GH-2010-04 Gemert verklaard (2)

 

Jacques van der Velden

Recent onderzoek heeft geleid tot nieuwe inzichten in de historische ontwikkeling van het landschap van de Kempen. Vooral het oorkondenonderzoek daarin is interessant, omdat het informatie verschaft over de begroeiing van vóór 1300. Hiermee is beter te begrijpen hoe Gemert er uit moet hebben gezien toen haar naam voor het eerst opdook in de annalen. Alhoewel lang niet alle vragen zijn opgelost, lijkt het me toch zinvol om te bekijken wat dit voor de verklaring van ‘Gemert’ kan betekenen. De beste verklaring zal op den duur toch winnen.

In mijn vorige artikel Gemert verklaard heb ik gesteld dat Gemert in goed verstaanbaar Nederlands de moeren of het moeras betekent, daarbij verwijzend naar de moerassige wijstgebieden. Gemert werd daarin gezien als een samenstelling van ge-, -mer- en -t, met als betekenis ge- ‘gene’, mer ‘moer, moeras’ en -t verzamelachtervoegsel. Met de nieuwe inzichten van het onderzoek kom ik uit bij de samenstelling en betekenis ge- ‘gene’ en -mert ‘mirt, gagel’. Gemert betekent dan ‘de plaats waar veel gagel of mirt groeit’.

Gemert kan gezien worden als een samenstelling van gene en merde, gebaseerd op de oudste schrijfwijze Gemerde [1172]. Het bepaald lidwoord gene is de vorige keer uitgebreid behandeld. Alleen van het tweede deel merde wil ik nu de betekenis op basis van de nieuwe inzichten doorgronden. Merde vergelijk ik daarbij met mierde, omdat oudere schrijfwijzen sterk op elkaar lijken en omdat er landschappelijke overeenkomsten zijn. Bovendien krijgt mierde meestal de betekenis moeras, maar nu ook de betekenis mirt toegeschreven.

2010-4 gemert1De landschapsvorm wijstgronden wordt uitgebreid behandeld op de site Geologie van Nederland. Wijst is het merkwaardige verschijnsel van hoger gelegen natte gronden, tengevolge van slechte ontwatering, veroorzaakt door ondoorlaatbare breuken in de ondergrond. Het heeft als kenmerk, moerassige gebieden door opgestuwd grondwater [kwelwater] aan de hoge kant van de breuk en zeer droge gronden [klapzand] in de relatief lage gebieden aan de andere kant van de breuk. In het natste gebied, waar veel ijzerhoudend kwelwater aan de oppervlakte komt, kan zich ook veen vormen. Veen bestaat vooral uit afgestorven veenmos, dat op voedselarme plaatsen groeit. Gemert is aan de Peelrandbreuk gelegen. De Midden-Brabantse dekzandrug ten westen hiervan reikt bijna tot aan deze breuk en vormt een barrière voor de Aa die daardoor gedwongen wordt om zoveel mogelijk richting Peelrandbreuk op te schuiven. Deze nauwe doorgang veroorzaakt daardoor een overstrominggebied tussen de Aa en de breuk.

De tekening uit de wateratlas van Noord-Brabant laat zien dat de verschillende wijstgebieden in elkaars verlengde liggen. De grootste gebieden liggen direct langs de Peelrandbreuk en de kleinere langs een paar zijbreuken ook wel storingen genoemd, zoals de Storing van Handel.. Recent onderzoek heeft 2010-4 gemert2geresulteerd in de herontdekking van de Storing van Zeeland. Deze breuk loopt langs de Geneneindsche Velden en vervolgt zijn weg dwars door Gemerts grondgebied richting Zeeland. Gemert is aardkundig dus te kenmerken als een breukengebied.

Er zijn diverse toponiemen in Gemert die verwijzen naar bomen, zoals Els, Beuk, Esp etc., maar de vraag is of er vóór 1172 hier wel bossen waren die hoofdzakelijk uit bepaalde bomen bestonden.

