GH-2010-01 Ellen Brouwers Designing Art

Ton Thelen

 Ellen Brouwers is geboren in Gemert (1 mei 1960). Zij is opgegroeid op het platteland waar haar ouders, Noud Brouwers en Nella Swinkels een gemengd bedrijf hadden op de hoeve ‘Paashoef”. De omgeving van de boerderij, stimuleerde haar creativiteit. Als in de zomer de stallen weer waren schoongemaakt en geverfd, werden deze als speelplaats gebruikt, een plek waar de fantasie alle ruimte en mogelijkheden kreeg. “Als er al eens verf over was, gebruikte ik deze om dozen te schilderen en met eikels en steentjes maakte ik bijzondere composities.” Al was zij nog nooit op vakantie of in een museum geweest, toch bouwde zij haar eigen, wisselende tentoonstellingen: “Ik was altijd bezig met vormgeving en ruimte.”

Een toekomst in de kunst lonkte, maar het onzekere kunstenaarsbestaan – haar ouders meenden dat met kunst geen droge boterham was te verdienen – deed haar aarzelen. Echter na drie jaar werkzaam te zijn geweest in de zorg, besloot zij toch haar koers te volgen en schreef zich in aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. Zij studeerde in 1991 summa cum laude af. Hierna specialiseerde zij zich verder in de zeefdruktechnieken aan het Grafisch Atelier in Den Bosch en in portretfotografie aan de fotovakschool te Amsterdam. Daarnaast maakte zij vele studiereizen naar onder andere de Verenigde Staten en India. Deze zijn een bron van inspiratie door de ontmoeting met andere culturen, ruimtelijke structuren, architectuurstijlen en mensen in hun verscheidenheid. Indrukken die fotografisch zijn vastgelegd in een onuitputtelijk archief.

Op het land rondom de boerderij staat nu een prachtig beeld. “Het houdt de herinnering aan mijn jeugd vast, het is een dankbare terugblik op wat die tijd mij gegeven heeft.” Het kunstwerk bestaat uit twee op glas geprojecteerde foto’s van een paarde(n)bloem. Deze sieren een weelderig begroeide berm langs de Oost-Om, de randweg om Gemert. Het is een opdracht van de gemeente in het kader van het project ‘bermbeelden’, gerealiseerd in 2000.

De tussen-n in de naam is geen toegeven aan de spellingsherziening, maar wijst op de toewijding van beide ouders. “Mijn vader is namelijk gek op trekpaarden en moeder houdt van bloemen. Zij hebben ook het karakter van een paardebloem: eenvoudig, sterk en puur. Zij hebben nooit iets willen verbloemen. Tussen de glasplaten ligt hun leven en eigenlijk ook het mijne. Dit was tevens het begin van mijn latere grote liefde en passie , het Werken Met Glas”

“Eigenlijk ben ik nu in de voetsporen van mijn vader getreden, want een boer is eigenlijk een kunstenaar. Kijk maar eens hoe gewassen in prachtige lijnen over de akkers verdeeld worden. De boer heeft als enige invloed op het hele productieproces, van zaad tot pluizenbol,” aldus Ellen bij de onthulling van de paarde(n)bloem. Zo vergaat het een kunstenaar ook: aanpassing, flexibiliteit en creativiteit paren aan zakelijkheid en bedrijfsmatigheid. Na de opleiding aan de Academie bleek het toch moeilijker om creatief bezig te zijn dan verwacht. Met een schenking van haar ouders maakte zij haar eerste monumentale beeld dat een plaats kreeg in de voortuin van haar woonhuis. Dit was het begin van haar behoefte aan het maken van monumentale kunst en het besef dat werken in opdracht een wezenlijk onderdeel is van het creatieve proces. Langzaam kwamen de opdrachten binnen. Enkele jaren later vestigde zij zich op het bedrijvenpark in Oisterwijk, in een modern, onder architectuur gebouwd, ruimtelijk atelier/woonhuis. In de loop der jaren is haar kunstenaarschap zeer veelzijdig geworden. Dit is mede te danken aan haar overtuiging dat voor haar kunstenaar zijn een combinatie is van creatief kunstenaarschap en ondernemer. Haar uitdaging komt vanuit de behoefte om haar kunst te voegen naar de wensen van de opdrachtgever. In die zin is haar werkwijze te vergelijken met de negentiende-eeuwse (kerkelijke) kunstateliers, zoals van Cuypers, Oor en Nicolas in Roermond, Van der Geld in ‘s-Hertogenbosch en Custers in Eindhoven.

