GH-2015-03 De wereld van Ex-libris in Gemert

Rob de Haas

Jos en Agaath van Waterschoot uit Gemert wijden al een groot deel van hun leven aan het verzamelen van grafische kunst en in het bijzonder van exlibrissen. Het echtpaar is inmiddels uitgegroeid tot internationale autoriteiten op het gebied van deze kleine, eigenzinnige eigendomsbewijzen voor boeken.
‘Ex libris’ betekent zoiets als ‘uit de boeken van’ en sommige boekenverzamelaars plakken die in hun boeken om daarmee aan te geven dat het hun bezit is. In april 2015 heeft Jos over deze relatief onbekende, grafische kunstvorm een lezing gehouden in de Heemkamer in de Latijnse School. Een boeiend verhaal met bijzondere lijnen naar Gemert en daardoor onderdeel van een klein stukje hedendaagse, lokale geschiedenis.

Veel boekenverzamelaars krabbelen graag hun naam in hun kostbaar bezit. Maar het kan fraaier. Om je eigendomsrecht te waarborgen, kun je er dus ook een exlibris op naam in plakken. Het summum is dan om een kunstenaar te vragen er een speciaal voor jou te ontwerpen. En dat is wat Jos en Agaath al heel vaak gedaan hebben. Al meer dan vijftig jaar. Hun verzameling grafiek telt dan ook honderden ware kunstwerkjes, gemaakt door gerenommeerde kunstenaars uit binnen- en buitenland. Door ruilen, aankopen en het geven van ontwerpopdrachten hebben zij in al die tijd een indrukwekkende, internationale collectie opgebouwd. Een collectie die zo bijzonder wordt geacht, dat zij in 2009 op uitnodiging van Chinese verzamelaars en kunstenaars hun collectie exlibrissen in Binzhou in China hebben tentoongesteld compleet met een door de organisatie op hun naam gestelde catalogus.

Het begint allemaal in 1963 op de kweekschool in Oudenbosch waar Jos en Agaath voor onderwijzer worden opgeleid. Voor haar eindexamen krijgt Agaath de opdracht om een scriptie te schrijven over een cultureel onderwerp. Haar tekenlerares zet haar op het spoor van de exlibrisvereniging en met z’n tweeën stappen ze deze voor hen nieuwe wereld binnen. Ze komen in contact met verzamelaars van exlibrissen en met kunstenaars. Nota bene in Jos’ eigen woonplaats Goes vinden ze verzamelaar Johan Versee. Met hem raken Jos en Agaath bevriend. Hij schenkt hun zijn kleine collectie. Een andere grafiekverzamelaar, pater A. Duyvestijn zet hen er toe aan om zelf te gaan verzamelen. Dus geven ze Jan Battermann uit Amsterdam de opdracht om hun verlovingskaart te ontwerpen. Als in opeenvolgende jaren drie kinderen zich aandienen, wordt aan even zoveel kunstenaars gevraagd om de geboortekaartjes te maken. Nog steeds geen exlibris dus. Dat gebeurt wel in 1967 als Gerard Gaudaen het eerste exlibris maakt op naam van Jos van Waterschoot. In dat jaar worden Jos en Agaath lid van de Exlibriskring der WB-V (Wereldbibliotheekvereniging) en van de Belgische vereniging Graphia. Op jaarvergaderingen maakt het stel kennis met andere verzamelaars.

Naar Gemert
In 1968 krijgt Jos een betrekking als docent Handvaardigheid aan de St.-Willibrordmavo, voorschool van het Macropediuscollege en het Commanderij College. Agaath wordt onderwijzeres aan de Bernadetteschool, de latere Berglarenschool. In die periode staat de verzamelwoede op een laag pitje. Voor een jong gezin zijn de kosten voor een exlibris van 200 tot 300 gulden nogal begrotelijk. Maar als ze in 1980 de exlibristentoonstelling in het Speelhuis in Helmond bezoeken en kennismaken met organisator Dolkens slaat de verzamelkoorts weer toe.
Vanuit de Exlibriskring worden bijeenkomsten gehouden ten huize van verzamelaars. Ook bij de Van Waterschoots in de Oudestraat. De ruilbeurs in 1984 leidt tot contact met een Praagse verzamelaar en daar komen weer contacten uit voort met kunstenaars en verzamelaars uit het toenmalige Tsjecho-Slowakije en andere Oost-Europese landen tot aan Rusland toe. Jos en Agaath reizen wat af. Zo zorgen de internationale exlibriscongressen voor een gestage groei van hun netwerk. Die neemt een hoge vlucht als Jos in 1988 redacteur wordt van het tijdschrift Exlibriswereld. Schrijven heeft hij altijd al graag gedaan en dat nu combineren met zijn passie het exlibris geeft hem vleugels. Gemert wordt het centrum van de internationale exlibriswereld, in woord en beeld.