Onderzoek naar het landschap van de Kempense wildernis aan de hand van ruim 2000 oorkondeteksten heeft uitgewezen dat vóór 1300 de plantengroei op woeste gronden of wildernis, werd aangeduid met de Latijnse woorden Mirica en Thimus, woorden die naar Gagel en Tijm verwijzen. Verder werden woorden aangetroffen voor: Eikenbos, Hout (bos van opgaande bomen; Boekend?), Goor (moerassig gebied), Kromven, Laar (open plek in bos?), Moer (veen) en de vermelding van losse bomen. De conclusie was dat we uit moeten gaan van een zeer gevarieerd landschap met gras, struiken en bomen, in een vochtig tot nat parklandschap. Dus nauwelijks aaneengesloten begroeiing. Tijm groeit op droge, zure zandgronden, maar Mirica op voedselarme venige plekken, niet zelden rond heidevennen. Omdat we in Gemert met voedselarme natte venige wijstgronden te maken hebben, is Mirica de meest waarschijnlijke plantengroei van de twee. Omdat hij ook op plekken groeit die ’s winters onder water staan en zomers droogvallen, komt gagel ook in overstromingsgebieden voor. Blijkbaar gingen zulke namen van planten fungeren als aanduiding voor een heel gebied. Dit kan gebeuren omdat een plant een belangrijke rol speelt, erg opvalt of ter plaatse veel voorkomt. De takken zijn opvallend rood van kleur en de rol die het had in de bereiding van gagelbier destijds kan ook haar populariteit verklaren. Waarschijnlijk heeft Gemert vanwege haar kenmerk breuken- en overstromingsgebied opmerkelijk veel gagel gehad. Hier kan dan de verbinding liggen tussen de moerassige wijstgebieden en de naam Gemert.

Huidige landschap.

Met de bevolkingstoename van na het jaar 1000 ontstond er behoefte aan meer voedsel. Vanaf de 10e eeuw werd vanuit de oudere nederzettingen begonnen met het ontginnen van de woeste gronden. Vóór deze tijd vonden ontginningen slechts plaats op beperkte schaal en vooral om uitgeputte gronden te vervangen. In deze tijd ontstonden dan ook vele gehuchten en dorpen. De periode daarna, tussen de 11e en 13e eeuw, wordt wel aangeduid met de tijd van de grote ontginningen en verbeterde landbouwmethoden. Meer landbouwgrond werd gewonnen op de bossen, de woestenij, de heide en het moeras.2010-4 gemert3a Ook van Gemert weten we dat in het verleden diverse waterlopen en moerassen op de schop zijn gegaan, want namen zoals Walgraaf, Heggraaf en Doregraaf duiden op het graven van waterlopen. Onlangs ontdekte men op grond van waarnemingen dat de visvijver De Dribbelei in het verleden een veel grotere plas moet geweest zijn. Daarom ga ik er van uit dat de wijstgronden oorspronkelijk ook veel groter waren. Dat dit samenhangt met die veranderingen in de waterhuishouding lijkt mij duidelijk. Deze ontginningen zorgden voor een snellere afvoer van het regen- grond- en kwelwater door aanleg, kanalisering en normalisering van waterlopen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een algehele verdroging waardoor gagel nu een zeldzame plant is geworden en daarom op de rode lijst terecht is gekomen. Intensieve bemesting zal hierbij ook een rol gespeeld hebben.

 

 

Gagel.

Een zeer sterk riekende heester, die voor komt in gebieden met een zeeklimaat. Gagel is een inheemse struik van2010-4 gemert4 lichtzure en vochtige grond en wordt 1-2 m. hoog. Het is te vinden op de flanken van beekjes, vennen, moerassen en donken [Gageldonc, 13e eeuw]. Een overgangsplant tussen heidevelden en beekdalen, tussen heidevelden en hoogveen en langs venoevers, liefst met één been in het water. Naar mijn mening zal het zich ook thuis voelen op moerassige wijstgronden, waar voedselarm kwelwater aan de oppervlakte komt. Het groeit dus zeker niet uitsluitend in breukgebieden.

Zo is de Gagelweg in Handel genoemd naar deze ter plaatse veel voorkomende heester. Hier ligt ook de Handel-Oost storing in de ondergrond. Is dit toeval? Gezien de biotoop van Gagel, moeten er nog meer gebieden met deze kenmerken aan te wijzen zijn. Kwel is grondwater dat door toestroming naar lagere gebieden in het landschap aan de oppervlakte komt. Op zulke plaatsen kan zich ook ijzeroer vormen. De zuurtegraad en opgeloste mineralen in dit water bepalen verder welke flora zich daarop kan ontwikkelen. In het geval van beukranden waar het grondwater uit veengebieden zoals de Peel [infiltratiegebied] wordt afgevoerd dragen het kenmerk van voedselarm water [kwelwater]. In Brabant bevinden dit soort gebieden zich op de flanken van de Peelhorst en aan de westzijde van de Centrale Slenk, waar zich ook een peelgebied heeft gevormd. Het toponiem De Peel gelegen dicht bij De Moeren aan de grens met België ten zuiden van Reusel-De Mierden getuigt hiervan. Gemert en Hoge- en Lage Mierden kunnen daarom mogelijk met elkaar in verband gebracht worden.

Mierde.

