GH-2023-2-Graf van Marinus Thomans Verhoeven en Maria Christina van Westelaken

Voor opmaak met illustratie in pdf: klik hier

Cas Jamin

In Gemert-Bakel zijn oude grafmonumenten te vinden die de hedendaagse voorbijganger niet veel meer zeggen. Dit vormt de aanleiding om in de archieven op zoek te gaan naar die vroegere levens en tegelijkertijd de graven te beschrijven. Op het oude kerkhof van de kerk van Sint-Jans Onthoofding in Gemert is het graf te vinden van het echtpaar Marinus Thomas Verhoeven en Maria Christina van de Westelaken. In het vorige nummer ging het al over Maria en haar familie, van 1877 tot 1901 verbonden aan Hotel De Keizer in Gemert1.

In het midden van een stenen verhoging staat een graftombe. Deze wordt aan drie kanten omsloten door een afscheiding, bestaande uit stenen zuiltjes, met elkaar verbonden door horizontale koperen buizen. Aan de voorkant is de afscheiding opengelaten; daar bevindt zich een smalle stenen verhoging, bedoeld als knielbankje om te bidden. De tombe is opgebouwd uit een voet, een roef2 en een grafdeksel. Op het grafdeksel zijn, behalve de personalia van de overledenen, ook een Latijns kruis en palmtakken aangebracht3. De palmtak symboliseert de overwinning op de dood. De graftekst luidt: “Hier Rusten De Heer Marinus Thomas Verhoeven Oud Hoofd Der School Geb. Te Zeeland 13 sept. 1854 Overl. Te Gemert 21 Jan. 1937 Echtgenoot van Mevrouw Maria Christina v/d Westelaken Geb. Te St. M. Gestel 26 Dec. 1859 Overl. te Gemert 11 april 1949”.
Jeugd
Marinus Thomas Verhoeven wordt op 13 september 1854 geboren in het Brabantse dorp Zeeland. Zijn ouders krijgen vijf kinderen, van wie er drie sterven in hun eerste levensjaar. Marinus en zijn broer Johannes groeien samen in het gezin op. Beiden zijn jarig op 13 september, maar Johannes is een jaar ouder. Hun vader Marinus Verhoeven (1807-1868) is onderwijzer en komt uit Uden. Hun moeder Henrica van Uden (1816- 1896) komt uit Berlicum. Marinus en Johannes verliezen enkele dagen voor hun veertiende en vijftiende verjaardag hun vader, als die op 61-jarige leeftijd overlijdt. Ongeveer een jaar later verhuist hun moeder Henrica met zoon Johannes naar Uden. Marinus woont dan in Maastricht, waarschijnlijk voor zijn studie. Enkele jaren later, in 1873, komt hij terug naar huis en verhuist vervolgens met zijn moeder naar Erp. Zijn broer Johannes heeft het ouderlijk huis dan al verlaten om opgeleid te worden tot rooms-katholiek priester.
Onderwijzer
In 1874 wordt Marinus (20) aangenomen als onderwijzer aan de Openbare Lagere School in Handel4. Al snel concludeert hij dat het onderwijs is verwaarloosd door zijn voorganger. Pietjeprecies als hij is, spant hij zich in om de geconstateerde leerachterstand bij de kinderen in te halen. Aanvankelijk heeft het schooltje maar één lokaal met een aangrenzende onderwijzerswoning. Daar gaat Marinus na zijn aanstelling samen met zijn moeder wonen. In het schoollokaal zitten de jongens en de meisjes aan weerszijden gescheiden van elkaar en ze hebben een eigen speelkwartier. Meester Verhoeven houdt orde en heeft een natuurlijk overwicht. De kinderen gaan gewoonlijk naar de mis, voordat hun schooldag begint. Sommige schoolkinderen zijn te voet van huis af wel een uur onderweg. In de zomermaanden is er vooral onder de oudere leerlingen meer verzuim, omdat er thuis op het land gewerkt moet worden. In 1883 breekt voor meester Verhoeven en zijn moeder een verdrietige periode aan, als broer Johannes na een ziekbed overlijdt in Handel (7 september 1883), als jongeman van slechts 29. Hij is kort daarvoor nog werkzaam als assistentpriester in Teeffelen (bij Oss) en later in Leuth (bij Nijmegen)5.

