GH-2016-01 Verdere uitbouw vanuit een eigen Heemkamer (1980 – 2008)

Peter van den Elsen

Vanaf 1941 is het bestuur bezig met het verkrijgen van een eigen ruimte. De naam van de Latijnse School als beoogde locatie valt in 1972 voor het eerst, maar het duurt tot 1980 voordat het gemeentebestuur de voormalige kapel ofwel de bovenetage daadwerkelijk aan de heemkundekring beschikbaar stelt. De vereniging heeft nu een eigen thuis en kan met de inrichting beginnen.

Op woensdagavond 19 november 1980 is de heemkamer voor het eerst open. Het leidt tevens tot een nieuwe werkgroep: de beheercommissie Heemkamer waarin een achttal leden plaatsneemt die in koppels van twee personen bij toerbeurt op woensdagavond dienst heeft. Behalve dat het een ‘echte werkavond’ is, is het ook gezellig, vooral door toedoen van Dien Scheepers-van Kessel die als ‘moeder van de Heemkamer’ elke bezoeker meteen op het gemak stelt met de vraag: “Tas koffie? Liever ‘n köpke teej? Kuukske dùrbaj? En dan zeg ‘t már: wá zuukte gaj?”

Begin jaren zeventig zien we voor het eerst het verschijnsel ‘cursus’ bij de heemkundekring. In 1972 geeft mr. Van Agt in Gemert een serie lessen over oud-schrift met een groot aantal belangstellenden, onder wie Ad Otten. Vanaf de tweede helft van de jaren zeventig is het geven van cursussen een vast gegeven. De reeks Gemertse geschiedenis gegeven door Ad Otten is voor menigeen de opmaat naar het lidmaatschap. Martien Verbruggen geeft een leergang genealogie en verschillende heemkundigen verzorgen een avond over heemkunde. In deze jaren is het gebruikelijk dat de scholing wordt gegeven onder de paraplu van Vormingswerk Voor Volwassenen (en wordt opgenomen in het blauwe boekje van VoVoVo).

Na enkele succesvolle tentoonstellingen in het bejaardenhuis zet de heemkundekring deze lijn met succes voort op andere locaties: in het kasteel, in de kerk, in het gemeentehuis, in scholen, in de kerkdorpen en op Esdonk, zelfs in Alden Biesen, in De Eendracht, in de bibliotheek en in de heemkamer. Voor deze tentoonstellingen huurt de vereniging doorgaans veel expositiemateriaal zoals tentoonstellingsborden, vitrines en verlichting. Voor een deel worden spullen aangeschaft en opgeslagen in extra gehuurde ruimtes boven het rectoraat van de Latijnse School, in een boerderij op de Fuik en bij de leden thuis. Peter Lathouwers en Ton Thelen zijn bij menige tentoonstelling de initiator en dragende kracht,  welke functies in latere jaren worden overgenomen door Maria Werts en Jo van Schalen, die ook de taak op zich nemen om de corporele stukken te beschrijven.

In 1983 ruilt Peter Lathouwers het penningmeesterschap in voor het voorzitterschap. Ton Thelen is dan al twee jaar secretaris en Tineke Mols wordt penningmeester. Een derde publicatiereeks volgt in 1983: Gemert in Beeld. In een groter formaat uitgegeven boekjes krijgen prachtige foto’s en oude ansichten de ruimte, met daaronder een uitgebreid onderschrift. Het eerste nummer is van Peter Lathouwers en Wim Vos: Oude prenten uit Handel, Mortel, Elsendorp en Gemert. Het tweede nummer in deze reeks verschijnt in 1987: Gímmerse Negôssie. Het blijkt een ware bestseller te zijn.

