GH-2014-01 Bij de 100ste boekuitgave van de Heemkundekring

Ad Otten

In 1941, het geboortejaar van de heemkundekring, verscheen uitgave nr.1 van ons tijdschrift Gemerts Heem. Acht bladzijden. Gestencild.

Zeventien jaar later, op nieuwjaarsdag 1958, begonnen Martien van der Wijst en Wim Vos aan uitgave nr.2. Zij waren de nieuwe en jonge gezichten in de heemkundekring. In november 1961 leverden zij Gemerts Heem nr.3. Nog steeds acht gestencilde bladzijden, maarrr… de laatste woorden toen waren: WORDT VERVOLGD!
In datzelfde jaar 1961 verscheen van de hand van de naar Arnhem verhuisde Martien van der Wijst, een eerste boekje: De beknopte geschiedenis van Gemert. Gestencild, 60 bladzijden. Van 1971 dateert het eerste gedrukte boek: ‘Gemert in oude ansichten’. Een succes. Herdrukken zijn nog steeds in den handel.

Gemerts Heem ontwikkelde zich onderwijl tot een regelmatig verschijnend kwartaalschrift, en dat terwijl de hele redactie tot 1972 buitendorps was. Martien van der Wijst (Arnhem) en Wim Vos (Den Bosch later Nuenen). Er kwam versterking in het Gemertse zelf. Na de sluiting van de Latijnse School werd rector Pennings secretaris van de heemkundekring, en er ‘daagde’ versterking van jonge gasten, die vroegen om veel en veel meer activiteit. Niet alleen van de kring maar ook van de gemeente. Voor behoud en aandacht van dit en dat. Andere visies op landschap en dorpsuitleg. 1975 was het jaar van het kleine monument. Overal in het land bracht dat een ommekeer in de monumentenzorg die zich tot dan hoofdzakelijk leek te richten op kastelen, kerken en landhuizen.

Al een paar jaar waren geen bestuursverkiezingen gehouden bij de heemkundekring. Eigenlijk durfden ze niet in zee met die jonge deels ‘langharige’ kandidaten? Waren dat niet de bezwaarmakers tegen de sloop van het Gasthuis en antagonisten van Plan-Schoorswinkel? En waren daar ook niet krakers bij van de Latijnse School? Op 15 april 1977 ging echter de kogel door de bovenzaal bij Dientje. De Heemkundekring van Gemert kreeg veruit het jongste bestuur van alle heemkundekringen in Nederland. Peter van den Elsen, Henk Giebels, Peter Lathouwers en (de wat oudere) Ad Otten kwamen in het bestuur. Nog dezelfde avond zagen vier werkgroepen het licht. Werkgroep Geschiedenis (voor verantwoord historisch onderzoek), WG Genealogie (stamboomonderzoek), WG Dialect (Wim Vos kwam terug in Gemert), en niet te vergeten een uitgebreide redactie voor publicaties. Als garantie voor de te bewaren eenheid: in elke werkgroep (minstens) één bestuurslid.

Vier maanden later (augustus 1977) rolde al Bijdrage nr.1 tot de geschiedenis van Gemert van de drukpers onder de titel “100 Jaar Bejaardenzorg” met grote dank aan Ad Marinus, directeur Huize Ruijschenbergh. Hij had vertrouwen in het nieuwe bestuur. Hij regelde zuster-overste Monica Goossens in de redactiecommissie, beloofde de helft van de oplage af te nemen en gaf ruimte aan een fototentoonstelling die in 3 dagen door 3000 mensen werd bezocht. “100 Jaar bejaardenzorg”, dat schrijver dezes mocht schrijven, was toen al bijna uitverkocht. De formule voor het succcesvol uitgeven van volgende ‘bijdragen tot de geschiedenis van Gemert’ was meteen duidelijk. “We moesten samenwerken.” In 1978 rolden nr. 2 en nr.3 van de drukpers. Het was bij gelegenheid van respectievelijk de opening van de nieuwe Komschool aan de Elisabethplaats en vrijwel gelijktijdig de opening van de nieuwbouw van het Macropediuscollege. De Geschiedenis van het Lager Onderwijs in Gemert (door Peter van den Elsen) en Georgius Macropedius (door Henk Giebels).

