GH-2011-03 Oud-Gemerts woordenboek

Martien van der Wijst

ERRATA

In het Oud-Gemerts Woordenboek [OGWB] zijn enige fouten geslopen:

-Op p. 31, laatste regel, moet “Beatae Mariae Virginis” veranderd worden in “Beatae Mariae Virgini” (dativus i.p.v. genitivus).

-Par. 8.2.3.1 (p. 82/83), onderaan de par. op p. 83:

“ongespannen (verkorte) monoftongen” > “gespannen (verkorte) monoftongen”

-Par. 8.2.3.4 (p. 84/85), onderaan de par. op p. 85:

“ongespannen (verkorte) monoftongen” > “gespannen (verkorte) monoftongen”

-Woordenboektekst s.v. “Breed” (p. 157):

Tekst moet tot ‘vraagwoord: “breed” worden vervangen.

De verbeterde tekst is:

breed: bn/bw [brei (v; ook predic?; of: brjí, predic?); breië(n), ‘ne(n) – (m, mv); breiëd (o en predic)], vergr tr [breiër; brjíjer], overtr tr [brjídste, ’t -]: zie VD s.v. breed (diverse betekenissen); voorbeeldzin: lèkker is már ’n haand brei (of: brjí?) smáks = ‘het lekkere is maar een hand breed, wordt maar een handlengte gesmaakt’ (“spreekwoord”; 5a; v.d. Elsen; vgl. p. 28);

-Opmerking: Helaas is het klein kapitaal dat in par. 7 (de opbouw van een lemma; p. 65/66; zie p. 66 onder nr. 5, 6 en 8) werd aangekondigd en dat in de originele kopij nog aanwezig was bij de omzetting naar de gedrukte tekst niet gerealiseerd (door de omzetting naar een ander lettertype en lettergrootte of om andere, mij onbekende redenen??).

Piet Vos

Oud-Gemertse taal (recensie)

Met spanning had ik gewacht op het gereedkomen van het Oud-Gemerts Woordenboek [OGWB] van Piet Vos als combinatie-boekwerk met het oeuvre Dictionarium Dialecti Gemertanae Veteris, oorspronkelijk werk van Gerlacus (Godefridus) van den Elsen. Ik meende me even te moeten schamen voor Gerlacus mijn schoolgenoot van de Latijnse School (zie blz. 12: foute naamval en geslacht), maar wellicht wist hij meer van de Efraïmieten uit de bijbel (Rechters 12.6) die evenmin als de Gemertenaren de “sch” uitspraken. Ik weet niet wat hij op zijn rapport had voor Latijn, maar ik weet wel, dat in mijn tijd het dialect zelden en het woord “dialectos” nooit werd gebruikt tussen al die buitendorpse studenten.* Overigens had men Frans Slits ook even op blz. 31 moeten laten kijken of Virgini niet beter is dan Virginis (inderdaad! Zie: Piet Vos, Errata Oud-Gemerts Woordenboek – red.). Dit even terzijde.

Ik ben werkelijk verheugd over de verschijning van dit boek. De auteur heeft in de eerste betekenis die Van Dale geeft, enorm zitten vossen. De opsomming in Nederlandse en vernederlandste woorden in plaats van oud dialect is een vondst en een uitkomst om de weg te wijzen aan gebruikers. Ik stortte me meteen op één van de woorden en toevallig (even toevallig als de geboorte van Swanenberg in Gemert, blz. 3) kwam ik toen uit bij “gij” en “wij”. Daar belandde ik in de nog verder te voeren discussie, waar en wanneer we in Gemert “waj” zeggen of zeiden en waar en wanneer “wèj” (zie ook Renders). Werd er in de Pandelaarse Kampen vaker “waj” gezegd dan op Handel of op de Komschool? We lezen in dit boek verder ook dat de Gemertse boerenbevolking zijn mond verder open deed dan anderen, niet alleen omdat ze grotere stukken spek aten maar ook bij het uitspreken van sommige woorden (blz. 76). Interessant vond ik, dat ik op blz. 5 al een woord vond dat ik niet ken: “hikske” als verkleinwoord voor “haok”. Zo is het een prachtig boek geworden om in te grasduinen, zoals in het voorwoord al staat. We vinden er “‘nen houp geleiërdhajt” in, het is verre van gemakkelijk, maar de auteur heeft er veel aan gedaan om het bruikbaar en leuker te maken. Proficiat.

Martien van der Wijst, Heerlen

* Naast ‘dialectus’ komt in het Latijn ‘dialectos’ ook voor (mededeling P.Vos)

 

Bekijk PDF