GH-2023-1-De hoeve Ter Eijcken, van pacht naar erfpacht

 Voor opmaak met illustraties in pdf: klik hier

J a n T i m m e r s

In het vorige nummer van Gemerts Heem schreef Simon van Wetten over de rijke inhoud van een register dat zich bevindt in het archief van de Commissie van Breda.1 In dit register is een groot aantal oorkonden opgenomen, dat zich ook bevindt in het Commanderij Archief, maar ook een aantal waarvan geen origineel voorhanden is. Eén ervan betreft de hoeve Ter Eijcken en dat is het onderwerp van dit artikel.2

De oorkonde van 1391 We beginnen met een korte samenvatting in hedendaags Nederlands van die oorkonde van 23 april 1391: Frank van Hulsberch, commandeur van de Duitse Orde in Gemert, geeft de hoeve Ter Eijcken in Gemert in erfpacht aan Melis, zoon van wijlen Jan Maessoen van Gemert. De hoeve was eerder in pacht gegeven aan Ceel, zoon van Alant Timmerman en diens vrouw Hadewich. Ceel is nu overleden en de hoeve wordt niet gebruikt en is onbetimmerd. Zijn weduwe Hadewich woont er nog. Voor de erfpacht moet Melis jaarlijks betalen aan de Duitse Orde 4 mud rogge op Maria Lichtmis, 6ó mud haver op Allerheiligen; verder 2 vaten raapzaad, 12 el linnen laken en een cijns van 100 eieren, 8 jonge kippen en 6 maten boter, allemaal met Pinksteren te leveren. Op verzoek van de commandeur moet Melis de 4 mud rogge afleveren in een huis in ’s-Hertogenbosch. De andere goederen op het huis en de hoeve van de Duitse Orde in Gemert. Melis moet pas gaan betalen als Hadewich is verhuisd. Melis hoeft geen schattingen te betalen voor de hoeve Ter Eijcken, maar hij moet wel, net als de andere geburen van Gemert, diensten verrichten. Ook moet Melis op verzoek van de commandeur jaarlijks 8 voeder turf afleveren bij het huis van de Orde. Gegeven op 23 april 1391 in het bijzijn van commandeur Franck van Hulsberch zelf, maar ook Reinart van Husen, landcommandeur, en Lodewijk van Lemme, scheffener van de Balije Biessen, en ook nog ridder Orichies van Kessel en Lucas (van Beeck), de schout van Gemert, Melis Jan Maessoen van Gemert en Willem van Middelschot en tenslotte de klerk Dirk, secretaris van Maastricht en notaris.

Kopieerfouten

Deze oorkonde bevat een heleboel informatie, die niet alleen betrekking heeft op de hoeve Ter Eijcken. Op de eerste plaats is het belangrijk te weten dat het register waarin deze tekst is opgenomen een kopie is van een ouder register. We weten dat, omdat het hele register in één keer met hetzelfde handschrift is opgeschreven, terwijl uit de inhoud blijkt, dat aan het originele register regelmatig nieuwe gegevens werden toegevoegd. Dat originele register is verloren gegaan. Het bevatte de tekst van veel oude oorkonden, die zijn overgenomen van de originele oorkonden in het Commanderij archief. Die oorkonden in het originele register waren dus kopieën. Dat geldt ook voor de tekst hierboven. Dat is dus een kopie van een kopie. We zullen er rekening mee moeten houden dat bij het overschrijven (kopiëren) abusievelijk (lees- of schrijf)fouten zijn gemaakt. Zo schrijft de kopiïst dat de erfpacht van Ter Eijcken werd verleend aan Melis Weltken Jan Maessoen van Gemert. Uit andere bronnen weten we dat het moet gaan om Melis Jan Maessoen. De kopiïst had kennelijk moeite met het lezen van de term ‘wilner’. In de oorspronkelijke oorkonde, die niet bewaard is gebleven, moet gestaan hebben: Melis, wilner Jan Maessoen. We zouden nu zeggen: Melis, wijlen Jan Maessoen. Jan Maessoen, de vader van Melis, was kennelijk in 1391 al overleden. Het blijkt niet de enige fout te zijn van de kopiïst. In de oorkonde maakt hij van het woord ‘wilner’ twee keer ‘walner’. Ook daar heeft hij moeite met het oorspronkelijk handschrift. Een aantal malen wordt een ‘sande’ genoemd van 100 eieren en 8 hoender (onder meer). Het gaat hier duidelijk om een cijns. Waarschijnlijk stond in de oorspronkelijke oorkonde de term ‘sende’ of synde’. In de getuigenlijst noemt hij een ridder Orichies van Kessel. Een naam die elders in archiefstukken niet gevonden kon worden. Het gaat waarschijnlijk ook hier om een leesfout van de kopiïst. We kennen uit een oorkonde uit het Commanderij archief van 21 september 1395 wel een ridder Mathias van Kessel, samen met Lodewijk van Bonne, die dan beide tot het gevolg van Reinart van Husen behoren. Dat zal in 1391 ook het geval zijn geweest. Met de Lodewijk van Lemme is dan ook waarschijnlijk Lodewijk van Bonne bedoeld. In de getuigenlijst schrijft de kopiïst ook ‘Jan Maessoen voirsz.’, oftewel: de voornoemde Jan Maessoen. Eerder in de oorkonde komt deze Jan Maessoen van Gemert alleen voor als (over-

