GH-2010-01 Kademuur in binnengracht kasteel
Ad Otten
Rondwandelend in het park van het kasteel heeft iedereen wel eens die grote boomtak zien liggen midden in de binnengracht. De gracht is hier vrij diep maar toch lijkt het alsof die tak meer óp ’t water ligt dan erín. De verklaring is dat deze boomtak ligt bovenop een brede en meterslange muur, die gemetseld blijkt van flink uit de kluiten gewassen zogeheten ‘kloostermoppen’. De muur is zo’n veertig meter lang en ongeveer een meter breed en loopt voorlangs en parallel aan de in 1961/1962 door de Congregatie van de H.Geest gebouwde refter. Dat is dus ter hoogte van de vroegere grachtdoorsteek tussen hoofdgebouw en voorburcht. Deze (onderwater)muur bewaart een dubbel zo grote afstand tot het hoofdgebouw dan tot de voorburcht. In het verleden heeft de muur wel eens geleid tot de bizarre fantasie dat daarin de befaamde onderaardse gang van Gemert loopt… Maar de meest aannemelijke verklaring is vooralsnog die van een kademuur die vermoedelijk dateert uit de bouwtijd van het kasteel. Het kasteel is immers gebouwd in een vrij drassig en waterrijk gebied. Dat ook wordt beaamd door de vondst (van Piet Delisse) van een 3000 jaar oude, glad gepolijste stenen offerbijl tijdens graafwerkzaamheden voor een nieuwe fundering van de vredesmaagd (Zie: J.Timmers, Een bijl van jadeïet, Gemerts Heem 2002 nr.3 p.20-24.). De theorie van archeologen is dat deze vondsten veelal worden gedaan op ceremoniële plaatsen van de prehistorische mens waar offerbijlen en andere kostbaarheden aan het water werden toevertrouwd als geschenk of offer aan nabestaanden of goden.
In een poging tot een reconstructie van een kasteelplattegrond van vóór de verlegging van de (kasteel)Rips (omstreeks 1600) kwamen we tot een vroeger tracé van het beekje dat pal langs het Ridderplein moet hebben gestroomd tot (tenminste) aan de huidige pastorie en pas vandaar zal hebben afgebogen naar het westen. Na de bouw van het poortgebouw is dit deel van de beek buitengracht geworden. Maar het is met name de op deze plaats vroeger flink stromende beek geweest, op slechts een twintigtal meters van de binnengracht, die kan of zal hebben genoodzaakt tot de bouw van een kademuur voor een duurzame scheiding tussen binnengracht en beek. Bij het uitbaggeren van de binnengracht in 1978 maakte Leo Bekkers een opmetingstekening die hierbij is afgedrukt.
Bekijk PDF