Pas in 1892 wordt de school in Handel uitgebreid met een tweede lokaal. Vanaf dat moment krijgt hoofdonderwijzer Marinus Verhoeven, die jarenlang in zijn eentje verantwoordelijk is geweest voor het onderwijs in Handel, assistentie van hulponderwijzer Johannes H. Keijzers. Hij neemt de lessen aan de drie laagste klassen over in een eigen klaslokaal. Meester Verhoeven is dan al met zijn moeder naar Gemert verhuisd, waar zij in 1896 op 79-jarige leeftijd komt te overlijden6.
Verkering en huwelijk
Marinus woonde na het heengaan van zijn moeder enkele jaren alleen. Hij heeft volgens verhalen wel enkele scharrels met dames, maar niets serieus, tot hij verkering krijgt met Maria Christina van de Westelaken. Zij is samen met haar jongere zus Anna al vele jaren logementhouder van het goedlopende Hotel De Keizer in Gemert. De dames Van de Westelaken zijn bij velen in de gemeenschap gekend en geliefd.

Mede door het voorgenomen huwelijk van Maria met Marinus Verhoeven besluiten de zussen Van de Westelaken het hotel over te doen aan een nieuwe eigenaar. Er volgt een groot, zeer drukbezocht afscheidsfeest met een rijtoer, vuurwerk en het nodige ceremonieel. Op 24 oktober 1901 treden Maria Christina van de Westelaken (41 jr.) en Marinus Thomas Verhoeven (47 jr.) in Gemert in het huwelijk. Hij is dan nog altijd schoolhoofd in Handel. Maria’s broers Bertus en Henri zijn getuigen bij het huwelijk. Marinus vraagt twee collega-hoofdonderwijzers als getuigen: Hubert Herpers van de Komschool in Gemert en Jan Baptist Derks van de Mortelse school. Bij de kerkelijke huwelijksplechtigheid zijn alle Handelse schoolkinderen aanwezig7. De kinderen en hulponderwijzer Keijzers nemen daarnaast deel aan het begin van het huwelijksfeest in de Sociëteit van de familie Van Berckel in Gemert (nu ‘Dientje’; de familie Van Berckel is de schoonfamilie van Henri van de Westelaken, broer van Maria). De schoolkinderen zingen voor het echtpaar en bieden de pasgetrouwden een zilveren tafelbel aan. Op zijn beurt stelt meester Verhoeven de kinderen een feestje op school in het vooruitzicht. Na hun trouwen gaat Marinus samenwonen met zijn echtgenote Maria en met haar zus Anna. Het huwelijk blijft kinderloos.
Charitatieve en maatschappelijke functies
Maria en Anna zijn ieder op hun eigen wijze actief in maatschappelijk werk en liefdadigheid. Maria is betrokken bij vele katholieke instellingen8. Zo is zij jarenlang penningmeester van de St.-Elisabethsvereeniging. Deze vereniging verleent steun in natura aan de armen door het uitreiken van voedsel, kleding, beddengoed en huisbrandstof. Maria is ook lid van de Derde Orde van de Heilige Franciscus. Dat zijn evangelisch levende mannen en vrouwen, die geen kloostergelofte hebben afgelegd. Ze houden regelmatig samenkomsten om hun onderlinge verbondenheid te onderhouden. Maria treedt rond 1921 een tijd als waarnemend secretaresse van de Maria-vereeniging op, waarvoor zij het jaarverslag samenstelt9.
Anna is vanaf 1916 ruim vijfentwintig jaar voorzitter van de Maria-Vereeniging voor drankbestrijding en armenzorg10. Daarnaast is zij vanaf 1920 minstens tien jaar directeur van de eerste huishoudschool in Gemert, de R.K. Volkskook- en Huishoudschool11. Aan deze school, een initiatief van pastoor Poell, ontvangen jonge vrouwen voor slechts een kwartje in de week les in huishoudelijke vaardigheden, lezen, schrijven, rekenen en godsdienst. Daarnaast is Anna bestuurslid van de missienaaikring12. In deze kring vervaardigen en onderhouden de deelneemsters textiel voor gebruik in de kerk en in de missie, zoals misgewaden, superplies, altaarranden, communiebankdoeken, rouwgewaden, processievaantjes en missievlaggen. Ook voor de missiepost van pater Jan van de Westelaken maakt de kring af en toe textiele goederen, zoals een witte, zijden benedictievelum, met in het midden een medaillon met het Lam Gods, en twaalf kelkdoekjes.
Van 1921 tot 1924 is Anna ook bestuurslid van de Katholieke Sociale Actie in Gemert13. Die organiseert lezingen en probeert ook bij het gemeentebestuur zaken voor elkaar te krijgen, bijvoorbeeld het opnieuw instellen van een burgerwacht. In 1933 is zij betrokken bij de organisatie van de huisvlijt-tentoonstelling in Gemert14.