Waar het nieuwe bestuur minder aandacht voor heeft is het organiseren van excursies. Wel worden enkele kleine excursies gehouden en verder wandel- en fietstochten geleid door Sjang Hoeymakers en Jan timmers. Op 17 september 1983 is er nog een grote excursie naar de dan pas gerestaureerde Landcommanderij Alden Biesen, maar in de daaropvolgende jaren treffen we geen grote excursies meer aan. In 1988 bezoeken bijvoorbeeld 21 leden Oirschot.
In 1981 bereikt de vereniging een ledenaantal van 392. Mede door de economische crisis zeggen nogal wat leden hun lidmaatschap op, waardoor het aantal eind 1983 359 leden bedraagt. In de daaropvolgende tien jaar blijft het aantal schommelen tussen de 350 en 400 leden. Na in de beginfase vooral de archeologische (bodem) vondsten te hebben geïnventariseerd, doet de werkgroep Archeologie midden jaren tachtig een eerste onderzoek: naar de hoeve Hazeldonk en de daar omheen gelegen gracht. Vele opgravingen volgen, maar in 1996 wordt een nieuw hoogtepunt als volgt aangekondigd: ‘We hebben hem! Het Hooghuis van Diederik van Gemert.’ Textielbedrijf Raymakers verhuist naar het industrieterrein, maar voordat op deze plaats het politiebureau wordt gebouwd vindt in juli 1996 een proefonderzoek plaats en al bij de tweede proefsleuf komen sporen van een rondlopende gracht, paalgaten en een zware houtconstructie te voorschijn. Een zeer gedegen onderzoek volgt. Nadat de restanten van het hoge huis op de motte zijn blootgelegd krijgen belangstellenden de kans de opgravingen te bekijken. Deze open dagen trekken veel belangstelling. Nadien volgen nog verscheidene kleine en grote opgravingen, waaronder die van de watermolen. In de jaren tachtig verschijnt het ene na het andere boek. Veel boeken zijn een groot succes en telkens opnieuw is het streven erop gericht om een nog mooiere uitgave te realiseren. Hierin gaan grote bedragen om en niet elk boek is een kassucces. Om de vereniging voor een grote miskleun en een eventueel bankroet te behoeden wordt in 1992 een boekenfonds in het leven geroepen: Stichting Laurentius Torrentinus, verwijzend naar de zestiende-eeuwse, beroemde Gemertse boekdrukker in Italië.

In 1991 neemt Martin Breeuwer het secretariaat van ton thelen over. Door Martins vasthoudendheid gaat de vereniging over tot het uitbrengen van een jaarprogramma. Uiteindelijk resulteert dit initiatief in een prachtig vormgegeven jaarlijks terugkerend programmaboekje. Nadat Els Videler menige excursie heeft georganiseerd, neemt Martin Breeuwer deze verantwoordelijkheid over. Zijn nauwgezetheid leidt ertoe dat vanaf dan de excursie een vast onderdeel in het jaarprogramma wordt. De excursie gaat veelal naar België en heeft een vaste kern deelnemers die jaarlijks meegaat. Zeer succesvol is het drukbezochte genealogisch weekend in oktober 1993 in het kasteel . Voorafgaand hieraan verschijnen twee boeken: Regesten op het Vredegerecht Kanton Gemert 1811-1938 en Stammen alle Gemertenaren af van Karel de Grote?. Een jaar daarop geven Wim Jaegers en Willy Ivits een cursus genealogie met een maximaal aantal deelnemers. Onder leiding van voorzitter Wim Jaegers start de werkgroep genealogie een groot aantal activiteiten, die onder meer zijn gericht op het digitaliseren van allerlei bronnen. Het aantal leden van de werkgroep genealogie neemt toe en schommelt lange tijd tussen de 15 en 20 leden en is enkele decennia de belangrijkste werkgroep binnen de vereniging. In 2004 organiseert de werkgroep samen met de Nederlandse Genealogische Vereniging afdeling Land van Cuijk en Ravenstein wederom een genealogisch weekend in het kasteel.

