GH-2013-03 Nowee kwam naar Gemert om aan te sterken
Aan de uiterste westrand van Gemert ligt De Ark in Gemert. In 2007 werd daar op een sokkel een heuse ark van Noë geplaatst. Bekend was al dat daar tot medio achttiende eeuw een heel erg oude boerderij moet hebben gestaan die de naam droeg van “Hoeve de ark van Noë”. En in de vorige aflevering van Gemerts Heem kwam Marij Vos in een artikel zowaar op de proppen met een uit historische bronnen gereconstrueerde en geheel verantwoorde onthulling dat een Noë daar ter plaatse ook echt gewoond heeft en dat hij er tussen 12 februari en 19 juli 1653 zelfs moet zijn gestorven. Noë was genoemd naar zijn opa en die heette nota bene ook Noë. Het is bijna niet te geloven… Maar het is allemaal waar!
En… er is nóg meer tussen Gemert en Noë.
“Wist je,” zei me Felix van den Acker, die nu woont op De Ark 4, “dat meteen na de oorlog, de familie Noë (maar dan geschreven als Nowee) bij ons in Gemert over de vloer kwam?” Iedereen kent de bekende jongensboeken van Arendsoog en Witte Veder van zo’n 40 tot 70 jaar geleden. Die werden geschreven door de Haagse hoofdonderwijzer Jan Nowee (1901-1958). Het eerste boek ‘Arendsoog’ dateert van 1935. Uitgever was Malmberg. Bij zijn dood in 1958 had hij deel 20 bijna klaar. Het is afgemaakt door zoon Paul (1936-1993), een dan beginnend journalist. Paul Nowee heeft de Arendsoogserie uiteindelijk nog met 43 delen uitgebreid tot in totaal 63 boeken. Noch vader Jan noch zoon Paul zijn ooit in Amerika geweest maar ze kwamen dus wel in Gemert. Het moet zijn geweest na de bevrijding van Den Haag in 1945. Haagse kinderen moesten na de hongerwinter aansterken. Zo kwam de toen 9-jarige Paul Nowee terecht bij het gezin van Henri & Dorothé van den Acker uit ‘de straot’. Paultje Nowee was een leeftijdbenoot van zoon Felix en die beiden werden maatjes. De latere schrijver van de Arendsoogboeken heeft de Amerikaanse prairie danwel nooit gezien maar hij kreeg wel te zien de Gemertse Kampen en natuurlijk d’Èèrk en de rivier De Rips.
Ook heel spannende landschappen….
(Red. – AO; met dank aan Felix van den Acker)
Bekijk PDF