Een kleurrijke familie
Ook de broers en zussen van Maria en Anna van de Westelaken tonen zich op allerlei vlakken ondernemend en maatschappelijk betrokken. Regionale kranten doen hiervan regelmatig verslag, zoals De Zuid-Willemsvaart, de Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche Courant en het Eindhovensch Dagblad. Hun oudste broer Bertus15 (Gijsbertus Faustinus) van de Westelaken (1858-1925) begint zijn carrière als leerling-notarisklerk op kantoor bij notaris Van Kemenade in Gemert. Hij werkt daarna gedurende vierendertig jaar als notaris in Son en later ook in Woensel. Daarnaast vervult hij vele nevenfuncties. Hij is bijvoorbeeld 31 jaar Statenlid in Noord-Brabant, mede-oprichter van de A.N.W.B. (1883) en oprichter en president van de harmonie in Son.
Het is daarom niet verwonderlijk dat er met grote regelmaat berichten over Bertus in de regionale kranten verschijnen en dat hij vanuit zijn functie als notaris zelf adverteert over openbare verkopingen, openbare aanbestedingen en dergelijke. Bertus is gezien en geliefd in de regio, waardoor er niet alleen bericht wordt over zijn zakelijke en charitatieve activiteiten, maar ook over zijn persoonlijk leven. Zo schrijft de krant in 1903 over de tragische dood te Son van zijn 35-jarige echtgenote Maria Anna Koen in het kraambed bij de geboorte van hun tiende kind, waardoor Bertus achterblijft met zeven ‘nog zeer jeugdige kinderen’.
Anderhalf jaar later volgt het verheugender bericht van zijn hertrouwen met Maria Judoca (‘Doca’) Borghouts, met wie hij ook meerdere kinderen krijgt, zodat hij vader is van een groot gezin. Als Bertus deel uitmaakt van het organiserend comité voor de verkoop van ter beschikking gestelde schilderijen en antiquiteiten, ten bate van de ‘ongelukkig getroffenen door den hagelbui van 5 op 6 Augs.’ (1907), schrijft de krant dat de notaris bij deze hagelbui zelf ook niet buiten schot bleef: “Er was geen raam meer heel van zijn woning.”
Broer Piet (Petrus Wilhelmus) van de Westelaken (1859-1918) emigreert rond zijn dertigste naar de Verenigde Staten, waar zijn naam verandert in ‘Peter’. Hij trouwt met een vrouw van Duitse afkomst en ze krijgen een zoon. Niet bekend is hoe hij daar de kost verdient; wellicht met iets in de sfeer van handel of ondernemerschap.
Broer Jan (Johannes Henricus) van de Westelaken (1860-1927) werkt ruim 42 jaar als missionaris (Father John) in het district Guntar in Brits India16. Ondanks de grote afstand schrijven de regionale kranten met regelmaat over zijn activiteiten en lotgevallen. Bijvoorbeeld als hij tijdelijk naar Nederland overkomt en verblijft bij broer Bertus in Son of bij zussen Maria en Anna in Gemert, schrijft de krant: “Voor degenen die hem en zijn werk geldelijk willen steunen moge worden vermeld, dat hij thuis is bij zijn broer notaris van de Westelaken te Eindhoven, of bij de familie Verhoeven van de Westelaken in Gemert.” Als pater Jan ziek is, bericht de krant daarover en ook als hij hersteld weer aan het werk gaat.
Father Jan bouwt in zijn missiegebied in Brits India verschillende kerken, pastorieën en scholen en hij leert de bevolking weven (een erg Gemerts ambacht). Bij gelegenheid van zijn 40-jarig priesterjubileum schrijft pastoor Poell uit Gemert een artikel over pater Jan in De Zuid-Willemsvaart. Dat artikel wordt bij het overlijden van pater Jan in 1927 integraal overgenomen in dezelfde krant in een uitgebreid ‘In Memoriam’ met een foto van pater Jan. Daarin wordt ook aandacht besteed aan zijn imponerend uiterlijk: een rijzige gestalte met een lange, volle baard.