 

PAGINA TEKST ONTBREEKT

 

Hadewich woont er nog. Uit de cijnsregisters van de Heer van Helmond betreffende Bakel kunnen we concluderen dat Hadewich een dochter was van Jan Wolf van Grotel.6 Het echtpaar moet bij het overlijden van Ceel nog jonge kinderen hebben gehad. In de Helmondse schepenprotocollen komen diverse vermeldingen voor van Alart Marcelis van der Eijken, o.a. als schepen van Bakel in 1421 en 1423.7 Bovendien zien we naast Alart Celen soen van der Eijcken ook Maes Celen soen van der Eijcken en Marcelis Celen van der Eijcken. Ze danken hun familienaam aan het feit dat hun vader pachter was van de hoeve Ter Eijcken en daar ook woonde. Alart en Marcelis komen ook voor onder de naam Van Geneneijnde, omdat zij daar eigendommen in bezit hadden, maar ze hadden ook goederen in Lierop, Asten en Someren. De naam Alart wordt ook vaak geschreven als Alant en Alont. Alart, Marcelis en Maes zullen zonen zijn van Ceel Alant Timmermans, die in 1386 pachter werd van de hoeve Ter Eijcken. Gezien de Helmondse vermeldingen omstreeks 1415 zullen zij nog maar kort voor 1391 geboren zijn. Waarschijnlijk is Ceel Alant Timmermans in 1386, toen hij de hoeve Ter Eijcken pachtte, getrouwd met Hadewich en werden de kinderen geboren tussen 1386 en 1391. Ceel had overigens ook een broer Henrick Alant Timmermans, die daadwerkelijk timmerman was en een huis bouwde en bewoonde in Bakel aan de Neerstraat ter hoogte van Geneneind.8

Familie Van der Eijcken

Niet alleen de kinderen van Ceel Timmermans werden Van der Eijcken genoemd, dat gold ook voor Melis Jan Maessoen van Gemert. Dat is niet vreemd, want hij woonde er immers, maar opvallend genoeg komen ook zijn broers Thomas (Maes) en Ansem voor als Van der Eijcken. Thomas is de stamvader van een uitgebreide familie Van der Eijcken. Dat duidt er op dat vader Jan Maes van Gemert ook al op Ter Eijcken gewoond zal hebben. We weten van hem dat hij in 1383 overleed. Jan Maes van Gemert was tweemaal gehuwd. Het eerste huwelijk is met Yda, de dochter van Melis van Milheeze. Deze Melis was onder andere eigenaar van de hoeve Ter Tuynen in Milheeze en hij was ook schepen van Helmond. Na de dood van Yda huwde Jan met Hadewich. Gezien bovenstaande gegevens is het heel aannemelijk dat deze Hadewich identiek is aan Hadewich Wolf. De weduwe van Jan Maes van Gemert hertrouwde kennelijk met Ceel Alant Timmermans. Als extra aanwijzing daarvoor is een vermelding bij de verkoop van de hoeve Ter Tuynen in Milheeze in 1446 door onder meer de erfgenamen van Jan Maes van Gemert. Marcelis, de zoon van Ansem van der Eijcken wordt dan familie van hen genoemd.9

