GH-2010-04 Anna-te-drieen

Peter van den Elsen

Tijdens de tentoonstelling in de Walravens Hoeve in 1995, bij gelegenheid van het driehonderdjarig bestaan van de Esdonkse Spijkerkapel, werd een beeld van Anna-te-Drieën getoond dat in één van de schuurkerken op Esdonk had gestaan. De kapelaan en latere pastoor van Gemert, Joannes Quix, noteerde hierover: “Wij hadden onsen dienst gedaen in de schuere van Goosen Leunis op Esdonck, dese schuere staet op het Boekels ende het huys daer die schuere onderhoort op het Gemerts en wij woonden in de camer van Jan Aertjes op Boekel.”

In 1648 werd de katholieke godsdienst in Gemert verboden. De Duitse Orde verloor de soevereiniteit over de Vrije Heerlijkheid Gemert. De Commanderij kwam onder het bestuur van de Staten Generaal van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Dit vloeide voort uit het verdrag dat te Munster werd gesloten na het beëindigen van de Tachtigjarige Oorlog. Deze situatie zou zo blijven tot 1662, toen de Teutoonse Orde in haar rechten werd hersteld.

Direct gevolg van het verlies van de Status Aparte was dat de Sint Janskerk werd geconfisqueerd en de katholieken hun toevlucht zochten op Esdonk, net op Boekels grondgebied. Aanvankelijk vinden de kerkelijke diensten plaats in een schuur van Goosen Leunis en vanaf 12 juni 1653 in een nieuw gebouwd kerkenhuis waar de pastoor en kapelaan ook gingen wonen. Het nieuwe gebouw stond op een perceel grond van Antonius Willems Hes, aan de weg van Esdonk naar de Mutshoek. Kennelijk hebben de geestelijken niet alles mee naar hun nieuwe woonplek verhuisd, want het beeld van Anna-te-Drieën bleef na 1653 achter in de boerderij van Jan Aertjes op de Mutshoek.

Anna-te-Drieën is een voorstelling van de heilige Anna met haar dochter Maria en haar kleinkind Jezus. De meest voorkomende uitbeelding is dat Anna links wordt afgebeeld, met een boek of een vrucht (druiventros), dochter Maria (als jonge vrouw) rechts en het kindje Jezus in het midden. Het hier beschreven beeld vertoont veel overeenkomsten met beelden uit de 15de eeuw. Het gepolychromeerde houten beeld is eenvoudig gesneden en erg verweerd. Het beeld is circa 30 cm hoog. De ouderdom is moeilijk in te schatten, zeker is dat het van voor 1648 is. Haar verering nam grootse vormen aan in het Rijnland (o.a. Keulen en Düren) en de Nederlanden. De heilige Anna werd in de vijftiende eeuw één van de bekendste en geliefste heiligen. Na de kruistochten, toen veel relieken hun weg naar het westen vonden, nam haar cultus verder toe met een hoogtepunt rond 1500.

Als grootmoeder van Jezus dacht men haar bijzondere macht toe als hemelse voorspreekster bij haar kleinzoon. Omdat Anna na de dood van haar eerste echtgenoot, Joachim, nog twee keer getrouwd zou zijn geweest en van iedere echtgenoot een dochter zou hebben gebaard met de naam Maria, was ze ondermeer de patroonheilige van de onvruchtbaren, kinderenlozen, het huisgezin en grootouders. Zij werd speciaal aanbeden door hen die maar moeilijk kinderen konden krijgen of door jonge vrouwen die hoopten een huwelijkskandidaat te vinden.

In de Gemertse parochiekerk was een zijaltaar gewijd aan de heilige Anna. Van dit altaar waren Maria Magdalena, Agatha, Brigida, Joachim (de man van Anna) en Joseph (de man van Maria) eveneens de patroonheiligen. De feestdag van Sint Anna valt op 26 juli, vier dagen na de feestdag van Maria Magdalena (22 juli), de patrones van de Esdonkse spijkerkapel. Misschien ligt hierin het motief dat het beeld uit Gemert mee naar Esdonk/Mutshoek is2010-4 anna2 gekomen. Waarom de toenmalige geestelijken het beeld niet hebben meegenomen naar het nieuwe kerkenhuis, is onduidelijk. Was het een gift aan Jan Aertjes als blijk van dank voor het geboden onderdak? Was het, omdat het beeld ook toen al erg verweerd was? Of was het omdat de Sint Anna-devotie na 1600 op zijn retour was? Anna was drie keer getrouwd en in de kerkelijke propaganda in de periode van de contrareformatie was dat een minder aantrekkelijk voorbeeld.

Het beeld is voorgoed uit Gemert verdwenen, maar Sint Anna wordt nog op enkele plaatsen vereerd. Op de eerste plaats in het Sint-Annakeske tegenover Activiteitencentrum De Eendracht. In één van de nissen van het keske aan het Kruiseind staat een beeld van Sint Anna. Na 1600 werd Sint Anna nauwelijks nog afgebeeld als Anna-te-Drieën. Deze verbeelding verdween niet alleen uit Gemert, maar ook uit de devotionele cultuur. Wel werd Sint Anna na 1600 vaak met haar dochter Maria afgebeeld, zoals op een console in de Gemertse kerk.

 

Bronnen:

– Ton Brandenburg, Heilige Anna, Grote moeder. De cultus van de Heilige Moeder Anna en haar familie in de Nederlanden en aangrenzende streken. Uitgeverij SUN. Uden, 1992.

– Peter van den Elsen, Esdonk, Geschiedenis van een kapelgehucht, 1981, BGG nr. 8; pagina 39-40.

– Walter Corssmit e.a., Boekel zô âs ’t vruger waor. Uitgave Heemkundekring St. Achten op Boekel, deel 1, 1992, pagina 11.

– Ton Thelen, In volle glorie. De kerk van Sint-Jansonthoofding te Gemert. Gemert in beeld nummer 11, 2003.

– Ton Thelen en Wil van Lierop, Langs velden en wegen. Monumenten van devotie in Gemert-Bakel, Gemert in beeld, nummer 14, 2006.

Bekijk PDF