GH-2010-03 Gemertse sigaren
Ad Otten
In de periode van 1900-1960 telde Gemert een flink aantal kleine sigarenfabriekjes. Vele senioren van Gemert kennen de sigarenfabrikanten van toen nog wel. In alfabetische volgorde noemen we: Janus van Berkel (Kerkstraat), Antoon van Berlo (Pandelaar), Johan van den Broek (Nieuwstraat), Van den Burgt (Kruiseind-Krengelhoek), Antoon en later Frans Corstens (Kerkstraat/Ridderplein), Willem van Kemenade (Kerkstraat), C. Keunen (Molenstraat), Thé van Schijndel (Kruiseind), Firma Van der Tak & Co. (Nieuwstraat), Gebroeders Verbrugge (Kruiseind), Pauwke Verhees (Pandelaar), Marinus Vos (Kruiseind) en Jan Wijn (Kerkstraat). En er zijn er beslist nog meer geweest. Wie helpt ons aan nog meer namen? En wie helpt ons aan Gemertse sigarenmerken want daarvan is in feite nog minder bekend. Tot dusver kennen we slechts van Pauwke Verhees het merk ‘Valkenier’, van Marinus Vos de merken ‘Gemertse Bolknak’, ‘Grandeur’ en ‘Jan I’ en van Thé van Schijndel (alias Té Hèèj) – de laatste sigarenfabrikant in Gemert – kennen we ‘Don Carlos’, ‘Maximiliaan 11’, de sportsigaar ‘Hercules’, en pijptabak ‘De Herder’. In augustus 1967 vierde laatstgenoemde Thé van Schijndel een feestje. Hij was vijftig jaar tabak- en sigarenfabrikant. De Traverse van 3 augustus 1967 wijdde er een artikeltje aan. Met z’n twaalf jaar had Thé, zoon van wever Driek van Schijndel, het sigarenmakersvak geleerd bij Johan van den Broek in de Nieuwstraat. Tien jaar later, het was in 1917, begon hij in het Kruiseind voor zichzelf en in 1920 had hij zelfs 6 mensen in dienst. Naarmate de jaren vorderden werd de concurrentie echter almaar zwaarder en hij werd van lieverlee weer zzp’r, ook al kende men toen dat begrip nog niet. In 1967 was hij, inmiddels 72 jaar, de laatste sigarenfabrikant van Gemert.
Bekijk PDF