Bidprentjes verzamelen is van oudsher een activiteit van de werkgroep Genealogie. Lange tijd heeft de vereniging ook een zelfstandige werkgroep Bidprentjes gehad, maar sinds 2015 is deze activiteit weer als onderdeel ondergebracht bij de werkgroep Genealogie. Aan de bijna dertienduizend tellende collectie ‘doodsprentjes’ hebben veel leden een bijdrage geleverd, om enkele namen te noemen: Martien van der Wijst, rector Pennings, deken Van den Heuvel, Dien Scheepers-van Kessel, Corrie Toelen, Marij van Pelt-Vos en thans is Liesbeth Kuijpers het aanspreekpunt en degene die de hele collectie digitaliseert.

Op 9 mei 1994 vindt een rondleiding in de Heemkamer plaats voor 23 (nieuwe) leden. Het is een succes en vanaf dan is deze rondleiding een jaarlijks terugkerende activiteit.

In 1995 neemt Egi Roijakkers de voorzittershamer over van Peter Lathouwers die na twaalf jaar voorzitterschap en zes jaar penningmeesterschap, na benoemd te zijn tot erelid, afscheid neemt van het bestuur. In zijn plaats kiest de ledenvergadering in het bestuur Simon van Wetten die een nieuwe activiteit introduceert: het naspelen van historische gebeurtenissen. Op 21 oktober 1995 wordt ter hoogte van Grotel een ‘vredesakkoord’ gesloten. Met enige regelmaat keren de historische manifestaties terug op de activiteitenkalender: Recht van Wind, Langs de palen, Boondag, twee keer het Weversoproer (1999 en 2010), de schepenbank en Inhuldiging van de Landcommandeur. Sommige van deze manifestaties zijn vastgelegd op film.

Bij het afscheid van Peter Lathouwers als voorzitter heeft de vereniging eindelijk het aantal van 400 leden gehaald. In de twaalf jaar van zijn voorzitterschap wordt dit aantal enkele keren aangetipt, maar net niet gehaald om vervolgens na 1995 in drie jaar tijd door te stijgen naar 500 leden, in 2002 zelfs naar 600 leden en in 2005 naar 700 leden. De grootste toename vindt in 2004 plaats met 51 nieuwe leden. Het verenigingsrecord van 52 nieuwe leden uit 1977 wordt net niet gehaald.

In 1995 ontstaat de werkgroep Cultuur Historisch Overleg met als doel de gemeente feiten en ideeën, bezien vanuit de cultuurhistorie, in een zo vroeg mogelijk stadium van de planontwikkeling aan te reiken. In de werkgroep nemen Jan Timmers, Ad Otten, Peter Lathouwers en Egi Roijakkers zitting en anno 2016 zijn zij nog steeds in deze werkgroep actief. Jan Timmers ontwikkelt zich als landschapskenner en deskundige op het gebied van boerderijen. Hij neemt zitting in opeenvolgende gemeentelijke commissies en is voor ambtenaren een bij uitstek te raadplegen deskundige. Wanneer het overleg met de gemeente zowel ambtelijk als bestuurlijk een vaste structuur krijgt is Jan tot op heden anno 2016 de dragende kracht. Naast de hier eerder genoemde overlegorganen en het participeren in gemeentelijke commissies ziet de vereniging de Monumentencommissie verdwijnen. Daarvoor in de plaats komen drie Monumententeams met als doel om in een vroeg stadium betrokken te worden bij nieuwbouwplannen en deze al adviserend mee vorm te geven, in plaats van zoals gebruikelijk in de Monumentencommissie, een afgerond plan te beoordelen.

De presentatie van het Gemerts Woordenboek in december 1996 krijgt extra glans door een ‘Gímmers dialect-festival’. In december 2002 volgt de tweede Míddeg van de Gímmerse taol in een overvolle zaal bij Dientje. In 2006 volgt de derde en in 2009 de vierde dialectmiddag waarbij Wim Vos tot erelid wordt benoemd en Koninklijk wordt onderscheiden. De middagen trekken volle zalen en behoren sindsdien tot het jaarlijkse programma.
Samen met de Openbare Bibliotheek wordt in november 1997 voor de eerste keer het Grooët Gímmers Dikteej georganiseerd waaraan dertig belangstellenden deelnemen. In 2016 vindt alweer het 19de Dikteej plaats, sinds jaar en dag in het Boerenbondsmuseum en het aantal deelnemers is meer dan verdubbeld.

