GH-2013-03 Door de Hel naar Handel
EEN OUDE WEG NAAR HANDEL DOOR DE HEL
Jan Timmers
De Keskesdijk, officieel Lodderdijk en Handelseweg, is de belangrijkste verbinding tussen Handel en Gemert. Dat is ook al jarenlang het geval. Naast deze verbindingsweg was er voorheen nog een andere veelgebruikte route, die misschien nog wel ouder was, maar in de loop van de laatste eeuw nagenoeg geheel verdwenen is. Een klein stukje van de oude route is als zandweg nog aanwezig. Die zandweg heeft de naam Kranerijt gekregen, maar werd voorheen ook wel aangegeven als de Oude Handelseweg. Hij loopt aan de zuidkant dood op de Peelse Loop, waar vroeger een brug aanwezig was. Naar het noorden loopt de weg niet door naar Handel, maar in de Handelse bossen is het oude tracé als karrenspoor nog op een aantal plaatsen duidelijk zichtbaar. Hier en daar is de weg wat “uitgesleten” en heeft het karakter van een holle weg. Soms is een begeleidende greppel aanwezig. Door het bosonderhoud
met groot materieel worden die zichtbare restanten van de weg overigens regelmatig aangetast.
Het noordelijke deel van de weg liep door een stuifzandgebied. Dat stuifzandgebied strekte zich uit over het gehele gebied ten westen van de huidige dorpskom van Handel. De hoge stuifduinen pal ten westen van de dorpskom zijn daarvan de meest opvallende getuigen. Het stuifzand heeft ook ten zuidwesten van Handel behoorlijk wat effect op het landschap gehad. Het huidige reliëf is daar nog getuige van. Ook de oude weg van Gemert naar Handel had last van de zandverstuivingen. Nog in de vorige eeuw is dat te
zien op een foto van fotograaf Duppen. De weg is op die foto nog een echte “holle weg”. De stuifduinen links en rechts van de weg zijn later beplant met dennenbomen die het stuifzand vasthielden. Het reliëf is inmiddels wel wat minder geworden. Het is heel goed mogelijk dat de weg aanvankelijk nog verder naar het westen liep, maar door de verstuivingen in oostelijke richting moest
opschuiven.
Op oude kaarten staat de voormalige weg naar Handel nog aangegeven. In 1930 bestond nagenoeg de gehele route nog. Het noordelijk gedeelte tussen Molenbroekseloop, via Doonheide richting Handel is herkenbaar aanwezig. Op de kaart van ca 1930 zijn met een aantal letters herkenningspunten aangegeven. Het stuk tussen de letters B en C is de huidige zandweg Kranerijt.
Alleen dit gedeelte van de weg bestaat nog. Ter hoogte van punt B is ongeveer 20 jaar geleden een smalle sleuf gegraven dwars over de weg en daar werden op een diepte van minder dan 50 cm de nodige oude karrensporen aangetroffen. Het geeft aan dat dat weggedeelte veelvuldig gebruikt werd, niet alleen als voetpad, maar ook met karren en wagens.
Via hoeve De Wouw
Bij punt C stak de weg de Peelse Loop over. Zowel de brug als het weggedeelte tussen Peelse Loop en Doonheide zijn verdwenen. Bij punt D was een kruising met de Doonheide. Ter hoogte van die kruising lag al in de middeleeuwen de oude hoeve De Wouw. Het was één van de vier vrije hoeven van Diederik van Gemert in de 14de eeuw. Je zou kunnen zeggen dat die hoeve gesticht is langs de oude weg van Gemert naar Handel, die we hier beschrijven. De akkers van De Wouw lagen aan weerszijden van de weg. Je kunt ook zeggen dat de weg tussen de punten D en E over de akkers van De Wouw liep. Bij punt E werd de Molenbroekseloop overgestoken. Vanouds zal dat een zogenaamde voorde geweest zijn. Dat is een plaats in een waterloop die wat ondieper is, zodat je daar met
paard en wagen dwars door het water kon rijden. Deze oversteekplaats lijkt de plek te zijn die in middeleeuwse bronnen de naam Voortynde kreeg. Meerdere malen is sprake van hoeve De Wouw (Wau, Waude) aan de voortynde: 1421 “dat guet te Waude bi den voirtyenden”; in 1483 “hoeve geheiten te Wau aen die voirtijnde”.