“Ik werk samen met architecten, bouwers, woningbouwcorporaties. Mijn kunst wordt een geïntegreerd onderdeel van een gebouw, of een zelfstandig object in een ruimtelijke omgeving. Ik werk vanuit verschillende disciplines, een gemengd bedrijf net als bij mijn ouders.” In haar voornamelijk door glazen ramen transparante atelier komen cultuur en natuur bijeen. Deze verbondenheid komt vaak terug in haar kunstwerken. Werkomgeving en leefomgeving zijn op elkaar afgestemd: “Ik ga niet naar mijn werk, maar zie mijn werk als mijn leefwijze.”Ook dat verwijst naar het leven op de boerderij.

Beeldend kunstenaar, fotograaf, ontwerper, vormgever, een zeer veelzijdig kunstenaar die een variatie aan projecten en kunstwerken heeft gerealiseerd. Gebruik makend van diverse technieken, materialen en vormen. Een waar kunstbedrijf. Kunst wordt door haar gebruikt om een object, een gebouw of een openbare ruimte een onderscheidende identiteit te geven, steeds zoekend naar een balans tussen schoonheid, duurzaamheid en bruikbaarheid.

Een lange lijst van opdrachtgevers (onder andere bedrijven, banken, overheden, woningbouwcorporaties en architecten) over geheel Nederland verspreid, bevestigt haar landelijke reputatie. Enkele opmerkelijke en bijzondere projecten worden hier uitgelicht. In opdracht van de chipfabrikant NXP, producent van halfgeleiders, maakte Ellen een kunstwerk in de patio voor de Fifty Two Degrees toren in Nijmegen. Een futuristisch ontworpen, geknikte hoogbouw, een creatie van Francine Houben en Francesco Veenstra van het Delftse bureau Mecano. Vanwege het visionaire ontwerp is aan hen de International Design Award toegekend. Het kunstwerk dat Ellen realiseerde, bestaat uit drie glazen panelen en beeldt een vrucht uit, Nexperia genaamd. Het is bedoeld als natuurlijke tegenhanger van de harde hightechomgeving. De kleur van de vrucht straalt warmte uit naar de omgeving. De vrucht als symbool van het groeiproces in de natuur tegenover het proces waaruit de halfgeleider is opgebouwd. De hartvorm staat voor het kloppend hart van de onderneming en van de mens die in samenwerking een product voortbrengt. De nervatuur verbeeldt de longen die zowel de zuurstof aan het bedrijf als aan de mens leveren. Het lijkt een netwerk dat tevens staat voor het wereldwijde netwerk van het bedrijf. Onder invloed van de seizoenen en de tijd van de dag krijgt het kunstwerk steeds een andere uitstraling. Het kunstwerk en de halfgeleider zijn beide overbrengers van informatie. Door zich tussen de panelen te verplaatsen, kan de toeschouwer zijn eigen beeld scheppen. Op 14 augustus 2007 verrichtte ministerpresident Jan Peter Balkenende de openingshandeling van het gebouw.

Voor Unisoft in Waalwijk ontwierp Ellen in 2009 de glazen gevelwand voor het nieuwe kantoor, ontworpen door ARCEAU architecten, Uden. Unisoft levert software voor fashion retailers en ondersteuning aan modedetailhandelsketens. Via associatie van kleding die op de huid wordt gedragen met netwerk en communicatie/advies ontstond de vormgeving van het patroon op de glaswand van huidmondjes en weefstructuur. De transparantie verbindt ook hier natuur en cultuur. De speling van het licht projecteert een wisselend patroon op de binnenruimte en biedt omgekeerd een veranderlijke blik op de buitenwereld. De dynamiek van het bedrijfsproces wordt hierdoor naar twee zijden benadrukt.

