GH-2017-01 Café’s van Doruske de Vries

Ad Otten

De monumentale boerderij Keizersbosch krijgt op korte termijn een geheel nieuwe bestemming. In ons tijdschrift is al eens aandacht besteed aan de geschiedenis van dit pand vanaf 1500 en over de vraag waar de naam eigenlijk vandaan komt.1 Vanaf het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft het pand een horecabestemming maar wist u dat Keizersbosch vóór 1900, toen het nog het eerste pand was bij binnenkomst van de bebouwde kom van Gemert vanuit Bakel en De Mortel, ook toen al een horecafunctie had en ook een stal met paarden en koetsen? Uitbater en stalhouder was indertijd Doruske de Vries. En van deze uitbater, die Keizersbosch moet hebben gehuurd, valt een bijzonder verhaal te vertellen. In 1898 werd hij gearresteerd omdat hij opkwam voor een caféklant die was opgepakt en geverbaliseerd voor openbare dronkenschap. Herbergier Doruske zou meineed hebben gepleegd. Zes maanden lang haalt de zaak van “Th. de V. uit Gemert” de krantenkolom van het Provinciale Nieuws in “De Meierijsche Courant” met uiteindelijk vrijspraak wegens gebrek aan bewijs. En dan… is het feest in Gemert! Hieronder volgen na een korte inleiding de elkaar opvolgende krantenknipsels met de genoemde verrassende uitkomst. Het is ook een tijdsbeeld.

Toen Justitie uitgleed ging in Gemert de vlag uit!
Het is allemaal niet eens zo lang geleden, maar we zijn het bijna vergeten: er is een tijd geweest dat in bepaalde kringen (vooral boven de rivieren) de benaming ‘Brabander’ gold als een scheldnaam. Als een synoniem ook voor ‘onbetrouwbaar en leugenachtig’. Het was de tijd waarin de rechterlijke macht in Zuid-Nederland voor een belangrijk deel nog werd gerecruteerd uit het protestantse Noorden van Nederland. En het was die rechterlijke macht die zich bijwijlen ernstig gekoeioneerd voelde door de Brabantse bevolking. En tegen het eind van de negentiende eeuw was die ‘macht’ het zogezegd ‘zat’. Het gemak waarmee de katholieke andersdenkende zuiderling naar hun vaste overtuiging voor de rechtbank met regelmaat meineed pleegde, dat moest maar eens flink bestraft worden. Er moest een voorbeeld worden gesteld. In 1898-1899 werd van dat rechterlijke voornemen een Gemertenaar bijna het slachtoffer. Het betrof Theodorus de Vries van beroep landbouwer, koetsier en herbergier op ‘Keizersbosch’ aan de Oudestraat in Gemert. Overgrootvader van de auteur van dit artikel.

Hieronder het uit krantenknipsels van de Meierijsche Courant samengestelde gebeurde van arrestatie en insluiting van ‘Th. de V. uit Gemert’ van begin december 1898 tot en met het dorpsfeest eind mei 1899 na diens vrijspraak:

UIT: Meierijsche Courant 2 december 1898
Gemert Th. De V. oud 52 jaren, herbergier en stalhouder wonende alhier, te Roermond gedetineerd, beklaagd ter zake dat hij op 4 augustus j.l. in eene voor het kantongerecht Helmond dienende strafzaak tegen J. de Louw beklaagd van openbare dronkenschap, een valsche verklaring onder eede heeft afgelegd in welke zaak hij als getuige à décharge was gedagvaard, stond gisteren terecht voor de Roermondse rechtbank. Zes getuigen werden in deze zaak gedagvaard. Wegens niet verschijnen van een getuige wegens ziekte werd de zaak geschorst en bepaald dat deze zal worden hervat op 18 januari 1899, met bevel dat de beklaagde zal worden in vrijheid gesteld. Aan welk bevel is voldaan.

UIT: Meierijsche Courant 25.2.1899
Gemert De rechtbank te Roermond deed uitspraak in de zaak van Th. De V. wonende te Gemert, beklaagd van meineed in een strafzaak en veroordeelde hem tot eene gevangenisstraf van 2 jaar.

UIT: Meierijsche Courant 20.5.1899
Gemert. 16 mei. Bij de voortzetting der behandeling van de strafzaak tegen T. de Vr., landbouwer, stalhouder en herbergier te Gemert voor het gerechtshof bleef de beklaagde zijn onschuld volhouden. De advocaat-generaal mr. J. Castendijk meende evenwel dat het vonnis dat door de rechtbank te Roermond tegen den beklaagde geveld werd, met juistheid was gewezen en requireerde daarom bevestiging daarvan. De verdediger van den beklaagde mr. J.H. Tasset advocaat te Roermond, pleitte dat de beklaagde onschuldig is aan hetgeen hem is ten laste gelegd en concludeerde alzoo tot vrijspraak. Het hof bepaalde de uitspraak in deze zaak op a.s. woensdag.

UIT: Meierijsche Courant 31.5.1899
Gemert. Het dorp vierde feest, en waarom? Eén der geachtste ingezetenen was na een langdurig onderzoek door het hof te ’s-Hertogenbosch aan een onterend feit onschuldig verklaard en nu spoedden zich honderden ingezetenen naar de woning van den heer de V. om hem geluk te wenschen. Van de meeste woningen wapperde de nationale driekleur en door de harmonie werd een serenade gebracht.