Volgens sommigen komt miert van het Latijnse woord myrtus ‘mirte, gagel’. Er bestaat een Bijbels geïnspireerd verband tussen buxus als vervanger van de palm en gagel (myrthe-mirt) als vervanger van de eveneens sterk geurende struik myrrhe. Een bron uit 1287 zegt mirtus etewi dat gaghel ‘mirtus noemen wij gagel’. De Zweedse natuuronderzoeker Carl Linnaeus [1707-1787] heeft de inheemse mirt of gagel de naam Myrica gale L. gegeven. Bij Hoge- en Lage Mierden lopen ook diverse breuken. De Hoge Mierde breuk (Rauwbreuk) en de Reusel breuk. Ze lopen evenwijdig aan de Peelrandbreuk en zijn naar het oosten aflopend. Ze omlijsten de centrale slenk, zoals de Peelrandbreuk bij Gemert dat doet in het oosten. Je zou kunnen spreken van een spiegelbeeld situatie en is daarom perfect vergelijkingsmateriaal. In de buurt van de Hooge Mierdseweg komt ook het toponiem ‘De Gagel’ voor.

Samen met de conclusies van het onderzoek (Het landschap van de Kempense wildernis) ben ik geneigd om miert als ‘gagel, mirt’ te zien. Helaas is het toponiem mierde ‘plaats met veel gagel’ in de omgeving van Gemert niet bekend of het zou Gemert zelf moeten zijn. Ik denk daarbij aan de mogelijkheid van ‘gene mierde’ of ‘gene meerde’.

Hypothese ‘gene mierde’.

In mijn vorige artikel heb ik gesteld, dat het denkbaar is dat mert van mart, mert, miert of mort komt. Alleen Mierde is bij mijn weten de enige plaatsnaam buiten Gemert die in dit rijtje past en voldoende overeenkomsten heeft met Gemert, dus kies ik voor miert. In het Limburgs dialect wordt de Nederlandse ie dikwijls uitgesproken als ee, zoals bij: niet > neet, bediend > bedeend en alstublieft > ezzebleef. Dit verschijnsel doet zich ook voor bij familienamen, zoals: Peter van Meerde=van Mierde=van Merde [Herentals 1296], en van Miert; van der Mierde(n), van (der) Meert, Vermier(d)t die naar de plaatsnaam Mierde [NB] verwijzen. Hieruit concludeer ik dat mierde en merde dezelfde oorsprong kunnen hebben.2010-4 gemert5

Een plaats waar veel Gagel of Mirt groeit.

Het grondgebied van Gemert vormde door zijn moerassige wijstgronden en overstromingsgebieden langs de Peelrandbreuk een uitstekende voedingsbodem voor gagel of mirt. Ik verwacht dat het hierop gevormde veen alleen geschikt was voor kleinverbruik. Het ijzeroer uit de ijzeroerbanken werd in funderingen van huizen verwerkt en zelfs geëxporteerd naar Pruisen.

Ook gagel werd verhandeld, in de Kempen werd het daarom Kempisch Goud genoemd.

Andere namen voor de heester Gagel of Mirtedoorn zijn onder andere: Brabantse mirt, Mirt, Mirtetakken, Luiskruid, Mottekruid, Vlooiekruid, Vlooiehout en Wilde wilg. In de Peel en andere delen van Brabant komt het dialectwoord mirt ‘gagel’ voor. Er was in de Middeleeuwen zoveel gagel in Brabant dat het werd geëxporteerd. Enkele buitenlandse benamingen voor de Brabantse mirt zijn: Brabander Myrte [Duits]; Samouco-do-brabante [Portugees] en Mirto de Brabante [Spaans]. Het was een belangrijk kruid dat in gruit of grut verwerkt werd om bier op smaak te brengen. Bovendien is het een goed conserveringsmiddel. Pas vanaf de 13e eeuw werd hiervoor ook hop gebruikt. Uit de naamgeving blijkt dat het ook gebruikt werd tegen ongedierte. Er werd namelijk gagel in het bedstro gestopt om de vlooien te verjagen. De woeste gebieden of wildernis waar de gagel groeide was in het bezit van de Landheer. Hij bezat dan ook het gruitrecht dat fungeerde als een soort van belasting of (ac)cijns. Zo had Dirck van Ghemert ook een aandeel in de gruit van Ghemert.

9-7-1383

Dirck van Ghemert heeft opgedragen aan Gooswijn Henrick Gooswijn Steenwech een cijns van 40

schellingen en een cijnshoen welke Tielken van Ghemert hem betalen moet uit huis en hof etc waarin

Tielken woont in Ghemert; en zijn deel in de gruit van Ghemert en zijn gemeint in Ghemert

Conclusie.