Voor de parkeergarage van de High Tech Campus in Eindhoven ontwierp Ellen in opdracht van Philips de glaswand (2007). De vormgeving is geïnspireerd door het gedrag van vissen in een aquarium: auto’s in beweging, rondjes draaiend, in een ordelijk patroon heen en weer, stilstaan op een tijdelijke plek, om dan weer verder te gaan. Zo zijn ook onze gedachten, dynamisch, voortdurend op zoek naar, even verwijlend. Het ontwerp van de garage is van INBO Stedenbouwkundige Adviseurs – Architecten, Groep Eindhoven. Door ING Real Estate, IPMMC Vastgoed en LSI Project Investment werd Ellen geselecteerd om een kunstwerk te maken voor de centrale hal van het nieuwe kantoor van het Centraal Bureau voor de Statistiek in Heerlen, dat is ontworpen door Meyer en Van Schooten Architecten b.v. te Amsterdam.

Het kunstwerk is 15 meter hoog en heeft een doorsnede van 4 meter en is gemaakt van vol glas. Het is opgehangen aan een apart daarvoor aangebrachte staalconstructie die de hal overspant. Op de plaats waar eens duizenden arbeiders via de mijnschacht diep de aarde in daalden om het zwarte goud te delven, rijst het majestueus op als een
boorprofiel door honderden miljoenen jaren. “Het gaat over tijd en verbeeldt de gebruikers van deze markante locatie uit het verleden, het heden en de toekomst.”

De glazen zuil staat symbool voor het afstervingsproces van de reuzenboom die hier eens in de oertijd groeide en door een immens lange tijd heen in zwarte steenkool veranderde. Het is ook een ode aan de mijnwerkers. Waar zij Barbara als patroon voor de bescherming tegen een ongewisse dood vereerden, waakt nu een nieuwe patroon, Odonata Statistica, over het welzijn van de werkers van vandaag de dag. Als een van de weinige indertijd levende dieren heeft de libelle, met een vleugelspanwijdte van wel een meter, de tijd overleefd en staat daarom symbool voor de onvergankelijke, wederkerende tijd. Een bezoek aan het museum Naturalis in Leiden, bracht Ellen oog in oog met het fossiel van de reuze libellevleugels die door een mijnwerker destijds in Heerlen zijn gevonden. Het groene woud, de libelle, de opmeting van de mijngangen en de tijdsbalk vertellen de kijker een geschiedenis die tot op de dag van vandaag doorgaat. De registratie van de tijd is de nieuwe opdracht die op deze plek dagelijks vervuld wordt. Op de plaats van de bok van de mijnschacht prijkt vandaag de waterjuffer, Odonata Statistica. Om de twaalf uur verandert de kleur van het licht dat van binnenuit de kolom doorstraalt.

Van geheel andere aard, maar wel te maken met tijd, is het ontwerp van een Levenskluis. De eerste in een reeks die de Dela plaatste bij het crematorium ‘De Maaslanden’ in Nieuwkuijk. Uitgangspunt voor het ontwerp is degedachte dat vandaag, morgen gisteren is, en bij de dood de nabestaanden niet met lege handen staan, maar tastbare herinneringen aan en van de overledene dierbare steun en troost bieden. “Een levenskluis bestaat uit drie kamers. Eén kamer waar de urn in rust verblijft. Eén met attributen die je zelf mee wilt nemen op de laatste reis. De derde en voorste kamer geeft door het transparante venster de ander een blik in jouw leven. De drie kamers tezamen tonen wie de mens was en hoe men hem zal herinneren: als het vertrouwde gezicht, de goede vriend, de grote liefde.” Op 2 juli 2009 is de Levenskluis officieel in gebruik genomen.

 

Bekijk PDF