Epiloog?
Dorus de Vries moet er als herbergier wel bij hebben gevaren… Hij kreeg nog meer klandizie. Op Keizersbosch zat hij als huurder. Maar in 1906 bouwt hij even verderop een groot nieuw ‘Café De Vries’ bij het Mariakeske, daar waar de Oudestraat overgaat in Binderseind. Het is het huidige Axis, welk pand op korte termijn ook al een geheel nieuwe bestemming naderbij ziet komen….

Van Keizersbosch naar Café De Vries, het latere Axis
Theodorus (Dorus) de Vries geboren 21.12.1845 te Aarle-Rixtel vestigde zich na zijn huwelijk in 1872 in Gemert. Aanvankelijk als landbouwer in de Kapelaanstraat op de door een brand kort voor de oorlog geheel verwoeste boerderij, die na wederopbouw nu de huisnummers draagt .
In 1878, kort na de bevalling van het zevende kind, overlijdt zijn echtgenote Maria Jacoba Raijmakers. Een jaar later hertrouwt Dorus met de Gemertse aannemersdochter Anna Verhuijzen en zij samen krijgen er nog vier kinderen bij. Het grote gezin verhuist na verloop van tijd naar Keizersbosch aan de Oudestraat. Naast het landbouwbedrijf exploiteert Dorus (als huurder) daar tot omstreeks 1906/1907 ook een herberg en een koetsenhouderij. De zonen van Dorus starten hier ook ‘Aannemerij Gebrs. De Vries’, die in 1906 het pand bouwt dat we nu (nog) kennen als Axis aan het Binderseind. Alles wijst er op dat de zonen van Dorus in de voetsporen zijn getreden van aannemer en opa Verhuijzen uit Gemert. De aannemerij van de gebroeders bouwt in 1908 behalve de hoog oprijzende Gasthuiskapel in de Nieuwstraat, meteen daarop ook het grote herenhuis Corstens tegenover de kerk (Kerkstraat 1). Het lijkt gerechtvaardigd om hieruit te concluderen dat de Aannemerij van de zonen van herbergier/landbouwer Doruske de Vries in een relatief kort tijdsbestek al concurreren met de twee grote aannemers van het dorp te weten Aannemerij Van Eupen en Bouwbedrijf Hendriks. Een aantal jaren later verhuist Aannemerij Gebr. De Vries naar Nuenen. Maar het door hen aan het Binderseind in 1906/1907 gebouwde Café De Vries met een stalhouderij en koetshuis (zegmaar hét taxibedrijf van die tijd) blijft bestaan en is lange tijd een der drukst beklante cafés van Gemert met pal voor de deur ook een vlaghalteplaats voor de tram. Dat wil zeggen dat de tram daar alleen stopte bij een uitgehangen rode vlag. Het keske op het Stereind is daartoe ‘uitgerust’ met twee ‘spiegelogen’ (een groot en een klein) waarin een taps toelopende vlaggestok kon worden gestoken, die de caféhouder in bewaring heeft. Café De Vries is danwel geen vaste halte zoals De Keizer maar beschikt desalniettemin toch over een bijzondere voorziening voor caféklanten. Uiteraard stopt de tram hier ook op verzoek van een trampassagier. En Doruske had zijn vlag altijd paraat. Er waren vaste klanten die Dorusse ‘etablissement’ al steevast als Café De Rode Vlag betitelden, al moet opa Doruske, volgens ‘de familie’, toch niet zo gelukkig mee zijn geweest. Een rooj café in een katholiek dorp dè paaste nie in de tijd van het rijke roomse leven.
Al voor het overlijden van Dorus (1930) is het café overgenomen door dochter Jaantje de Vries, die daarin zo’n tien jaar wordt bijgestaan door Joke van Zeeland, haar buurmeisje, nichtje en tevens kleindochter van Doruske. In 1939 – ’tante Jaantje’ raakt op leeftijd en Joke gaat trouwen en wil met echtgenoot (Cor Otten) de winkel-in-manufacturen overnemen tegenover de kerk – dan wordt Café De Vries opgesplitst in een café-woonhuis De Vries en meubelwinkel-woonhuis Van Zeeland. Nog tot 1941 houdt Jaantje het café aan, daarna is het nog enige jaren Café Jonkers, maar uiteindelijk wordt ook het resterende cafédeel van het pand dan winkel met de vestiging hier van fotograaf en filmer Jan Kanters [Foka]. In de jaren vijftig komt in de meubelwinkel de rijwielwinkel Peeters, en in de jaren zeventig opent hier het dubbel-café (Jarnobar en Koetshuis), dat na verschillende uitbreidingen uitgroeit tot het tot ver buiten Gemerts gemeentegrenzen bekende Axis. Vandaag-de-dag staat het pand ‘in de wacht’ voor een geheel nieuwe bestemming. Maar wat het worden zal is nog onbekend. Wat betreft Keizersbosch, lijkt die weg afgelopen jaar al afgelegd. In de tijd van Doruske de Vries was het komende van De Mortel of Bakel nog het eerste pand van Gemert bij het binnenkomen van de bebouwde kom. Herberg dus! Nu, in 2017, is daar de bouw gepland van in totaal elf woningen, waarvan vier in de monumentale boerderij en zeven op het voormalige boerderijerf.

NOOT:
1. Ad Otten, Wie was de keizer in Keizersbosch? Gemerts Heem 1996, nr.1, p.12-22, 28; zie ook www.heemkundekringgemert.nl onder Gemerts Heem.

GH-2017-01-Café’s-van-Doruske-de-Vries.pdf