GH-2009-04 Grote aflaat met Gemert kermis

GROTE AFLAAT MET GEMERT KERMIS

Ad Otten

‘Aflaat’ is een woord dat geheel in onbruik is geraakt en lang duurt het niet meer of alleen senioren kunnen nog tot op zekere hoogte antwoord geven op de vraag: Wat is een aflaat? In het algemeen betrof het een gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de gevolgen van bedreven kwaad, zowel van zonden tegen ‘God’, als van misdrijven tegen mensen. In de Katholieke Kerk gold de aflaat in het bijzonder: de kwijtschelding van tijdelijke straffen, die de kerkelijke overheid de zondaren na de vergeving van hun zonden verleende. Dit even vooraf aan de ‘grote aflaat’ die in het verleden met Gemert-kermis was te verdienen.

Petrus Gautius was pastoor in Gemert van 1692 tot 1736. In 1700 kreeg hij van landcommandeur Hendrik van Wassenaar de opdracht om de administratie en het archief van kerk en parochie beter op orde te brengen. Die opdracht heeft geresulteerd in een kostelijk archiefstuk, het zogenaamde Register van Gautius, waarin de pastoor in één boekband, allerhande interessante gegevens en geschiedkundige wederwaardigheden van de Gemertse parochie bijeenbracht. In dat register1 staat ook een “NOTA” die handelt over een te verdienen aflaat met Gemert-kermis. Die kermis werd gevierd op zondag na 9 oktober, de feestdag van de heilige Dionisius, in Gemert bekend als ‘de heilige losbol’. De letterlijke tekst van de ‘nota’ luidt:

Dit segt pastor op den precstoel te Gemert op sondach na Dyonisii alst kerckwijhung is:

Ghij vrienden en naburen ghij sult weten, also op huyden desen dach, als kermis en kercwijhung dach, groten aflaet verleent is te weten 638 jaren ende 55 dagen ende 115 karenen2, voert (lees: verder) op een ieder dach in der octaven 596 jaren aflaets ende 55 dagen ende 73 karenen, dat de kerckm(eeste)rs plegen om te gaen in den kercken na den ouden gebruijc maer nu is in de plaets t heeldom (lees: heiligdom) uijtgeset. Wilt den aflaet verdienen: onsen h(eilige) patroon Jo(ann)es Baptista sal voor u bidden.

Dat wil dus zeggen dat ten tijde van pastoor Gautius met Gemert-kermis ’t heiligdom (dat is een gewijde hostie in een monstrans) in de kerk werd uitgestald en dat bij een bezoek aan dat heiligdom een grote aflaat verleend werd en ook nog (zij het een flink aantal jaren minder kwijtschelding) in het tijdperk van 8 dagen (‘de octaaf’) na de heiligendag van Dionisius. Ergo: er viel met Gemert-kermis en ook in de naviering van de heiligendag van ‘onze’ Losbol nogal wat te verdienen. Vereerde men in die dagen de Gemertse parochiekerk met een bezoek dan kon, om het zo maar eens te zeggen, het vagevuur op een lager pitje….

Er waren dus meerdere redenen om ook van buiten Gemert hier kermis te komen houden. Het was de laatste kermis van het seizoen in de hele regio en bovenop alle kermisvertier viel er ook nog iets te verdienen voor de eeuwige zaligheid…

2009-4 aflaat1

NOTEN:

1. Gemeentearchief Gemert-Bakel – AG 040 invnr.7 folio 20.

2. karene = aflaat van 40 dagen, die wordt verkregen na 40 dagen vasten. Een aflaat van 115 karenen is dus 115 x 40 dagen = 4600 dagen.

Bekijk PDF