GH 2009-03 Een papieren kruis op een kist

Marij van Pelt-Vos

Een tijdje geleden werd op de heemkamer door Wim Vos, geboren en getogen in de Pandelaar, een papieren kruis afgegeven. Het kruis werd in mei 2010 gevonden in de oude timmerwerkplaats van het aannemersbedrijf van de gebroeders Vos in de Pandelaar. De werkplaats is intussen afgebroken.

Van het kruis was niets bekend, behalve dat dit soort kruisen vroeger op het deksel van doodskisten werd bevestigd. Het kruis van 31 cm bij 17 cm breed is gemaakt van laagjes in een mal geperst papier. Het heeft een holle onderkant en bovenop is nog een versleten laagje zilververf te zien.

Begin jaren ‘30 van de vorige eeuw begon ons vader Willem Vos met zijn broers, die allemaal nog ongetrouwd waren en thuis woonden, een aannemersbedrijf. Opa en opoe Vos kochten grond achter in de Pandelaar en daar bouwden de gebroeders Vos hun eerste huis, met een timmerwerkplaats.

Behalve dat ze huizen bouwden en verbouwden maakten ze ook ander timmerwerk waaronder doodskisten. Een kist voor een overledene werd vroeger bij een timmerman besteld. Deze ging de overledene opmeten en er werd besproken van welk hout de kist gemaakt zou worden, of ze moest worden behandeld en wat voor kruis er op moest komen.

Onze vádder

Ik herinner me dat ons vader een keer zei dat ze nooit kisten ‘in vùrre’ maakten. Elke overledene werd opgemeten en de kist werd op maat gemaakt. Op een keer konden ze niet vooruit, het was oorlogstijd en het werk was schaars. Ze hadden nog wat hout liggen en ons vader en zijn broer Jacob waren het erover eens dat ze wel een kist konden maken en dat deden ze. ”En”, zei hij, ”in die keest is ónze vádder kòmme ligge.”

Het papieren kruis lag al een tijdje in de heemkamer en niemand wist er iets van tot Truus de Groof, vaste bezoekster van het archief, het zag. Zij herkende het meteen. Haar vader Frans Verreijken had vroeger een aannemersbedrijf in Milheeze en ook daar werden kisten gemaakt. Zij hadden een kast waarin een stapeltje van deze kruisen lag en Truus heeft er als kind wel eens mee gespeeld.

Spijkers met een afwerkdopje

Haar vader vulde zo’n papieren kruis aan de achterkant wat op voor het op het deksel van de kist werd bevestigd, zodat het goed in model bleef. Doodskisten werden gespijkerd. Bij Verreijken gebruikten ze speciale spijkers, waarvan de doorsnede er uitzag als een sterretje en die een mooi afwerkdopje hadden. Op de bodem van de kist werd een laag houtkrullen gelegd en daar overheen kwam dan een witte lap stof. Truus hoort haar vader nog zeggen: ”Truus zuukt ’s ífkes wa feeng krullekes.”

Ook Ria Hoevenaars-Vos herinnert zich goed dat er in het werkhuis in de Pandelaar kisten werden gemaakt, onder andere ook voor het gasthuis. Voor zover zij weet waren ze allemaal van vurenhout en ongelakt, terwijl Truus nog weet dat er ook kisten gebeitst en gelakt werden. Allebei hebben ze in de jaren ‘50 wel eens meegeholpen met het bekleden van kisten. De opstaande zijkanten werden van binnen bedekt met een strook wit papier die van een rol kwam en bedrukt was met bloemmotieven in reliëf, of die geplisseerd was. Aan de bovenkant werd de bekleding met een dubbel sierrandje afgewerkt. Als de kist klaar was werd die met de handwagen bij het sterfhuis afgeleverd, waar de timmerman dan dikwijls meehielp om de overledene in de kist te leggen. Simon Hoevenaars was boer in het gasthuis en in de tijd dat hij daar werkte, heeft hij veel mensen mee gekist. Papieren kruisen werden bevestigd op eenvoudige doodskisten. Weet iemand vanaf wanneer de papieren kruisen in gebruik waren en waar ze werden gemaakt?

Met dank aan Truus de Groof-Verreijken en Martien en Ria Hoevenaars-Vos

2019-03-Een-papieren-kruis-op-een-kist.pdf