Peter Lathouwers verzamelde alle krantenberichten over Gemert van 1880-1900; Wim en Piet Vos werkten aan ‘De Vaktaal van de Gemertse handwever’. Dát werden de boeken bij de opening van de Heemkamer in april 1981, waarmee we onze eigen expositieruimte kregen. Boven op het gemeentearchief… Vóór die tijd waren echter al een stel boeken meer uitgegeven. We dekten de behoefte aan een geheel herziene “Beknopte geschiedenis van Gemert”. We waren hartstikke goejekoop. We werkten vur niks, mar toch waren we ingegaan op de vraag naar een (nog) goedkopere boekuitgave… Zes weken voor het in De Mortel te vieren feest van het 75-jarig bestaan van de kerk, vroeg het kerkbestuur of we een bouwgeschiedenis van hun kerk konden leveren om nagenoeg gratis aan de parochianen te kunnen aanbieden. ’t Parochiememoriaal uit de bouwtijd en andere authentieke
bronnen zaoten in ’n trummelke op de pastorie. ’t Was héél kort dag, maar dat trummelke mee naar huis nemen kon echt niet!? Dat was tegen de regels van de bisschoppelijk archivaris. Marinus Rijkers kwam toen naar de pastorie met een kruiwagen en daarop het kopieerapparaat van de Mortelse Rabobank. Hij kopieerde alles.

Zoals in De Mortel werden 12 zgn. busselkes over uiteenlopende onderwerpen waarvan de oplage niet al te hoog kon worden ingeschat, zelf geschreven en zelf gelay-out. Met dank aan de Zetterij van De Streek. In het verlengde van Gemert in oude ansichten kwam er nu ook een serie “Gemert-in-beeld” met als eersteling het kostelijke Gímmerse Negossie (Tineke Mols & Carin Gerrits).

Samenwerking bleef voorop staan. Met de harmonie, de schutsgilden, de ondernemersvereniging, Stichting Esdonkse kapel, de Congregatie van de Heilige Geest, oorlogsveteranen, Boerenbondsmuseum, Wit-Gele Kruis, NCB-afdeling Gemert, Parochies Gemert en Handel, Dorpsraden van Elsendorp en De Mortel, Genealogische en heraldische verenigingen, Vrijwillige Brandweer, Rabobanken van Gemert, De Mortel en Elsendorp, de Indische Gemeenschap, de VVV, de gemeente, enz. enz. zelfs met ‘nen Helmondse historicus (Giel van Hooff).

