GH-2014-03 Hoeve Molenbroek 1835-heden

Ad Otten

Vanaf zeg maar de middeleeuwen tot 1794 is de Commanderij van de Duitse Orde te Gemert, zeg maar het kasteel, eigenaar van het hele Molenbroek inclusief de daar gelegen pachthoeven Vogelsank en Voortse Hoeve.

In 1794 wordt de Duitse Orde door de Franse legers uit Gemert verdreven. Het tot dan toe vrije Vorstendom Gemert wordt ingelijfd bij Frankrijk en vervolgens verkocht, in 1800, aan de Bataafse Republiek. Alle eigendommen van de Duitse Orde worden dan van Frans staatsdomein, Bataafs domein en nog later bezit van de Nederlandse Domeinen. Na een openbare veiling door de Fransen wordt het kasteel in 1813 eigendom van Adriaan van Riemsdijk uit Maastricht, die op grond van deze verwerving zich sedertdien ‘Van Riemsdijk van Gemert’ noemt en later (1841) ook de adellijke titel ‘jonkheer’ krijgt. Rond 1830 koopt Van Riemsdijk vervolgens ook de hoeves, molens en landerijen die vroeger bij het kasteel hoorden. Daarmee wordt hij ook eigenaar van het Molenbroek (K527 t/m K550) met inbegrip van de daar gelegen hoeves die beide zijn gelegen aan de Lodderdijk. In 1832 is er ook een particuliere wegverbinding, een “dreef met opgaande bomen” (K529), die tussen beide hoeves dwars over het Molenbroek loopt. Alle overige Molenbroekpercelen zijn met uitzondering van een stuk ‘mastbosch’ bouw- en weiland. In een bijna haakse bocht van de genoemde ‘dreef’ bouwt Van Riemsdijk tussen 1834 en 1838 een derde hoeve in het Molenbroek. Dat is de hoeve Molenbroek, die evenals de Voortsche Hoeve en de Hoeve Vogelsank wordt verpacht. In het kadastrale dienstjaar 1877 wordt vervolgens de Hoeve Molenbroek geheel vernieuwd en vervangen. Afgaande op topografische kaarten en kadastrale tekeningen gebeurt dat niet op exact dezelfde locatie als de eerste stichting van rond 1835, maar op de ‘kop’ van de ‘Molenbroekdreef’, die van de Hoeve Vogelsank over het Molenbroek loopt en voorlangs de nieuwe hoeve afbuigt naar de Voortsche Hoeve aan de Lodderdijk.
Na kasteelheer Adriaan van Riemsdijk zijn achtereenvolgens eigenaar Jonkvrouw Jacoba Lüps-van Riemsdijk van Gemert, Everard Hugo Scheidius, weduwe Marie Scheidius-Lüps, Everard Philips Scheidius (1912), Van Harinxma thoe Sloten-Scheidius, en uiteindelijk verwerft de gemeente Gemert de gronden. Wanneer in 1952 een nieuw uitbreidingsplan wordt vastgesteld worden de voormalige kasteellanderijen van Molenbroek voorbestemd als toekomstig industrieterrein. Bij een herziening van het plan in 1959 wordt het gebied echter aangewezen als woonwijk en sportpark.1 Een jaar later werd al begonnen met de bouw van de eerste woningen.

De Voortse Hoeve brandde af rond 1965 en is niet meer opgebouwd. Het gebied werd opgenomen in Sportpark Molenbroek. De Hoeve Vogelsank, die rond 1970 nog een tijdlang diende als boerderijkerk, is uiteindelijk gesloopt ten behoeve van de aanleg van het zwembad (nu Fitland). De monumentale gebinten van de schuur van Hoeve Vogelsank werden opgeslagen maar vormen nu de constructie van de zaal en ontvangstruimte van het Boerenbondsmuseum.
De Hoeve Molenbroek heeft na 1877 nog verschillende verbouwingen ondergaan maar is tot op de dag van vandaag eigenlijk het enige dat op de authentieke locatie nog over is van het vroegere kasteeldomein ‘Molenbroek’. Ten tijde van de dorpsuitbreiding van Gemert-kern met de woonwijk Molenbroek werd afgeweken van het tracé van de eeuwenoude
Molenbroekdreef waardoor de boerderij buiten het directe zicht in een wat verloren hoekje kwam te liggen. Sinds de recente bouw van MFA “de Samenstroom” gaat de sedert een aantal jaren leegstaande boerderij helemaal schuil achter dit overigens fraai ogende nieuwbouwcomplex en het flink rond de boerderij opgeschoten groen. Het laatste restant van een voormalig kasteeleigendom verdient beter. Er is een nieuwe eigenaar en er zijn bouwplannen in de maak…

NOOT:
1. Gemeentearchief Gemert-Bakel: AG004 invnrs. 864 en 865 Herziening uitbreidingsplan van de gemeente Gemert, resp. 1952, 1959.

Bekijk PDF