GH-2017-01 Tussen herberg en hoogmis – een recensie

Ad Otten

Drie jaar geleden presenteerde Simon van Wetten een bundel van zeven kostelijke tesbuukskes onder de titel ‘Tussen hoogmis en herberg’. In december j.l. bracht hij ‘Tussen herberg en hoogmis’ uit. De cirkel is rond. In totaal bijna duizend waargebeurde verhalen van eeuwen her, maar dan opnieuw naverteld aan de hand van authentieke archiefbronnen. De tweede uitgave is in een andere vorm gegoten. Geen bundel tesbuukskes, maar een lijvig en toch handzaam boekwerk van maar liefst 276 bladzijden gevat in een soepele uit 1675 daterende omslagprent van de omgrachte hoofdburcht van ‘ons’ kasteel. Het centrum van de macht in Gemert. Vierhonderdvijfentwintig verhalende gebeurtenissen, die hebben plaatsgevonden tussen 1220 en 1814. Tijdsbeelden: allemaal met een treffende ‘kop’ van het gebeurde en een jaartal. En mocht je het ongeloofwaardig vinden: achterin bevindt zich een duidelijk register met een directe verwijzing naar een authentieke bron, te raadplegen in archief en/of heemkamer.
Even proeven van de inhoud: ‘1753 Vlees uit de gevangenis’. Waar mag dat over gaan? ‘Vlees’ blijkt de bijnaam van Thijs Roijackers, veekoopman uit Gemert die in Deurne in de gevangenis terechtkwam nadat hij daar een hond die hem in een herberg aanviel, met een mes heeft doodgestoken. Zijn vrienden uit Gemert gaan naar Deurne, drinken zich in Bakel moed in, en weten Thijs uit de gevangenis te bevrijden. ‘Onze’ koopman ‘Vlees’ heeft zich daarna voor zijn handel wijselijk nooit meer in Deurne laten zien…
En wat gaat er schuil achter‘1754 Kleren maken de man’? Gemeentesecretaris Godefroij Cox is gestorven en zijn weduwe blijkt maar moeilijk afstand te kunnen doen van de kleding in de ‘kleerkasten’ van haar man, die per testament aan een familielid zijn toegewezen. Het is ook niet niks wat wijlen ‘de sik’ allemaal thuis in de kast heeft hangen. Een hele lijst waaronder maar liefst achtendertig stropdassen, zeven gestreepte en zeven flanellen borstrokjes, zijden kousen, hoeden met gouden galons, enz. enz. Meester Arnold Cox, een hoog in aanzien staand familielid, nota bene rentmeester van de prins van Oranje in Diest, bemiddelt in de kwestie en weet de weduwe te overreden toch maar afstand te doen van de stropdassen en de hele reutemeteut.
Nog eentje: in het verhaal ‘1696 tegen overspel en bordeel houden’ wordt een regel geciteerd die zegt “als een vrij manspersoon andermans wijf beslaapt, zo zal hij voor de eerste reis 50 goudgulden en 14 dagen op water en brood gecondemneerd worden”. Bij de tweede ‘reis’ loopt dat op naar “100 goudgulden en 10 jaar verbanning uit Gemert…”.
Het boek heeft zo nog 422 verhalen meer. ‘Tussen herberg en hoogmis’ biedt evenzovele inkijkjes in het leven van alle dag met de normen en waarden van toen, hoe de overheid optrad bij overtreding, en het biedt menige verrassing, en niet in de laatste plaats wat betreft het taal- en woordgebruik. Uiteraard wordt je ook geïnformeerd – al meteen in het eerste verhaal met ‘1220 status aparte’ – over het van oudsher onafhankelijke Gemert met eigen wetten, eigen regels, eigen gerecht, en met ook buitenlandse betrekkingen….

 

GH-2017-01-Tussen-herberg-en-hoogmis-een-recensie.pdf