GH-2014-03 Wie kent wie? Mensen Van Gemert: Bij de Bvrijding Kruiseind-Pandelaar
Laura Habraken en Ad Otten
Tijdens de bevrijding van Gemert zijn er heel veel foto’s gemaakt, waarbij met name fotograaf Jan Duppen zich niet onbetuigd heeft gelaten. Veel aansprekende foto’s zijn in de bekende ‘Collectie Loffeld’ terechtgekomen en gepubliceerd, maar heel veel zijn er ook nog nooit gezien. Zo heeft Duppen alleen al van het op 25 september 1944 door Britse beschieting flink gehavende pand van Henri van den Acker (nu HEMA-Nieuwstraat) een heel rolletje vol geschoten, en zo bevond zich in de door de heemkundekring geërfde ‘Collectie Duppen’ bijvoorbeeld een filmrol van zeker 10 cm doorsnee, met bijna allemaal onbekende kiekjes uit de bevrijdingstijd. Veel foto’s met name uit het Kruiseind, de buurt van fotograaf Duppen. Daar werd ook veel meer schade geleden als tot dusver in de openbaarheid is gebracht. Overigens blijken de foto’s op deze filmrol vaak flink bekrast, vermoedelijk door het veelvuldig op- en afrollen. Maar duidelijk is te zien dat het dak van bijv. ‘Onder de Boompjes’ op die bevrijdingsdag al zijn pannen kwijt raakte. Getuigen als Jo van den Elzen-van Berlo en Mien Peeters (van de garage), toen buurtgenoten, weten daar nog wel van mee te praten…. Want ook in hun ouderlijke huizen daar pal tegenover ‘sneuvelde’ destijds het een en ander. Bij Jo thuis lag de opkamer opeens in de kelder, en een paar deuren verder werd een enorme ravage aangericht aan de voorraad weckflessen, zo weet Mien Peeters zich te herinneren. Het hele gezin Van Berlo moest evacueren en Mien moest in elk geval elders gaan slapen. Mien herinnert zich ook dat ze van een bevrijder uit een Engelse tank een stuk chocola kreeg aangereikt en dat ze die niet op at, omdat ze dan haar ‘present’ aan niemand meer zou kunnen laten zien… “Kiek ‘ns wa’k heb…”.
Ook de dagen voorafgaand aan de bevrijding waren bijzonder spannend. De overvliegende vliegtuigen gaven een angstig gevoel en de bewoners van Kruiseind en Pandelaar zagen heel wat Duitsers richting Erp trekken. Veel ‘fiducie’ in een goede afloop hadden die soldaten niet meer. “Wir fahren alle zum Himmel”, werd er tegen Gemertenaren gezegd die hen nastaarden… In het café van Versteegden bij het keske op het Kruiseind was door de Duitsers een noodhospitaal ingericht. Dode Duitse soldaten, met een vrachtauto aangevoerd van het front, werden bij het keske op een hoop gelegd. Dáár bij het keske stond ook een kanon opgesteld met de loop richting Gemert-kern. Op de 24ste september kwamen veel Duitsers ook weer terug. Te voet, met karren, fietsen en paarden. Alles konden ze gebruiken in hun aftocht.
Op de 25ste september was het ‘s-morgens stil in het Kruiseind. Was het de stilte voor de storm?
De vader van Jo van Berlo had een schuilkelder in de tuin gemaakt. Hij had een flink gat gegraven. Twee kisten in de zijkanten en in het midden een doorgang. Het geïmproviseerde dak zag er van buitenaf uit als een heuvel. De hele familie kroop in die heuvel toen er werd geschoten. Ergens in het Kruiseind was het raak. Er was ook rook gezien. Naarmate het geweld almaar toenam vroeg vader Van Berlo zich hardop af, “het lijkt wel of ze denken dat er onder deze heuvel munitie zit…”. Hij vond het in elk geval verstandig om elders te gaan schuilen. Door de heg kropen ze naar bakker Van Kol, de buurman. In de kelder bij Van Kol was het al druk, want hij had ook onderduikers, maar voor het gezin Van Berlo was nog net plaats. Zoals de familie Van Berlo was ook de familie Peeters, toen het schieten begon en er ook schade bij hen was, al verhuisd. Naar opa voorbij het keske, en naar de diepe kelder van Van Elten’s Pettenfabriek tegenover Garage Peeters. Pas toen de eerste Engelsen door de straat trokken zijn ze daar schoorvoetend weer uit tevoorschijn gekomen. Toen zagen ze ook pas de schade in de straat…