Op 2 april 1997 tekenen Egi Roijakkers en Martin Breeuwer een convenant met het gemeentebestuur, dat vertegenwoordigd is door burgemeester Jan van Maasakkers. Deze overeenkomst houdt in dat een werkgroep samen met archivaris Machiel Overzee en gemeenteambtenaar Mariet Adriaans de openstelling van het archief verzorgt. Dit gebeurt door circa twintig vrijwilligers van de daarvoor opgerichte werkgroep Dienstverlening. Landelijk gezien uniek waardoor het mogelijk is om het archief langer open te houden en in het verlengde daarvan het archief in Gemert te houden, waar andere grote gemeenten in de omgeving hun archief zien verdwijnen in een regionaal archiefcentrum.

In het jaar 2000 houdt het bestuur een enquête onder de leden met als aankondiging ‘zoals een moderne vereniging betaamt’. Het bestuur leest de resultaten met veel belangstelling, maar het leidt niet tot een daadwerkelijke koerswijziging. In 2001 viert de vereniging het diamanten jubileum. Bijna 300 aanwezigen zijn op 28 april in de Gerarduskerk aanwezig om de presentatie van het boek ‘Het hooghuis te Gemert’ bij te wonen. In het boek zijn de onderzoekresultaten weergegeven van de opgraving van het mottekasteel op de plaats waar nu het politiebureau staat.

Na de presentatie van zijn boek ‘Enkele reis Indië-Gemert’ in 2001 komt Rob de Haas in het bestuur. Op zijn initiatief ontstaat de werkgroep Website, maar deze werkgroep komt niet goed van de grond en Rob blijft het enige lid. Na wat voorbereidingstijd gaat in de lucht. In de eerste jaren voldoet de website aan de behoefte en krijgt steeds meer bezoekers. Als Niels Arts in 2011 in het bestuur komt neemt hij de taak op zich om een nieuwe website te ontwerpen. De website bevat behalve een nieuwe ‘look’ ook een webwinkel. Nog meer surfers vinden hun weg naar de site en het aantal jaarlijkse bezoekers nadert de honderdduizend. Niet veel later maakt Niels twee Facebookpagina’s aan: Heemkundekring Gemert en ‘Je bent pas een Gemertenaar’ die Jolanda Vogels-van der Aa beheert en in 2016 bijna 2300 volgers heeft.
In 2004 organiseert de heemkundekring onder leiding van Simon van Wetten voor het eerst een vijfdaagse busreis naar Malbork/Gdansk in Polen. Vijfenzestig personen telt het reisgezelschap. Het succes van deze reis smaakt naar meer. In april 2007 wordt wederom een vijfdaagse reis georganiseerd met vijfenvijftig deelnemers, nu naar Rothenburg en het kasteelmuseum van de Duitse Orde in Mergentheim. In 2015 volgt een derde meerdaagse (vlieg)reis, wederom naar
Polen.

Laura Habraken start in 2005 een rubriek ‘Wie kent wie’ met een foto uit de collectie Duppen. In januari 2009 vindt een inloopmiddag in zaal Dientje plaats met de titel ‘Wie kent wie’ bij gepresenteerde foto’s uit de Duppencollectie. De middag is een groot succes en krijgt een jaarlijks vervolg met als titel ‘Fotokijkdag’ uit de collectie Duppen.