Diepgaand historisch onderzoek werd nooit uit de weg gegaan. Evenmin de samenwerking met de Rijksdienst voor oudheidkundig bodemonderzoek (met dank aan Jan Timmers en Ton Thelen) of een internationale coöperatie met bijv. Historisch Studiecentrum Alden Biesen (Ton Thelen). Ten tijde van de opgraving van het Hooghuis werd in een landelijk verschijnend historisch tijdschrift al geschreven over de meest actieve heemkundekring van Nederland en over boekuitgaven van bovenlokaal belang. De status aparte van Gemert kwam uit de verf en Vrijstaat Gemert is intussen al bijna erkend als een soeverein vorstendom van de Teutonic Order. De in de ondergrond bewaard gebleven plattegrond van het eerste kasteel van Gemert (het Hooghuis) werd blootgelegd. Ook het uitgebreide complex van een uit 1210 daterende watermolen. Onderwijl werd de plaatselijke Drukkerij Vos uitgedaagd zich te meten met de van Gemert geboortige Laurentius Torrentinus waarover omstreeks 1550 in Italië werd gepocht als zijnde de beste boekdrukker ter wereld (met dank aan Frans Slits). En wat te denken van de nog almaar uitdijende lokale oorlogsgeschiedschrijving (met dank aan Anny van de Kimmenade en Ruud Wildekamp), van ‘Toen ons Moeder skruwde’ (Bertus van Berlo), en van de indrukwekkende ‘Enkele Reis Indië-Gemert’ (Rob de Haas)? En hoe wil je nu een kasteel restaureren zonder daarvan de bewoners en de bouwgeschiedenis te kennen? Trots mogen we zijn op kostelijke ‘museumgidsen’ van het kerkpatrimonium van Handel, en dat van Sint-Jans Onthoofding “In volle glorie”. Dan hebben we het nog niet eens gehad over de Gemertse Woordenboeken van de gebroeders Vos. De serie Gemertse Verhalen. En de deels digitale bronnenpublicaties, opgestart met het Vredegerecht van Gemert en De afstamming van alle Gemertenaren van Karel de Grote (met dank aan de Werkgroep genealogie onder aanvoering van Wim Jaegers en Willy Ivits c.s.). En niet te vergeten natuurlijk de transcripties en indices van alle Gemertse schepenprotocollen. Van 1473 tot 1811. Een goudmijn voor elke onderzoeker in Gemerts archief. Daarmee zijn we aanbeland bij Simon van Wetten. Historicus én taalkunstenaar, met een hele lijst van publicaties achter zijn naam. Vandaag: auteur én presentator van de 100ste uitgave van onze heemkundekring. Ja, 100 boekuitgaven! Tis bekant nie te geleuven….

Twee dingen nog:
1) de geweldige samenwerking met onze huisdrukkers Vos en Van Lankveld.
2) het initiatief van Rob de Haas voor de website www.heemkundekringgemert.nl. Niet lang daarna kreeg het heemkundekringbestuur een nieuwe scheut in de persoon van Niels Arts. Met hem wordt sedertdien flink inhoud gegeven aan Rob’s ambitie om die website uit te bouwen tot dé EERSTE BRON en vraagbaak wat betreft historie en andere wetens- en opmerkenswaardigheden van Gímmert. Van verschillende kanten groeit nog de bijstand en inbreng. Alle uitverkochte boeken en alle meer dan één jaar oude afleveringen van Gemerts Heem komen op die website. In zoekvensters kun je daar STRAKS vanalles intikken én terugvinden. STRAKS zín ik, már is ’t naw alnie de meest geraadpleegde website van een heemkundekring of geschiedkundige vereniging in ons land?
Gemert, 21 november 2013

(de recensie)
Tussen herberg en hoogmis – de 100ste uitgave
Het moest er natuurlijk uitspringen. En dat doet het ook. Naar inhoud en naar vorm. Een pakketje van zes tèsbuukskes bijeengehouden door een kunstig passende omslag en een touwtje met in een strik een wensbriefje oknogok. Handwerk uit de familiekring van auteur Simon van Wetten. Geen wonder dat er een koper was voor twee pakketjes tegelijk. Eén om te lezen en van de strik te ontdoen, en één om helemaal gaaf met strik-en-al te bewaren achter glas in een vitrine. Geen wonder ook dat de pakketjes nu al op enige tientallen na zijn uitverkocht. Ruim 750 bladzijden ‘krimmeneele zaken’ van Gemert uit de periode 1500-1813 zijn er in gebundeld. ‘Krimmeneel’ in de Brabantse betekenis van ‘apart’, ‘geweldig’ en ‘skon’ tegelijk. Wie wil daar nou geen kennis van nemen? Simon schrijft bovendien geschiedenis met een knipoog en menige anekdote bezorgt een glimlach, en dat niet in de laatste plaats door het kunstige taalgebruik van de auteur. Ja, de 100ste uitgave heeft iets heel aparts.

Bekijk PDF