GH-2017-04 This one is for Ann

Hein van Dooren

De herinneringen van Handelnaren die de Tweede Wereldoorlog bewust meemaakten, zijn van anekdotisch kaliber. Ze verstrekken geen precieze gegevens over de Amerikanen die in Handel ingekwartierd lagen, maar geven wel enig inzicht in de relatie van de bevrijde bevolking met de militairen. Dat de taal een grote barrière vormde, mag helder zijn. Een enkele uitzondering daargelaten sprak niemand in Handel Engels. In de boerderij van de ouders van Anneke van Eldonk-Selten (94) was het voor en tijdens de oorlog een komen en gaan van militairen. Tijdens de mobilisatie lagen er Nederlandse soldaten ingekwartierd en tijdens de oorlog Duitsers, een Tilburgse onderduiker, Engelsen en zwarte Amerikanen. “Die kwamen toen wij al bevrijd waren”, vertelt zij. “Ik weet nog dat mijn vader een brief naar de Belasting in Helmond moest brengen, maar hij had natuurlijk geen vervoer. Ik ben toen samen met mijn nichtje in een Jeep met een zwarte man achter het stuur naar Helmond gereden. Het waren leuke mannen die al een poosje bij ons waren. Het zal voor anderen een beetje vreemd geleken hebben, wij in zo’n Jeep met een zwarte man, maar voor ons waren het bekenden. Er zou ons niks gebeuren.” Paula Bouw (84) dochter van kastelein Adrianus Bouw was aan het eind van de oorlog dertien jaar. Zij zegt zich weinig te kunnen herinneren. “Ik weet dat de soldaten in aparte kamers boven het café sliepen. Ze kwamen ook in het café, maar daar weet ik weinig van omdat ik daar niet mocht komen. Twee dingen weet ik nog wel omdat die nogal apart waren. Die zwarte soldaten reden in grote vrachtwagens heel hard door de straat en gooiden dan het stuur om waardoor ze dwars op de weg kwamen te staan. Een soldaat was gek op ons Anneke, maar die wilde daar niks van weten. Hij is toen vanuit het café naar buiten gegaan en loste een schot met zijn pistool. ‘This one is for Ann’, zou hij gezegd hebben.”

Haar broer Ad Bouw was aan het eind van de oorlog zeven jaar. Hij vertelt dat hij verschillende keren samen met zijn broer Jo warm heeft gegeten bij de militairen die in de school lagen ingekwartierd. “Als we er om vroegen kregen we ook chocolade en sinaasappels. Die had ik in die tijd nog nooit gezien.”

Wim van de Vossenberg (84) bewaart nog een foto waar drie Amerikanen op staan samen met zijn familieleden en bekenden. “Ik weet hun voornamen nog: Lenn, Douglas en Dave. Aan het einde van de middag zo rond vijf uur liep ik regelmatig met een vriendje naar de hoek Grindweg/Peeldijk en wachtten wij de Amerikanen op die daar met hun GMC’s voorbij kwamen. Ik denk dat ze van het front kwamen. Lenn, Douglas of Dave stopte en wij klommen dan in de GMC. De voorruit werd plat gelegd zodat wij met betraande ogen thuiskwamen.”

“Die GMC’s stonden bumper aan bumper geparkeerd aan de Haveltweg, toen nog een zandpad. Ik schat dat het er toch wel zeker een stuk of dertig waren. Wat ze vervoerden weet ik niet. Wel kan ik me herinneren dat er op de Keizersberg in Elsendorp munitie lag opgeslagen. Ook weet ik nog dat tijdens een ritje met de Amerikanen de laadbak omhoog schoot en er jerrycans over de weg rolden.”

“De Amerikanen liepen ook wacht. Op een avond schrokken ze zo van onze hond Wodan dat ze hem kapotschoten. Mevrouw Moerbeek, die vlak bij ons woonde, is toen nog naar de Amerikanen gegaan om er beklag over te doen. Dat is mij tenminste verteld. Zij was een van de weinigen in Handel die Engels sprak.”

GH-2017-04-This-one-is-for-Ann.pdf