GH-2016-01 ‘Ik ben voor het behoud van mooie dingen’

Hein van Dooren

Wie: Leo Bekkers
Leeftijd: 85
Woonplaats: Gemert
Wat doet hij: gepensioneerd, voorheen architect.
Functie bij Heemkundekring: penningmeester (1961-1966), voorzitter (1966-1971)

Al snel na binnenkomst komen de ordners op tafel met schetsen en tekeningen van de hand van Leo Bekkers. In zijn loopbaan als architect heeft hij, naast nieuwbouw, veel gerestaureerd in Gemert. In zijn ordners komen panden voorbij als de Latijnse School, de Gerarduskerk, het kasteel, activiteitencentrum De Eendracht, ontmoetingscentrum Sint Jozef, autogarage Vogels, Voetinstituut Penninx, café Dientje Wijn. ”Er staat geen pand in het centrum of ik heb er wel eens aangezeten”, zegt hij om er vervolgens zeer bescheiden over te doen. “Ik was lange tijd de enige architect in Gemert, dan kom je wel eens aan de beurt.”
Leo Bekkers ging al vroeg – hij sloeg een klas over op de lagere school – naar het klein seminarie in Weert. Nadien begon hij aan een priesteropleiding, maar die maakte hij niet af. “Op het gymnasium deed ik een cursus bouwkunde bij pater Koekoek. We maakten tekeningen voor gebouwen in de missie. Ik vond dat zeer interessant. Op het noviciaat in Gennep liep ik al in zwarte kleding, maar ik wist toen al: dit ga ik niet volhouden. Het ging er veel te heilig aan toe. Ik koos voor de opleiding tot architect in Tilburg, maar die studie moest ik wel afbreken omdat ik in dienst moest. Later leerde ik het vak bij een architectenbureau in Helmond.”
Van de kennis die Leo Bekkers opdeed kon de heemkundekring, en later het Boerenbondsmuseum, uitgebreid profiteren. Dat het bestuur van de kring hem waardeerde blijkt onder meer uit het kostbare boek over architectuur en bouwstijlen dat hij cadeau kreeg bij zijn trouwen in 1967. In het boek staan de handtekeningen van onder meer de bestuursleden De Wit, Van den Broek, Pennings en Vos.
Veel herinneringen aan zijn bestuursperiode heeft Leo Bekkers niet. “Het is allemaal al meer dan vijftig jaar geleden”, verontschuldigt hij zich. “Ik heb wel altijd veel interesse gehad voor het heem. Ik woonde vroeger tegenover het kasteel en dat gebouw heeft mij altijd getrokken. Van de heemkundekring uit die tijd herinneren ik me vooral de gezellige vergaderingen bij Marinus de Wit, maar waar we over vergaderden weet ik echt niet meer. Ik werd trouwens, na het overlijden van Marinus van der Velden, met tegenzin voorzitter. Ik had het veel te druk met mijn vak.” Over de personen met wie hij in het bestuur zat wil hij niet al te veel kwijt. Zijn vrouw Det van Ommeren is minder voorzichtig. “Van den Broek was een heel secuur mannetje, met zijn sigaar en horlogeketting. Hij hield de boel graag in de gaten. toen ik vroeger als kind eens ziek was, zei hij tegen mijn moeder: het komt omdat ze vrouw wordt. Ze moet met haar voetjes in het hooiwater.” Ik zie het iets anders zegt Leo Bekkers: “Ik vond het een slimme man. Hij was heel nieuwsgierig. Wilde precies weten hoe het zat. Wij konden het samen goed vinden.”
Ook over de zogenaamde Omwenteling wil hij liever niet praten. Det van Ommeren: “Hij is altijd voorzichtig. Het is een echte Bekkers, die zeggen niet alles”. “Inderdaad”, zegt Leo. “Niet alles”.
Enthousiast wordt hij als het gaat over het Boerenbondsmuseum. “Donderdags, als het mooi weer is, ga ik naar het Boerenbondsmuseum. Ik buurt wat en pak een borreltje.” Hij ging niet met koningin Beatrix op de foto toen die het Boerenbondsmuseum bezocht, maar hij had eigenlijk wel naast haar moeten staan. Nagenoeg elk gebouw op het museumterrein komt van zijn tekentafel. Een vooruitziende blik heeft hij ook gehad. toen jaren geleden de schuur van hoeve Vogelsanck aan de Lodderdijk – de boerderij was korte tijd een noodkerk – tegen de vlakte ging, gaf hij samen met Willem Vos alle spanten en eikenbalken een nummer en liet ze opslaan op de gemeentewerf. Nu zijn het pronkstukken die verwerkt zijn in de ontvangstruimte van het museum. “Ik heb panden getekend zoals ze er vroeger uitzagen, maar niet precies. Het zijn geen kopieën. Voor het café, annex winkeltje op het dorpsplein heb ik als leidraad het pand gebruikt waar kunstenaar Martien Hendriks woont. Voor het wevershuisje ben ik uitgegaan van wevershuisjes zoals ze vroeger in de Pandelaar stonden. Ik heb ze alleen op een foto gezien.”
Dik betaald is hij voor zijn werk voor het museum niet. “Het is liefhebberij. Ik ben voor het behoud van mooie dingen”.

Bekijk PDF