Broer Henri17 (Henricus Antonius) van de Westelaken (1863-1924) trouwt in 1889 met de eveneens uit Gemert afkomstige Johanna Elisabeth van Berckel, dochter van de uitbaters van Sociëteit De Kroon (nu ‘Dientje’). Ze stichten een groot gezin. Henri verdient de kost met uiteenlopende beroepen, zoals koopman, groothandelaar, logementhouder, bierbrouwer en zelfs schoenmaker, voordat ze in 1901 emigreren naar België en daar blijven wonen, evenals hun kinderen als die volwassen zijn. Alleen oudste dochter Anna Maria van de Westelaken (Zr. Vita) komt terug naar Nederland als zij in 1909 intreedt in klooster Nazareth te Oirschot. Van 1929 tot 1930 werkt zij korte tijd in het Gasthuis in Gemert.
Zus Paulina18 (Paulina Johanna) van de Westelaken (1867-1953) treedt als 19-jarige in het klooster Nazareth te Gemert in en wordt daar geprofest in 1887. Haar religieuze naam is Zr. Thaddea. Zij studeert Franse taal en geeft Franse les. Daarna verblijft zij in Vught in het liefdegesticht St.- Elisabeth. In 1933 viert zij haar 25-jarig jubileum als hoofd van de R.K. Bijzondere Meisjesschool voor Lager- en Mulo-onderwijs van de parochie St.-Petrus in Vught. Zij overlijdt in Gemert.
Zus Petronella van de Westelaken (1869-1940) kiest in navolging van haar zus Paulina ook voor een leven als religieuze. Op 4 juli 1908 luidt een bericht in De Zuid-Willemsvaart: “Gemert – Onze vroegere dorpsgenoote Mej. P. van de Westelaken, thans de Eerw. Zuster Marie Josephine van de Soeurs de Notre Dame de la Délivrance, zal na een 4-jarig verblijf in Frankrijk en Noord-Afrika a.s. maandag hare familie alhier voor ettelijke dagen komen bezoeken.” In januari 1941 meldt dezelfde krant, dat bij de familie te Gemert van Zuster M. Josephine recentelijk het bericht van haar overlijden is ontvangen. Zij overlijdt als Benedictines van het klooster te Jouarre, in de stad Alençon in Frankrijk.
Pensioen
Als Marinus 66 jaar is vraagt hij eervol ontslag aan19. Dat wordt hem door de gemeenteraad verleend met ingang van 1 januari 1921. Hij is dan 46 jaar hoofdonderwijzer geweest in Handel en wordt opgevolgd door Ad Kalkhoven. Marinus geeft na zijn pensionering nog af en toe les in Gemert, om er te helpen het lerarentekort op te vangen20.
Marinus woont al jaren met Maria en Anna in het witte herenhuis op de hoek van de Nieuwstraat (nu Brasserie Lekker Bijzonder) als hij daar na een ziekbed in 1937 op 82-jarige leeftijd overlijdt. Al in 1927 is het witte herenhuis, tijdens een grote verbouwing van het naastgelegen Gasthuis, vastgebouwd aan dat Gasthuis, zodat betalende pensiongasten hier door de zusters van het Gasthuis kunnen worden verzorgd21. Zodoende wordt Marinus door Maria en Anna, met hulp van de zusters van het Gasthuis, in zijn eigen huis verzorgd tijdens zijn ziekte. Weduwe Maria kan twaalf jaar later ook door haar zus Anna op die manier verzorgd worden in haar laatste dagen. Zij overlijdt in 1949 op 89-jarige leeftijd en wordt bij haar echtgenoot begraven.
Op 13 juni 1959 overlijdt Anna van de Westelaken, als laatste uit het gezin Van de Westelaken, na jarenlang verzorging vanuit het Gasthuis te hebben ontvangen. Zij wordt 94 jaar en wordt naast haar ouders begraven.