De naam voortynde bevat naast de term “voorde” ook nog “ynde” en dat is de naam voor een hekwerk waarmee wegen afgesloten
konden worden. Kennelijk was er ter hoogte van de oversteekplaats over de Molenbroekseloop een hek over de oude weg geplaatst. Komende van Gemert werd hoeve De Wouw aangeduid als liggende bij of achter de Voortynde: het hek bij de voorde.
Door het Molenbroek en de Hel
Aan de zuidkant van de Molenbroekseloop ligt het Molenbroek. Het oostelijk deel van het Molenbroek bleef tot in de 18de eeuw eigendom van de Duitse Orde en werd geëxploiteerd vanuit de hoeven De Voort en De Vogelsanck. De weg naar Handel liep tussen percelen van beide hoeven door en volgde vandaar verder de kortste route naar de toenmalige watermolen aan de Molenstraat. Daarvoor moet de beek De Rips worden overgestoken. Er is maar één plaats waar dat mogelijk was en dat was in De Hel. Voor voetgangers was daar over De Rips een bruggetje gemaakt, een zogenaamde vonder. Die kreeg de naam Hellevonder of Hellekensvonder: de vonder bij de Hel of met een verkleinwoord het Helleke. Hel is een naam die veel voorkomt en wordt gegeven aan plaatsen die erg nat en slecht toegankelijk zijn. De Gemertse Hel was, gezien het gebruikte verkleinwoord, niet zo groot of
niet zo erg. Het was maar een kleintje. De Hel lag ter hoogte van de huidige Valeriusstraat en Poirtershoek in de wijk Molenbroek. Op die plaats passeert ook de Peelrandbreuk die daar wijst veroorzaakt: uit de ondergrond kwelt veel water op en veroorzaakt wateroverlast. Dat kan een ware hel zijn. De Rips zorgde voorheen voor de afvoer van het water. Nu is De Rips gedempt. Achter D’n
Dörpel langs en verderop langs het terrein van het Commanderijcollege ligt momenteel een voetpad in de voormalige bedding van De Rips. Ter hoogte van de Valeriusstraat voert een deel van De Rips in natte perioden nog water. Aan de andere kant van de Valeriusstraat, aan de rand van het plantsoen, lag Hellekensvonder.
Ook al was De Hel slecht toegankelijk, er werd wel gewerkt en gewoond. In 1483 vinden we een huis vermeld in De Hel, langs een
steeg en langs Hellekensvonder:
Huis en hof ter stede geheten die Hell, neven een gemeyn steege, erve Peter van Lanckfelt, Hellekensvonder en erve Heijlke dochter van Gherit van den Waterbemd. (Gemert R96 nr 339, dd 13-10-1483).
Het huis in de hel lijkt in de 17de eeuw verdwenen. In 1614 en 1620 wordt de weg door de Hel nog steeds gebruikt:
“stuk akkerland in de Helle genoemd, tussen des heeren erf en de Rupse en Jan Lenerts erf. Recht van overpad voor Hilleke
weduwe van Henrick Peeters Gelaesmaker (Van Amstel) en Jan Lenerts, en zelf het recht van weg over des heeren erf. Met het onderhoud van het hek met voorste post aan d’Ouehoff.” (Gemert R113 13-11-1614)
“een stuk erf in de Helle tussen Jan Lenerts en des Oirdens erf (de Vogelsanck) en de weduwe Henricx v Ampstel. Met recht
van weg door het ynde aan de Domhoff en de Vogelsanck.” (Gemert R113 7-2-1620)
Tot aan de watermolen
Komend vanuit het Molenbroek steekt de weg van Handel naar Gemert De Rips over en komt ter hoogte van de voormalige watermolen op de Molenstraat uit. Nadat de watermolen voor een deel archeologisch onderzocht werd, is het gebied opnieuw ingericht en bebouwd. De toegangsweg naar de voormalige watermolen is gehandhaafd als “den wegh die men veert ende
gheet ter watermolen”. Het is deze weg waar de oude route naar Handel begint. Lopend langs de gerestaureerde boerderij van (voorheen) Kuppens aan de Molenstraat boog de oude route direct voorbij de boerderij naar rechts. Bij de opgraving van de watermolen werden ter plaatse de oude karrensporen van de weg door de Hel naar Handel teruggevonden.