Egi Roijakkers neemt in 2005 na tien jaar afscheid als voorzitter. Hij krijgt bij zijn afscheid de gemeentelijke onderscheiding. Frans Sanders is zijn opvolger en bovendien wordt Frans voorzitter van een nieuwe stichting. Op initiatief van (staatssecretaris) Ad Otten vindt namelijk in 2005 de oprichting van Stichting Gemert Vrijstaat plaats met als streven om de geschiedenis van Gemert in het straatbeeld te visualiseren. Vele kleine en grote projecten staan op het verlanglijstje. De onthulling van de Pelikaan eind 2005 is het eerste grote resultaat en vele projecten volgen. Dit jaar bestaat de stichting tien jaar. Om dit te vieren zullen in een komend nummer van Gemerts Heem alle resultaten worden gepresenteerd.
Gevoelig is het verlies als Wim van den Vossenberg in september 2007 komt te overlijden. Mag Dien Scheepers-van Kessel de moeder van de Heemkamer worden genoemd, Wim neemt deze rol als vader van de Heemkamer met verve over als eerste aanspreekpunt en ontpopt zich als Heemkamerbeheerder, een positie die sindsdien vacant is. Zelfs nu, bijna tien jaar na zijn dood , valt in vergaderingen nog wel eens de opmerking: “Voor het goed laten draaien van de Heemkamer hebben we iemand nodig zoals Wim…”
In 2007 gaat het kasteel van Gemert in de verkoop. Op 20 april 2007 maken de paters van de Congregatie van de Heilige Geest bekend dat zij het kasteel willen verkopen aan beleggingsmaatschappij Vesteda. Het plan leidt tot hevige beroering binnen de vereniging. Heet hangijzer is bebouwing in de ommuurde tuin. In de ene na de andere extra ledenvergadering worden de plannen besproken. Deze vergaderingen trekken volle zalen waar verscheidene keren meer dan 150 leden worden geteld. De betrokkenheid bij ‘ons’ kasteel is groot. Een grote tweespalt ontstaat in de vereniging. Ontevreden leden richten een eigen groepering op. De kloof tussen voor- en tegenstanders neemt in de loop der jaren verder toe. Even wordt zelfs met de gedachte gespeeld om een tweede heemkundekring op te richten die het Gemerts erfgoed ‘echt’ in bescherming wil nemen. Nieuwe plannen komen en gaan. In 2008 lukt het om binnen een tijdelijk Uitgebreide werkgroep CHO (tUCHO) tot overeenstemming te komen met een aantal uitgangspunten als basis die in een extra nummer van Heemberichten worden verwoord. De gemoederen blijven verhit. Als een kleine meerderheid in de ledenvergadering van 2010 aangeeft dat in de ommuurde tuin kan worden gebouwd, leidt de onderlinge verdeeldheid tot het opstappen van twee bestuursleden. De congregatie heeft kort daarvoor zelf kenbaar
gemaakt dat zij – gezien de noodzaak om met meer comfort zorg te kunnen bieden aan de almaar ouder wordende leden – naar Gennep verhuist naar een nieuw te bouwen zorgcentrum. De in februari 2012 door de Heemkundekring
getoonde film ‘Het Slot van de Spiritijnen’ laat zien met hoeveel hartzeer de kloostergemeenschap Gemert heeft verlaten. Aangrijpend is voor vele filmbezoekers het verhaal van broeder Cyril. Het Eindhovens Dagblad doet de volgende dag verslag: “In een afgeladen theater De Eendracht overheerste zondag na afloop van de film ‘Het Slot van de Spiritijnen’ een gevoel van schaamte. Had Gemert niet méér moeten doen om te voorkomen dat de paters van de Heilige Geest na een eeuw moesten vertrekken uit het kasteel Gemert?”
Al bijna tien jaar is het wachten op een gezonde herbestemming van het kasteel die financieel haalbaar is en een breed draagvlak heeft. tot op heden hebben de herbestemmingsplannen alleen maar verliezers opgeleverd. Het heeft de heemkundekring bijna vijfduizend euro gekost aan extra publicaties, porto- en vergaderkosten en erger, tot grote verdeeldheid geleid. Deze verdeeldheid lijkt de afgelopen jaren wel afgenomen te zijn, maar of dat zo is, zal pas blijken als een volgend plan daadwerkelijk bij de gemeente wordt ingediend.

Bekijk PDF