Nieuwe wegen
Jos zou Jos niet zijn als hij als redacteur niet zijn eigen stempel op het tijdschrift zou drukken, zowel naar inhoud als naar vorm. Hij begint in 1992 met het formaat van het ledenmagazine te wijzigen, een formaat waarin naar zijn mening exlibrisafbeeldingen beter tot hun recht komen. In 1997 weet hij het verenigingsbestuur over te halen om in elke editie een los grafiekwerk op te nemen. De eerste is een houtgravure van Lou Strik. Van deze kunstenaar heeft Jos het jaar daarvoor in Museum Kempenland in Eindhoven een expositie geopend. Verder laat hij na een aantal jaren steeds een andere kunstenaar een nieuwe omslag ontwerpen. Ook inhoudelijk durft hij andere wegen in te slaan. Jos introduceert abstracte exlibrissen. Het overgrote deel, zeker 95 %, is figuratief. Het is dus niet zo vreemd dat enkele verzamelaars dit moderne gedoe niet kunnen waarderen. Ondanks deze kritische noten, zet Jos onverstoorbaar door en verschijnen er bij regelmaat toch abstracte kunstwerkjes onder de exlibrissen.

Gemertse kunstenaar Paul Verhees
Hoe internationaal zij ook opereren, bij het geven van ontwerpopdrachten vergeten Jos en Agaath niet om kunstenaars uit hun eigen omgeving te benaderen. Zo kunnen zij exlibrissen aan hun groeiende verzameling toevoegen van Mariëtte van Erp uit Gemert en Lamber de Groot uit Bakel. Het grootste project wordt echter dat van Paul Verhees uit Gemert. Jos heeft door hem al eens een exlibris laten maken. Met een begeleidend artikel publiceert Jos het resultaat in het verenigingstijdschrift. Paul is een oud-leerling van Jos op de Gemertse mavo. Als docent stimuleerde hij hem om zijn artistieke talenten te ontplooien. Ze hebben altijd contact met elkaar gehouden en na een opleiding in de zorg heeft Paul met succes de Koninklijke Academie voor Kunstzinnige Vorming in Den Bosch doorlopen. Het kunstenaarsbestaan is echter geen vetpot en er moet toch brood op de plank komen. Als Jos dan ook voorstelt om op grotere schaal exlibrissen te gaan produceren, grijpt de jonge kunstenaar het plan met beide handen aan. Hij doet aan familie, vrienden, kennissen en buurtgenoten een niet af te wijzen aanbod om door hem zo’n grafisch eigendomsbewijs te laten maken. In zeefdruktechniek. De kunstenaar bepaalt het beeld. De klant mag voorkeuren uitspreken, maar het staat Paul vrij om er iets mee te doen of niet. Meestal lukt het hem wel om wensen te verwerken. Het is min of meer traditie bij het maken van een figuratieve exlibris iets van het beroep of de achtergrond van de opdrachtgever te verbeelden. De exlibrisontwerper vindt daar vaak juist de uitdaging in en veel exlibrissen staan daarom bol van symbolieken.
Het project wordt een groot succes. Meer dan 350 opdrachten weet Paul te scoren, waarvan zeker de helft door Gemertenaren. Daarmee maakt hij Gemert tot een plaats met een zeer hoge zo niet de hoogste exlibrisdichtheid van Nederland.

Koninklijke erkenning
Door de jaren heen groeit het internationale netwerk van Jos en Agaath van Waterschoot. Veel kunstenaars brengen hen een bezoek in Gemert. Zelf gaan ze er ook op uit. Vooral naar Oost-Europa, zoals naar het Poolse Malbork met het voor Gemert bekende grote kasteel van de Duitse Orde, dat een heus exlibrismuseum herbergt. Ze komen in Rusland bij Russische kunstenaars thuis en in 2008 vliegen Jos en Agaath naar China om in Beijing een internationaal congres bij te wonen. Daar krijgen ze, zoals eerder vermeld, de eervolle uitnodiging om hun indrukwekkende verzameling in Binzhou tentoon te stellen. Voor hen een van de hoogtepunten in hun exlibrisleven. In 2012 wordt Jos gevraagd een lezing in het nieuwe museum van de kunstacademie van Guangzhou in China te houden tijdens de tweede Exlibris en Miniprint Biënnale.
Maar aan alles komt een eind. In 2011 vindt Jos het tijd geworden om te stoppen met zijn bestuursfunctie van Exlibriswereld en in 2013 draagt hij het redacteurschap van het tijdschrift Exlibriswereld over. Bij die gelegenheid wordt hij in De Eendracht te midden van vele kunstenaars en verzamelaars koninklijk onderscheiden en benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Bekijk PDF