GH-2016-03 Archieftuin met zerk van vlegelcommandeur

Ad Otten

Met instemming van de gemeente verhuizen we in 2010 hardstenen grafmonumenten die al jaren ‘in bewaring’ liggen op de gemeentewerf naar de archieftuin waar ze ‘tentoongesteld’ worden aan de muur tegenover de serre van het gemeentearchief.
Een kindergraf uit 1874 met de tekst “Laat de kinderen tot mij komen” heeft een reliëf in imitatiemarmer van een engel met een kindje in haar armen. Het is een replica waarvan het origineel (van de Deense beeldhouwer Thorvaldsen) berust in het British Museum in Londen. In de archieftuin zien we ook een wit grafkruisje van Hansje van der Kruijs en de zerk van Juf Noor bij wie zo’n twee generaties Gemertenaren in de klas zaten. Allemaal grafzerken die op de nominatie stonden te worden vernietigd. Toen het kerkbestuur van Volkel vroeg of er interesse was voor de zerk van de daar begraven Frans Buskens, met 42 jaar de langst zittende burgemeester van Gemert, heeft ‘Vrijstaat’ ook daar positief op gereageerd. Ook is er een plekje gevonden voor een zerkfragment, opgegraven op het voormalige kerkplein, waarop nog delen van wapenschilden zijn te zien. Of het hier een commandeur betreft? Wat we vooralsnog in elk geval houden voor de grafzerk van commandeur Ulrich van Hoensbroek zijn twee kolossale steenhelften (25 cm dik) van blauwgraniet. Heer Ulrich maakte met iedereen ruzie, hij verkwanselde in 1648 de soevereiniteit aan Den Haag en jarenlang hield hij er in Brussel, op kosten van de gemeente, dure maitresses op na, waarvoor hij de gemeentesecretaris met een zak geld liet opdraven. Zijn onderdanen thuis noemde hij ‘het strontvolk van Gemert’. Het is allemaal in processtukken vastgelegd. Eens heeft hij een voerman van een klotkar, die niet snel genoeg zijn hoed afzet voor ‘zijne hoogheid’, in elkaar laten ranselen. En de Gemertse advocaat die het voor het slachtoffer opneemt die kon daarna maar beter uit Gemert verhuizen. Het moge duidelijk zijn waarom bij dit hoofdstukje ‘vlegelcommandeur’ in de aanhef staat. Wanneer ‘deze vlegel’ op 31 juli 1655 in Den Haag overlijdt sturen ze zijn lijk naar Gemert waar hij in het priesterkoor van de kerk wordt begraven. Alle inscripties op zerken van commandeurs zijn beschreven alvorens ze in het begin van de negentiende eeuw uit de kerk te verwijderen, maar niet die van commandeur van Hoensbroek. Ze hebben het hier gewoon verdomd om op zijn zerk iets tot zijner nagedachtenis te zetten.

Bekijk PDF