GH-2014-01 Arcke van Noë – deel 2 Eigenaars en bewoners 1695-1777

Ma r i j v a n P e l t – V o s

Vorige keer hebben we gezien dat Noë er echt gewoond heeft en dat zijn dochter Peerke, de Arck in 1695 verkocht aan Jan Bastiaens.

Jan Bastiaens en Barbara Dircx, met wie hij op 01-09-1682 getrouwd was, woonden dicht bij de Arck in het huis waar Barbara vanaf haar jeugd woonde (nu de Bloemerd 7, 9, 11). Dat huis was hun eigendom en zij hadden het geërfd van haar ouders Dirck Dircx van Boeckel en Barbara Simon Martens. Het stond op een ruim perceel grond en hier bleven zij met hun gezin wonen. Behalve dit huis bezaten Jan en Barbara achter in de Haag nog een boerderij die ze verhuurden en ook de Arck zullen ze hebben verhuurd, wat hun een vast inkomen bezorgde. Van zijn ambacht was Jan Bastiaens schoenmaker en met de opbrengst van zijn grond bij het huis en nog enkele percelen in de buurt die er bij hoorden, moet hem dat meer dan genoeg hebben opgeleverd om in het levensonderhoud van zijn gezin te voorzien.

In de tijd dat Jan de Arck kocht was zijn gezin al compleet. Barbara had het leven geschonken aan negen kinderen, waar onder twee tweelingen. Bij de doop van een van de kinderen trad haar nicht Maria Joost Bouwmans op als getuige en haar zullen we verderop weer tegenkomen. Van de negen kinderen zijn er zes jong overleden. Alleen Helena (Heijlke) geboren in 1683, Theodora (Dircxke) geboren in 1687 en Sebastianus
(Bastiaen) geboren in 1694 bleven in leven. Jan Bastiaens was nog maar twee jaar eigenaar van de Arck toen hij in 1697 overleed en op 18 juli vanuit de Haag begraven werd. Zijn weduwe overleed een paar maanden later en werd op 30-11-1697 begraven als Barbara Jansen. De nog jonge kinderen waren nu ouderloos en zullen bij familie of vrienden ondergebracht zijn. Om hun belangen te behartigen werden er voogden aangesteld. En de kinderen groeiden op…..

Op 27-01-1705 trad Heijlke Jan Bastiaens in het huwelijk met Judocus (Joost) van Helmond. Nu Heijlke getrouwd was konden zij en haar man het deel van de erfenis dat hun toekwam zelf gaan beheren. De scheiding en deling in drie
gelijke delen van de goederen die Jan Bastiaens en zijn echtgenote Barbara Dirckx hadden nagelaten vond plaats op 10-03-1705. Goordt Bastiaens (oom) en Jan Anthonis Hes als voogden over Dircxke en Bastiaen en Joost samen met Heijlke, kregen elk een huis met grond in de Haag. Dircxke kreeg het huis achter in de Haag, Bastiaen het ouderlijk huis op de Bloemerd en Joost en Heijlke kregen het huis dat de Arck genoemd werd. In de akte staat: “Aan Joost van Helmondt en Heijlke Jan Bastiaens is ten deel gevallen het huijs gecomen van Jan Theunis Lamberts, met het aengelagh van dien, groot tesamen ontrent de 4 loopensaten en 16 roeden offte soo groot ende cleijn als hetselve aldaer
in sijne grave ende langhst de stege gelegen is. Item het halff bemptie soo ende gelijck hetselve aen het voorschreven huijs gelegen is, groot ontrent 1 loopensaet ende 25 roeden, in sijne heggen en graven aldaer, offt soo groot en cleijn als hetselve aldaer afgesteecken is”. Ook kregen zij nog een stuk hooiland in de Campen, een hooibeemd in de Cnollenbieter, het voorste deel van de Cleijcamp neven Compeersbempt en een stuk land aan de Donckse brug neven de Aa. Joost en Heijlke woonden wel in Gemert, maar niet in de Arck. Nog geen jaar na de verdeling, op 04-01-1706, verkochten ze hun erfenis (behalve het perceel op de Donk) aan Aerdt Jan Paulus.

De nieuwe eigenaars van de Arck, Aerdt Jan Paulus en zijn vrouw Maria waren beiden geboren in Gemert. Aerdt, die op 30-09-1658 gedoopt was als Arnoldus z.v. Joannes Pauli Gijsberti en Joanna NN, was op een goede dag richting Den Bosch vertrokken. Ook Maria (zie hier boven), gedoopt op 09-08-1655 als dochter van Joost Jan Boumans en Ida Simon Martens, vertrok die kant op. Of zij elkaar achterna reisden of toevallig tegenkwamen is niet bekend, maar zij trouwden samen. In de jaren 1680/1690 woonden ze in Den Bosch. Toen zij in 1706 terugkwamen naar Gemert brachten ze, behalve hun twee kinderen Johanna en Francis, ook een achternaam mee. In Den Bosch zal men hen van Gemert hebben genoemd en weer terug in Gemert bleef het gezin deze achternaam houden. Ze gingen in de Arck wonen die officieel nog steeds geen naam had, maar daar kwam verandering in. Op 01-12-1714 werd er grond verkocht in de Streepen en wie was er belender?