De naam Gemert heeft zich mogelijk ontwikkeld zoals De Mierden uit Myrtha [ca. 1200] of Mirde [1201] waaraan het bepaald lidwoord gene zich heeft vastgehecht, zoals bij Geenhoven. Aangezien waarschijnlijk in deze streek de ee voor ie is gegaan zoals in het Limburgs dialect kunnen we bovendien uitgaan van Meerde in plaats van Mierde. Gemert is dus mogelijk ontwikkeld uit de gereconstrueerde vorm *geenmeerde. De n is daaruit verdwenen zoals dat in Onland > Olland en Onstade > Ostade is gebeurd. De oudste schrijfwijze werd daardoor Gemerde. Dit werd zoals we weten op den duur Gemert, de naam van het grondgebied, waar de moeren, het moeras of moerassige wijstgronden aan de Peelrandbreuk eertijds waren gelegen. De herkomst en oorspronkelijke betekenis is dan ‘de plaats waar veel gagel of mirt groeit’ zoals dat op woeste gronden in Brabant toentertijd veel voorkwam. Deze heesternaam is gaan fungeren als aanduiding voor het grondgebied Gemert.

Afkortingen en geraadpleegde bronnen (boeken en internet):

> ‘is geworden tot’; * ‘gereconstrueerde vorm’.

Etymologisch woordenboek van het Nederlands, onder hoofdredactie van dr. Marlies Philippa met dr. Frans Debrabandere en dr. Arend Quak, 2004, Amsterdam University Press. Lemma: gagel.

Middelnederlandsch handwoordenboek bewerkt door J. Verdam, 1981, Martinus Nijhoff. Lemma: gagel.

Van d’n Aabeemd tot de Zwijnsput, Toponiemen in de cijnskring Helmond vóór 1500 in naamkundig en nederzettingshistorisch perspectief, 1996, Henk Beijers en Geert-Jan van Bussel. Lemma: gagel, graaf, meer.

Woordenboek van de Brabantse dialecten, Deel III, Sectie 4: De wereld tegenover de mens, Aflevering 3, Flora, Dr. J.Swanenberg m.m.v. dr. H. Brok. Hoofdstuk Gagel. 2002.

Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz 1885, Gera, Germany

Noordbrabantse plaatsnamen, Valkenswaard, H.E.M. Mélotte en J. Molemans, 1979. Lemma: Geenhoven.

Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk, door dr. Frans Debrabandere, 2003.

Gemerts Heem Jrg. 45, 2003, nr. 3, p.23, Jan Timmers, Cultuurhistorische aspecten van wijstgronden.

Gemerts Heem Jrg. 50, 2008, nr. 1, p.10, Jan Timmers, De Rips en de Beek, Hist. watermanagement in het dorp

Gemerts Heem Jrg. 52, 2010, nr. 2, p.5, Jacques van der Velden, Gemert verklaard.

Gemerts Heem Jrg. 52, 2010, nr. 2, p.19, Harry Slits, Gemerts ijzererts naar Pruisen.

http://www.allesoverstraatnamen.nl/ Gagelweg, Gemert A-J.

http://users.bart.nl/~leenders/txt/wolvenput.pdf Het landschap van de Kempische wildernis. Dr. K.Leenders.

http://www.kijkverdriet.be/Myrthe/ Gagel in Kempense Toponiemen, M.van Mierlo.

http://www.natuurinformatie.nl/ Gagel, EcoMare.

http://www.biopix.com/ Afbeelding: Bog Myrtle. Plaats: Store Øksø, Rold Skov

http://nl.wikipedia.org/wiki/Wilde_gagel Wilde Gagel.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Wijstgronden Wijstgronden, Wijst.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Peelrandbreuk Peelrandbreuk, Overzicht hoofdbreuken.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Stippelberg Klapzand

http://www.scapreel.nl Veel gestelde vragen over de Middeleeuwen. Dranken bier, gagel, gruit.

http://dialect.ruhosting.nl/wbd Woordenboek van de Brabantse Dialecten.

www.reuseldemierden.nl/ Gemeente Reusel-De Mierden

http://brabant.esrinl.com/wateratlas/ Wateratlas Noord-Brabant. Overstromingsgebieden, Wijstgebieden.

http://www.geologievannederland.nl/landschap/landschapsvormen/wijstgronden Landschapsvorm wijstgronden.

http://www.wulfila.be/tw/query/?prv=35 Myrtha en Myrta – Abdij van Averbode. Mirde – Abdij van Postel.

http://www.museumasten.nl/ In de museumtuin zijn twee gagelstruiken te bewonderen.2010-4 gemert7

Bekijk PDF