, toen de Staten-Generaal wederrechtelijk de vrije neutrale heerlijkheid in bezit hadden genomen. De Gemertenaren kerkten toen in de grenskapel/schuurkerk op de Mutshoek bij Esdonk, in het vrije Land van Ravenstein.

De grootschalige ontginning van de Peel leidde tot de stichting van nieuwe dorpen die zowel bewoners van katholieke als protestantse gezindte trokken, die ieder hun eigen kerk bouwden. Met Kerstmis 1922 kon de voltooide kerk in De Rips in gebruik worden genomen, gebouwd in neobyzantijnse stijl, toegewijd aan Margaretha Maria Alacoque. De zielzorg lag in handen van de Congregatie der Priesters van het H. Hart uit Liesbosch bij Breda. In 1959 is zij overgegaan naar het Bossche bisdom. De kerk is in 1965 vervangen door een gebouw in moderne stijl, ontworpen door L.C. van der Zee. De Gemertse pastoor Poell zocht hen ook aan voor de bediening van de in november 1926 opgerichte parochie Van den Elsendorp, St. Jan de Evangelist. Als bedehuis diende een houten noodkerkje. De huidige stenen kerk, een schepping van architect H. Reuser uit Nijmegen, is 15 mei 1965 ingewijd en draagt evenals de parochie St. Christoffel als patroon. Kerk en parochie zijn nog steeds in handen van de paters van het H. Hart.

In de periode van de naoorlogse herleving van de Katholieke Kerk zijn nog twee kerkgebouwen in Gemert verrezen. In 1959 de Sint-Gerardus-Majellakerk, een ontwerp van Jan de Jong, volgens het plastisch getal, een vinding van de monnik-architect dom Hans van der Laan. Alle maten, lengte, hoogte, breedte, zijn volgens een meetkundige vergelijking aan elkaar gekoppeld. Met de verkleining van de kerk in 1986, gevolg van het teruglopend kerkbezoek, is dit concept geweld aangedaan.
In het uitbreidingsplan Molenbroek (1961) werd eind 1965 een derde parochie gesticht, onder patronaat van St.-Jozef. Na drie voorlopige onderkomens kon in december 1971 de kerkruimte worden ingezegend, onderdeel van het ontmoetingscentrum op het Poellplein, naar ontwerp van L. Bekkers uit Gemert. In 1998 is de kerk uit de bediening genomen en in 2003 gesloopt.

De St Jozef op het Poelplein in Gemert werd in 2003 gesloopt.

Hoewel de gemeente Gemert-Bakel bovendien als geen ander in de regio rijkelijk ‘gestoffeerd’ is met kleine religieuze monumenten als kapelletjes, kapelnisjes (keskes), wegkruisen, heiligenbeelden en H.-Hartbeelden, is ook hier het geleidelijk maar onmiskenbaar voortgaande proces van secularisatie, van afnemende godsdienstigheid en kerkelijke betrokkenheid zichtbaar. De noodzaak van fusie van parochies diende zich ook hier aan. Op 1 januari 1975 gingen de drie parochies in Gemert-dorp samen tot parochie Gemert-Kern; op 1 januari 2008 met De Mortel opgegaan in de parochie De 3-Eenheid Gemert-De Mortel, de parochie St.-Jozef was opgeheven. Bakel, Milheeze en De Rips vormden in 2009 de pastorale eenheid St.-Anna te Drieën. In 2013 sloot het fusieproces af met de vereniging van zeven kernen in de gemeente Gemert-Bakel.
Was in 1958 nog 75% van de bevolking kerkelijk, de verwachting is dat dit na 2020 dit minder dan 25% zal zijn. Dat wil nog niet zeggen dat de godsdienstigheid als zodanig in diezelfde mate afneemt. Godsdienst en kerk lijken evenwel van inspirerende levensbeschouwing meer en meer tot cultureel erfgoed te worden.