 

Noten:

  1. ‘Graven echtpaar Van de Westelaken-Smits en dochter Anna’, Gemerts Heem 2022 (4) p. 27-32.
    2. Een roef is een schuine draagconstructie onder een zerk waardoor deze aan de achterzijde hoger komt te liggen dan aan de voorzijde (bron www.dodenakkers.nl).
    3. ‘Christian cross variants’ via en.wikipedia.org; ‘Palmtak’ via www.dodenakkers.nl.
    4. Peter van den Elsen en Peter Lathouwers, ‘Busselke 4: Lager onderwijs in Handel 1722-1980′, HKK Gemert.
    5. Bidprentje R0850 HKK Gemert.
    6. GA Gemert BS Overl. AG.079.42.32
    7. Verslag huwelijksfeest in De Zuid-Willemsvaart d.d. 2-11-1901, sec. Ingezonden.
    8. De Zuid-Willemsvaart d.d. 25-11-1922, 05-12-1924 en 23-11-1929; Bidprentje 00949 HKK Gemert.
    9. De Zuid-Willemsvaart d.d. 25-01-1921.
    10. De Zuid-Willemsvaart d.d. 8-3-1916, 24-08-1928 en 9-6-1941.
    11. De Zuid-Willemsvaart d.d. 28-08-1930.
    12. De Zuid-Willemsvaart d.d. 05-04-1929 en 05-09-1925.
    13. Prov. N-Br. en ’s H.b. Courant d.d. 16-11-1921 en 11-01-1924.
    14. De Zuid-Willemsvaart d.d. 09-05-1925.
    15. De Zuid-Willemsvaart d.d. 09-09-1903 en 4-6-1921; Prov. N-Br. en ’s H.b. Courant d.d. 23-1-1902, 22-08-1907 en 02-11-1917; ED 11-11-1922.
    16. ‘IN MEMORIAM Father J. van de Westelaken †’, De Zuid-Willemsvaart d.d. 16-03-1927; De Zuid-Willemsvaart d.d. 13-09-1924; ED d.d. 24-09-1925 en 17-03-1927.
    17. Prov. N-Br. en ’s H.b. Courant sec. Advertentiën d.d 05-12-1892 en d.d. 02-01-1893; De Zuid-Willemsvaart d.d. 14-10-1899.
    18. Prov. N-Br. en ’s H.b. Courant d.d. 13-08-1896, 17-6-1933, 30-06-1933 en 26-02-1936.
    19. Anny van de Kimmenade-Beekmans, ‘De Handelse hoofdonderwijzer Ad Kalkhoven’, Gemerts Heem 2006 nr. 1.
    20. ‘Zilveren Huwelijksfeest’, De Zuid-Willemsvaart d.d. 23-10-1926 sec. Provinciaal Nieuws p. 3.
    21. Het witte herenhuis, ook wel ‘het oude notarishuis’ van notaris Sprengers (1917-1925), wordt omstreeks 1925 aangekocht door het R.K. Armbestuur, dat verantwoordelijk is voor het naastgelegen Gasthuis. In 1927 volgt een verbouwing waardoor het witte herenhuis aan het Gasthuis wordt vastgebouwd. De bewoners van het herenhuis (Marinus, Maria en Anna) zijn waarschijnlijk een soort betalende pensiongasten van het Gasthuis. Zeker is dat zij het huis niet in eigendom hadden, maar ze woonden er wel en kregen toen dat nodig was verzorging vanuit het Gasthuis. Bronnen HKK Gemert: fotobijschriften hkk03850 en hkk03782; bidprentjes van Marinus, Maria en Anna; Busselke 4 p. 26 en p. 38; Met zegel en stempel p. 61-63.

 

Het graf van Marinus Verhoeven en Maria van de Westelaken. (Foto Cas Jamin)
Portret van Marinus Verhoeven, zoals afgebeeld op zijn bidprentje. (Bron Bidprentjes HKK Gemert nr. 00693)
Schoolfoto Openbare Lagere School te Handel d.d. 10-6-1908. Links hoofdonderwijzer Marinus Verhoeven (54 jr.) en rechts hulponderwijzer Keijzers. (Bron Fotocollectie HKK Gemert nr. hkk05897)
Foto van een huishoudschool-klas d.d. 23-4-1934. School c.a. 1920 opgericht door pastoor Poell. Zittend links vooraan Anna van de Westelaken met daarnaast pastoor Poell. (Bron Fotocollectie HKK Gemert, hkk03281)
Links het witte herenhuis op de hoek van de Nieuwstraat, bewoond door de dames v.d. Westelaken. Daarnaast het St. Elisabethgasthuis. (Bron foto 24-9-1929, Herm. Waijers en Zn, Helmond, Fotocollectie HKK Gemert hkk03782)