GH-2016-03 Nog meer geveltaal

Ad Otten

Het stichtingsbestuur is het nu meteen duidelijk dat je vooraf dient vast te leggen wie straks eigenaar is, zelfs van de op ‘aandringen’ van de gemeente kosteloos, op vrijwillige basis aangekaarte, uitgewerkte en deels mee uitgevoerde projecten. Bij het wit-zwart laten schilderen van de luiken in de dakkapellen van het gemeentehuis alsook het in de juiste kleuren herstellen van het oude gemeentewapen van Gemert boven de bordesdeur, blijkt het eigendomsrecht geen probleem. Tussen haakjes: voor degene die het niet gelooft, deze ‘restauratie’ is écht een project van Gemert Vrijstaat. Wel heeft het enige moeite gekost om hiervoor ieders instemming te krijgen, maar na het overleggen van bouwtekeningen en foto’s uit het archief gaat iedereen, inclusief Monumentenzorg, overstag. Het gemeentehuis wordt daarmee overigens niet van Gemert Vrijstaat, maar blijft gewoon van de gemeente… Leest u hier ‘n steek onder water? Niet doen! Het is echt een grapje. Gemeentebestuur en betrokken ambtenaren zijn ‘onze’ stichting aldoor enthousiast blijven stimuleren.

Intussen kreeg de woning inclusief Atelier Agrass van Toon en Stannie Grassens, op de hoek Haag-Bloemerd, de toepasselijke huisnaam ‘de Haagbloem’. Zoals in floraboeken gebruikelijk krijgt deze bloemennaam op het bordje een onderschrift mee in ‘t Latijn en voor deze speciale locatie ook in ’t Gímmerts. Onder ‘haagbloem’ komt staan: ‘pispötje – convolvulus sepium’. Beeldend kunstenaar Grassens kan het dan niet laten een gekleurd gevelreliëf van de haagbloem te scheppen. Het komt in de topgevel van De Haag 49. Bij rondleidingen door het dorp wordt er naar gewezen als ‘het grootste en skonste pispötje van de hele wereld’. Gemaakt buiten bezwaar van de kas van Gemert Vrijstaat.

Toon heeft de smaak te pakken en maakt meteen ook een gevelreliëf van een oude reclame van Roode Ster (pijptabak) zoals die vroeger aan de winkelgevel van Fleskens heeft gehangen in het Kruiseind. Daar woont nu Simon van Wetten en Toon wil nog altijd iets ‘terugdoen’ voor de zo bijzonder geslaagde door Simon georganiseerde meerdaagse excursie naar Malbork-Mariënburg, de middeleeuwse residentie van de grootmeester van de Duitse Orde in Polen. Zeventig Gemertenaren arriveren op 1 mei 2004 in een dubbeldekker van Jan de Wit op de binnenplaats van het, na het Moskouse Kremlin grootste kasteelcomplex van Oost-Europa. Het is uitgerekend de dag dat Polen officieel toetreedt tot de EU. Overal feest en vuurwerk. Alle Gemertenaren hebben zich er eregasten gevoeld en Kruiseind 22 in Gemert houdt er aan de gevel een duurzaam beeldreliëf van De Roode Ster aan over. In polyester.

Bijzonder is ook het terugbrengen van het wapen van de Koninklijke Marechaussee. Het pand Binderseind 18-20 dient van het eind van de negentiende eeuw tot 1925 als kazerne. Na de weversrevolutie van 1849 besluit het Provinciaal Bestuur in Gemert een brigade van de marechaussee te stationeren om het hier ontluikende ‘communismus’ bij het minste of geringste meteen de kop in te drukken. Na 1925 is het wapenschild boven de voordeur van lieverlede verdwenen. Bij een bezoek met de huidige pandeigenaars aan het Marechausseemuseum (Buren), en met foto’s van het oorspronkelijke wapenbeeld in de hand, worden we op het spoor gezet van een antiquair die kort tevoren een hele stapel oude wapenschilden van het museum heeft overgenomen. De prijs blijkt intussen wel vertienvoudigd en dan moet het wapen nog worden gerestaureerd, maar het Gemertse bedrijf DecoArt Snoeks maakt er een juweel van. De prijs meer dan waard. Met de eigenaars van ‘de kazerne’ worden de kosten gedeeld.

Bekijk PDF