Aert in de Arcke.
Volgens het Landboek, dat werd aangelegd in 1717, bezat Aerdt Jan Paulus in de Haegh nr. 714 huijs en aengelagh groot 3 lopense en 39 roeden en de bijbehorende percelen grond met de nrs. 683, 234, 171, (het land in de Kleikampen komt niet in het Gemertse Landboek voor en het land op de Donk natuurlijk ook niet). Aerdt bezat ook een huis met aangelag en land op de Berglaren met de nrs. 1810, 1808, 1539. Juist in de tijd dat het Landboek werd samengesteld overleed hij en bij de meeste percelen die zijn eigendom waren werd daarom zijn weduwe Maria als eigenares vermeld. Arnoldus Janssen (Paulus) van Gemert werd op 06-03-1717 begraven. Zijn weduwe overleed pas vijftien jaar later en werd op 18-02-1732 begraven vanuit het Lijndereijnt als Maria weduwe van Arnoldus van Gemert.

In hetzelfde jaar vond op 14 november de erfscheiding plaats tussen de kinderen en erfgenamen van Aerdt Jan Paulus van Gemert en Maria Joost Boumans. Aan Willem van der Heijden en Johanna van Gemert viel de boerderij op de Berglaren ten deel en zoon Francis van Gemert kreeg de Arck, bestaande uit huis met hof en aengelag, groot 4 lop. + 16 roeden en meer grond, zoals eerder gekocht was van Joost van Helmond.

Francis trouwde niet, “haj is aalt jonk geblívve”. Mogelijk heeft hij in de Arck gewoond, maar waarschijnlijker is dat hij bij zijn zus en zwager op de Berglaren woonde en de boerderij in de Haag verhuurde.

Op 22-12-1745 werd de Arcke van Noë weer genoemd als belending van een stuk teulland in de Haag dat Gijsbert van Maenen, als man van Catharina Willems van den Broeck, kreeg bij de verdeling van de nalatenschap van zijn schoonouders. Ook in oktober 1766 werd de Arke van Noë genoemd toen daar aangrenzend een groesveld werd verhuurd.

Na het overlijden van Francis van Gemert ging diens bezit in de Haag naar zijn zus Johanna en zwager Willem v.d. Heijden. Johanna en Willem hadden hun boerderij op de Berchlaren en zij besloten, net als meer voorgaande eigenaren, de Arck te verhuren. Van een verhuring werd niet altijd een officiëele akte opgemaakt, maar op 19-12-1768 gebeurde dat wel. De akte werd door de schout en schepenen van Gemert ondertekend en er staat in: “Willem van der Heijden heeft in geregte maniere in verhuijringe uijtgegeven aen en ten behoeven van Henrick Arnoldus (van) Melis sijne camer met drij getouwen, plaetse en agterhuijsinge met het landt en groesveltje tesamen groot ontrent 5 lopense, gelegen alhier in de Haage”. Willem verhuurde het huis met de aanliggende grond voor de tijd van 8 jaar. Het huis was met Pinksteren te aanvaarden, hof en groes half maart en het teulland bloot aan de stoppelen (nadat het gewas gemaaid was), alles in het jaar 1769. De huursom bedroeg 43 gld. per jaar en de huurder moest jaarlijks 2 vimmen dakstrooij leveren voor noodzakelijke reparaties. Henrick huurde het huis met het aangelegen land, maar niet de bijbehorende percelen. Om van de boerderij te kunnen leven was dat te weinig grond. Wel waren de drie weefgetouwen die in de kamer stonden bij de huur inbegrepen. De Arck was een wevershuis geworden.

Henricus Arnoldus Melis was op 03-05-1763 getrouwd met Maria Lamberts v.d. Crommenacker. Toen zij naar de Arck verhuisden waren hun dochters Joanna, Maria en Helena al geboren. Zoon Antonius werd op 30-06-1771 geboren in de Arck.

Nadat de huurtermijn verstreken was werd de Arck verkocht, maar het is heel goed mogelijk dat Henrick Melis huurder bleef bij de volgende eigenaar.

De verkoop door de erven van der Heijden vond plaats op 10-02-1777. Hermannus en Martinus van der Heijden, Hendrik van Doren in huwelijk met Joanna van der Heijden, de kinderen van Joannes van der Heijden, Laurens van Berlo in huwelijk met Alegonda van der Heijden en Andries van Hesewijk als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen in huwelijk verwekt bij Arnoldine van der Heijden, verkochten aan Jan van Herpen: huis, hof en aangelag groot 3 lopense en 39 roeden in de Haag de Arcke genaamd. De percelen grond die niet bij het huis lagen werden los verkocht, meest binnen de familie v.d. Heijden.
(wordt vervolgd)

Bronnen
Familiegegevens uit DTB-boeken Gemert met dank aan Wim Jaegers.
Familiegegevens ‘s-Hertogenbosch met dank aan Willy Ivits.
Gemeentearchief Gemert-Bakel, Rechterlijk Archief (RA) Gemert.
Gemertse Bronnen deel 3a: Het Landboek 1717-1816 Voorloper van het kadaster,
Transcriptie door Jan Timmers en Peter van den Elsen.
Gemertse Bronnen deel 3b: Het Landboek Eigenaars 1717 van A tot Z,

Bekijk PDF