De hoeve Ter Eijcken wordt particulier bezit

De huidige buurtschap Tereijken is in de loop van de tijd ontstaan uit een enkele hoeve, de hoeve Ter Eijcken, die eigendom was van de Duitse Orde. Met de hoeve worden niet alleen de gebouwen bedoeld, maar tevens de bijbehorende grond. De orde gaf de hoeve steeds voor een aantal jaren in pacht aan een hoevenaar. Het oudst bekende pachtcontract is van 9 juni 1386. Ceel Alant Timmermans wordt dan de nieuwe pachter. In het bovenstaande is aannemelijk gemaakt dat kort daarvoor Jan Maessoen van Gemert ook al pachter was van de hoeve Ter Eijcken. Het was een omvangrijke hoeve, die op de oudste Gemertse kadasterkaart nog redelijk goed herkenbaar is. Wanneer de hoeve gesticht is, blijft vooralsnog onbekend. Het is aannemelijk dat het een ontginning is van de Duitse Orde. Aan het eind van de 14de eeuw gaat de Duitse Orde er toe over om een aantal hoeven die ze in bezit heeft, niet langer te verpachten, maar ze feitelijk te verkopen. Dat gebeurt ook met de hoeve Ter Eijcken, die in 1391 aan Melis Jan Maessoen van Gemert, alias van der Eijcken, in erfpacht wordt uitgegeven. Melis wordt daarmee eigenaar van de hoeve, echter er wordt niet direct een geldbedrag betaald, maar door de nieuwe eigenaar moet jaarlijks een bepaalde vergoeding worden gegeven: de erfpacht. In 1391 bestaat de erfpacht uit goederen in natura. In de samenvatting van de oorkonde uit 1391 is te lezen welke goederen elk jaar moesten worden geleverd, op welke dag en op welke plaats. Melis Jan Maessoen kan, als eigenaar, verder met de hoeve doen wat hij wil. Hij mag de hoeve verkopen, eventueel in delen, als de jaarlijkse erfpacht maar wordt voldaan. In de loop van de tijd is de hoeve opgesplitst in delen door bijvoorbeeld verkoop of door erfenis, waarbij ze wordt verdeeld onder erfgenamen. Tegelijkertijd wordt dan de erfpacht verdeeld. Elke deeleigenaar moet een deel van de erfpacht gaan leveren, zodat de Duitse Orde jaarlijks de gehele erfpacht blijft ontvangen. Bij opsplitsing van de hoeve Ter Eijcken hebben nieuwe eigenaars ook nieuwe boerderijen op hun deel bijgebouwd. Op den duur is daaruit de buurtschap Tereijken ontstaan. In 1832 stond er een cluster van vijf boerderijen. Daarna is het aantal nog verder gegroeid, vooral door nieuwe ontginningen langs de Snelleloop aan de zuidkant en de westkant van de oude hoeve. Door de toevoeging van meerdere ruimte-voor-ruimte woningen is de buurtschap de laatste jaren uit zijn jasje gegroeid.

 

Noten: 1. Simon van Wetten, Register van het Huis van Ghemert, Gemerts Heem 2022, nr. 4. Het artikel behandelt BHIC, archief Commissie van Breda, inventarisnr. 430. Grote delen ervan zijn getranscribeerd en te vinden op de website van de heemkundekring bij ‘bronnen’. 2. Het betreft de tekst van het register in noot 1 op de folio’s 19 verso t/m 21. De getranscribeerde tekst is te vinden op https://www.heemkundekringgemert.nl/1391-cvb430f19v/. 3. Bossche Protocollen R1198 f7. Regesten van de Bossche Protocollen met betrekking tot Gemert zijn te vinden op de website van de heemkundekring als Gemertse Bronnen deel 10a. 4. Ad Otten, Refugiehuis Gemert in ’s-Hertogenbosch, Gemerts Heem 2005, nr. 4. 5. KADO inventaris nr 658. Voor een transcriptie zie de website van de heemkundekring Gemertse Bronnen deel 12, oorkonde dd. 9-6-1386. 6. Cijnsboek Heer van Helmond 1406-1421. Pierre van de Meulenhof transcribeerde de oudste Helmondse cijnsregisters over Bakel en publiceerde die op de CD-ROM Bakelse Geschiedenis. 7. Deze en volgende gegevens over de families Van der Eijcken zijn verder uitgewerkt op: https://www.jantimmerscultuurhistorie. nl/middeleeuwse-families/nakomelingen-van-thomas-van-gemert-en-de-familie-van-der-eijken/. Veel gegevens zijn ook te vinden in de aantekeningen uit de Bossche Protocollen van Gemert en Bakel, te vinden op de website van de heemkundekring bij Gemertse Bronnen deel 10a en deel 10b. 8. https://www.jantimmerscultuurhistorie.nl/nederzettingen/historie-omgeving-neerstraat-8-in-bakel/. 9. Bossche Protocollen R1216 f96 dd 5-7-1446. 10. Zie voor de reconstructie: Jan Timmers, Het goed Nieuwenhuis op Milschot, Gemerts Heem 2009, nr. 3

 

De vermoedelijke omvang van de middeleeuwse hoeve Ter Eijcken, aangegeven als rode stippellijn op de kadasterkaart van 1832. De rode ster geeft de meest waarschijnlijke plaats aan van de oudste locatie. Dat is het erf van het huidige adres Tereijken 29.10

Gezicht op de plaats waar eens de gebouwen stonden van de middeleeuwse hoeve Ter Eijcken.

Fragment van het register van het Huis van Gemert, archief Commissie van Breda, folio 19v. Bovenaan de opsomming van de erfpachtinkomsten van de Duitse Orde en daaronder de aanhef van de oorkonde van 1391: “kopie uit een bezegelde brief van de hoeve ter Eijcken, de welke die partijen hebben’.

GH-2023-1-35-40-De-Hoeve-Ter-Eijcken-van-pacht-naar-erfpacht.pdf