GH-2017-04 Gemert Weet – Geheimschrift

Peter van den Elsen

Én, als heemkundige ook meegedaan aan Gemert Weet? Zo ja, dan heb je je zeker mogen buigen over ‘Het Geheimschrift’ (categorie 12 vraag 4), het eerste filmpje uit de reeks mysteries verteld door Ad Otten. Het geheimschrift handelt over de ‘titulus crucis’ ofwel het kruisopschrift op het altaarstuk van het Esdonks kapelleke.

Het Esdonkse kruisopschrift is op zijn ‘Rubens’ geschilderd, dat wil zeggen, in spiegelschrift op perkament en bevestigd met twee spijkers. Soms wordt het opschrift op een bord geschilderd als verwijzing naar de relikwie die in Santa Croce, een kerk in Rome, wordt bewaard. De universiteit van Rome heeft het bord in 2002 met een koolstoftest onderzocht en daaruit blijkt dat het hout uit circa het jaar 1000 dateert. Het is dus een vervalsing.

Ik heb het mysterie nog eens extra goed beluisterd en door de vraagstelling ben ik op een onjuistheid gestoten. Ad verspreekt zich en heeft het aanvankelijk over het opschrift in het Latijn, Grieks en Arabisch. Later corrigeert hij zich en spreekt dan over Aramees in plaats van Arabisch. In Gemerts Heem 1999 nummer 4 heeft Ad Otten over het kruisopschrift geschreven en daarin noemt hij als derde taal Hebreeuws of Aramees. Voor de vraagstelling bij ‘Gemert Weet’ is het filmpje bepalend, maar wat is nu de derde taal? Arabisch, Aramees of Hebreeuws?

Het is met zekerheid geen Arabisch, want deze taal stamt uit de achtste eeuw. Over het kruisopschrift zijn hele boeken volgeschreven en steevast wordt daarin Hebreeuws als derde taal genoemd. Bovendien wordt in het evangelie van Johannes, de enige evangelist die spreekt over drie talen, als derde taal Hebreeuws genoemd. Hij kan het weten, want in het evangelie staat dat hij onder het kruis heeft gestaan, zoals op het altaarstuk is te zien (links Maria, de moeder van Jezus en rechts Johannes, discipel en evangelist). Ik ben geen enkele bron tegengekomen die als derde taal Aramees vermeldt. Zeker is wel dat Jezus Aramees heeft gesproken, maar ook Hebreeuws en waarschijnlijk ook Grieks, in die tijd de gangbare internationale taal. Het Aramees is intussen bijna verdwenen, maar is ooit de meest dominante taal geweest vanaf de Middellandse zee tot aan India.

Het kruisopschrift is bedoeld als ‘spotschrift’ of ‘schandschrift’ dat tevens verwijst naar de reden waarom Jezus is gekruisigd: Iezus Nazarinus Rex Iudeorum (INRI). De tekst moet worden gelezen van rechts naar links en van onder naar boven. De belangrijkste taal staat onderaan (Latijn, de taal van de Romeinse overheerser), vervolgens Grieks en als laatste Hebreeuws. De Hebreeuwse vertaling van ‘Jezus van Nazareth, Koning van Het kruisopschrift in het Esdonks kapelleke in spiegelschrift. de Joden’ is namelijk Jeshua haNozri weMelech haJehudim. Nemen we van deze woorden steeds de eerste letter, dan staat er: JHWH, de Hebreeuwse naam van God. Deze dubbele aanklacht heeft tot de kruisdood geleid. Jezus noemt zich in de ogen van de Romeinse overheersers ten onrechte koning en in de ogen van de Joodse schriftgeleerden ten onrechte God.

P.S. Mijn vrouw, Claartje Krol, heeft de video beluisterd en alle vragen goed beantwoord. Bij 12.4.D heeft zij Arabisch en bij 12.4.G Aramees ingevuld. Ik heb dit echter foutief laten corrigeren in Hebreeuws en Gímmers. Curieus is het dat Ad Otten voor zijn team bij beide vragen ook foutieve antwoorden heeft gegeven: Aramees en Gímmers!

GH-2017-04-Gemert-Weet-Geheimschrift.pdf