GH-2015-02 Klok Vossenberg bleef buiten Duitse vordering
Ad Otten
In het artikel ‘Klokkenvordering 1940-1945′ van Hans Kanters in het vorige Gemerts Heem bleef het klokje van het protestantse kerkje op Vossenberg buiten beschouwing. Het was het enige klokje daar ter plaatse en dat moet de reden geweest zijn dat het op grond van de luchtbeschermingswet (1936) als brandalarmeringsklok buiten de vorderingen van de bezetter is gebleven. Op grond van twee aangeleverde foto’s is het toch de moeite waard om bij dit klokje nog even stil te staan. Het werd gegoten te Heiligerlee bij de Gebroeders Van Bergen, en werd blijkens de inscriptie geschonken door Ds RWF Kyftenbelt in 1927 “aan zijne Peelvrienden” bij gelegenheid van zijn vertrek naar Soerabaya. Hij was dominee in Veghel en hield al enige jaren zondagsdiensten ‘in de Peel’, de verst verwijderde uithoek van zijn ‘gemeente’, bij de families Oskam en/of Groskamp (Zie: 50 Jaar Samen – Geschiedenis van ontstaan en groei van de protestantse gemeente Gemert en Boekel, Busselke 9, Gemert 1986, blz.8-21). Hij was dominee geweest in Nederlands-Indië en keerde daar ook naar terug, maar niet nadat hij in de Peel met genoemde families mede aan de basis heeft gestaan van het te Vossenberg gestichte protestantse kerkje. Na al enige jaren zondagsdiensten te hebben gehouden in een op de Vossenberg in een houten keet ingericht noodkerkje ‘De Zeeden’, kwam het samen met de genoemde families in 1927 tot de start van een bescheiden maar heus kerkgebouw, begroot op 6500 gulden. De familie Groskamp, eigenaar van de Vossenberg, schonk de grond voor de bouw van kerk, pastorie en begraafplaats en in 1928 kon het protestantse Peelkerkje in gebruik worden genomen door de uit Veghel overgekomen nieuwe dominee (Ds. Klaassen), maar het klokje draagt de naam (dominee Kyftenbelt) en het jaartal (1927) van wat doorgaans gekend wordt als die van de eerste-steenlegging. Kyftenbelt was ook de schenker van het klokje. In september 1928 vangt daar ook Marten Kuipers als godsdienstonderwijzer-evangelist zijn werk aan. In 1934 wordt de pastorie gebouwd waarin hij dan zijn intrek neemt. Uiteindelijk wordt bij schrijven van 23 mei 1936 door de Algemene Synodale Commissie der Nederlandsch Hervormde Kerk de nieuwe kerkelijke Gemeente Gemert erkend en wordt een regeringsbijdrage voor het traktement van een eigen predikant aangevraagd.
met dank aan koster Teus de Rooi en Ruud Wildekamp