GH-2011-01 D’n buurman over Gemert anno 1645

D’N BUURMAN OVER GEMERT ANNO 1645

Simon van Wetten

Philips, baron van Leefdael, was heer van Waalwijk én van Beek, en dus een belangrijke buurman van de Commanderij Gemert.1 Geboren omstreeks het jaar 1610, getrouwd met Cornelia, dochter van Johan van Egmond van der Nyenburg, en verwekker van negen kinderen, zag hij ook nog kans veelvuldig conflicten met zijn onderdanen uit te vechten voor de Raad van Brabant én om een vraagbaak te worden! Een vraagbaak? Jawel, de baron wist héél veel over stambomen, extracten, attestaties en wapenen. Heraldische wapens, wel te verstaan. Als een adellijke familie nog eens het precieze van de kwartierstaat, de voorouders of de bezittingen wilde weten, dan kon ze dankzij de enorme verzameling boeken, archieven en notities van baron Van Leefdael een heel eind terug in de tijd …

Maar Van Leefdael had een bredere belangstelling dan alleen maar genealogie. Alle heerlijkheden, kastelen, kerken, kloosters en kapellen in de Meijerij van ‘s-Hertogenbosch hadden zijn warme aandacht. Hij beschreef ze en zo komt het dat we weten hoe de buurman van Gemert om en nabij 1645, in de laatste jaren van de Tachtigjarige Oorlog, tegen ‘ons’ aankeek.2 Hij weet natuurlijk van de status aparte van Gemert dankzij de Duitse Orde, noemt de namen van de landcommandeur en de commandeur en duidt en passant ook nog een wisseling van de wacht in het commandeurschap aan. Van Leefdael vindt onze kerk, de toen tweehonderd jaar oude St. Jan, heel mooi! Hij beschrijft de Maria-devotie in Handel, beoordeelt de kerk (destijds nog een kapel) aldaar als zeer fraai, en haalt aan om een tweede kapel te beschrijven, maar houdt halverwege de zin op.3 Het opgelegd protestantisme (na de val van Den Bosch, in 1629) omschrijft de baron-historicus als de retorsie, de vergelding. Voor de predikheren in Den Bosch de reden om naar Gemert te verhuizen. Verder heeft Van Leefdael lovende woorden voor de Latijnse school, goed begiftigd, met een leien dak, omgracht, en zelfs geleid door een directeur! Het kasteel vindt de buurman-baron natuurlijk magnifiek en hij heeft de ophaalbruggen geteld: drie! Ja, ja, de Commanderij van Gemert is de rijkste van de hele Ballije. En tot slot wordt het Slotje beschreven.

Gemert

Deze plaetse en comparert nerijcht onder de dorpen van de Meijereije van Den Bosch, toebehoorende den Duijtschen Orden onder de Ballije van Ouden Bissen. Heer daervan wesende den lantcommandeur van Bissen voors., ’t welck tegenwoordigh is heer Goddart, Grave van Huijn, jongsten soone des heeren van Gillain, pantheere van Wachtendonck. Den tegenwoordigen commandeur aldaer is heer Gaspar Ulrich, baron van Hoensbroeck (en later daar bijgeschreven) als nu den baron De Virmundt.

2011-1 buur1

Den parochiekercke is seer schoone, hebbende voor patroon Jan Babtist. In ’t patronaat competeert den heer lantcommandeur van Bissen voors.

Op seekere plaetse ghenaemt Handell is een seer fraije capelle van onse L. Vrouwe, daer veele devotie gheschiet. Item nogh een cappelle daer patroon is ….. (hier stokt het).

Seedert de retorsie hebbende de verjaeghde predicheeren van ’s Hartogenbossch aldaer ghetimmert seekere woonstede ghelegen in ’t midden van ’t dorp aen de Mercktplaetse van ’t dorp. Voordsh is tot Gemert eene schoone ghedoteerde schoole, met schalien dack gedeckt ende met grachten omwatert, waer van deritteur is den pastor aldaer.

2011-1 buur2

Item is aldaer een mangnifiec out gehbout casteel met drij optreckende bruggen ende twee schoone, wel betimmerde nederhooven, wesende de residentie van de commandeur, ende tot den commanderijen met andere schoone goederen behoorende als weesende Gemert de rijckxste commanderij onder de Balliage van Olden Bissen.

Item nogh is tot Gemert seekere woonplaets met grachten omgraven, ghecoomen van Goddart van Lanckvelt, ende met sijne dochter Maria ten houwelijck ghebrocht aen jonker Robert de Bever, heere van Milheeze.

NOTEN:

1. A.P. van Vliet: Baron Philips van Leefdael (1610-1681), genealoog en historicus. (Zie www.thuisinbrabant.nl/biografieen)

2. Philips van Leefdael heeft in 1654 de wapens en beschrijvingen vastgelegd. In het Rijksarchief te ‘s-Hertogenbosch treft u het aan bij code-inventaris 350, inventarisnr. 1. De beschrijvingen van de dorpen stamt ook uit ongeveer die tijd, hoewel men mag aannemen dat de indrukken en kennis die de baron moet hebben opgedaan om die dorpen eigenhandig te kunnen beschrijven, dateert van de jaren daarvòòr. Code-inventaris 350, inventarisnr. 6.

3. De Ossenkapel kan het niet geweest zijn, die bestaat pas sinds 1891. Mogelijk is bedoeld de (oude) kapel op Esdonk, of de kort na de pestepidemie van 1636 in aanbouw genomen Antoniskapel van De Mortel. De bouw daarvan werd pas in 1689 afgebouwd (zie: A.Otten, Oudste vermelding van de St.Antoniskapel in De Mortel, Gemerts Heem 1980 nr.1, p.7-8).

Bekijk PDF