GH-2009-04 Bommen op centrum Gemert

BOMMEN OP CENTRUM GEMERT

Ruud Wildekamp

In het eerste deel van “Sporen van de oorlog” berichtten we in Gemerts Heem 2008 (nr.1) over drie kogelgaten in de zijmuur van het huidige hotel ‘De Hoefpoort’. Die gaten zijn het resultaat van een vuurgevecht in de ochtend van 11 mei 1940 tussen de Duitse invallers en het geniedetachement ‘Frets’ dat de nacht op het kasteel had doorgebracht. Deze beschadigingen zijn echter niet de enige aan de gebouwen aan het Ridderplein, dat in die tumultvolle dagen nog Borretplein heet. Ook aan het gemeentehuis, dat in 1941 werd heropend, zijn sporen van de oorlog te vinden. In de zijgevel van dat gebouw, rechts van de huidige hoofdingang, zijn hoog in de muur twee diepe gaten te zien. Nog opvallender zijn de gaten in de hardstenen omlijsting bij het gemeentewapen boven de toenmalige hoofdingang. Opvallend is vooral de beschadiging recht boven het gemeentewapen. Op de foto’s van het gebouw die bij de opening zijn genomen zijn deze gaten nog niet aanwezig. We zien ze pas op foto’s die na de bevrijding van Gemert zijn 2009-4 bommen1.pnggemaakt…

Bedoelde gaten zijn het resultaat van een tweetal Duitse bommen die om 04.50 in de ochtend van 5 oktober 1944 op het Borretplein ontploften.¹ Heel het kasteel trilde en veel ruiten vlogen aan stukken. Grote paniek onder de paters en fraters en snel schoot eenieder enkele kledingstukken aan. Zouden nog meer bommen volgen? De fraters van het kasteel vroegen zich in hun dagboek af of de bommen voor hun huis waren bedoeld. Pater Loffeld meldde dat hij eerst een vliegtuig enkele malen laag over had horen cirkelen en daarop vallende voorwerpen waarnam. Direct daarop volgden de explosies en vlogen ook de vensters van zijn kamer aan diggelen. Een inventarisatie door de Gemertse luchtbeschermingsdienst leerde al snel dat er geen gewonden waren, maar dat de materiële schade groot was.

2009-4 bommen2

Het toeval wil dat, juist de dag tevoren, de Royal Mechanical and Electrical Engineers, van het 2e Bataljon van het East Yorkshire Regiment als een deel van de 8th Infantry Brigade, hun werkplaatsen op het plein hadden ontruimd. De Yorkshires, die vanaf 27 september in Gemert waren geplaatst, werden hier afgelost door de 44th (Lowland) Infantry Brigade, een deel van de 15th Scottish Infantry Division. Deze divisie werd in het gebied Helmond-Bakel-Gemert gelegerd. Na een verblijf van twee dagen in Helmond vestigde de divisiestaf, onder de boomlange Major General Colin M. Barber, zich in het poortgebouw van het Gemertse kasteel. Korte tijd later, maar pas na die 5de oktober, startten ook de Engineers van deze Schotse brigade hun werkzaamheden op het plein. Het mag dus een wonder heten dat, op het moment van de explosies, zich geen Britse troepen op het Borretplein bevonden. Een aanwezige wachtpost op het plein was met de schrik vrijgekomen. Naar Annie van de Kimmenade-Beekmans boek ‘Kasteel bezet – kasteel bevrijd’ was de lantaarn die hij bij zich droeg verdwenen. Alleen het hengsel had hij nog in zijn hand. Bij het poortgebouw zou een bomscherf dwars door een munitiewagen zijn gevlogen. Mocht de wagen zijn geëxplodeerd dan had zich in het centrum van Gemert waarschijnlijk een ramp voltrokken.

Alle gebouwen en woningen rond het plein hadden schade opgelopen. Nauwelijks een raam was nog heel, praktisch alle deuren en vensters waren ontzet en talloze dakpannen lagen aan diggelen op de grond. Het woonhuis van de familie Woolderink, juist naast het gemeentehuis, was zwaar beschadigd. Bomscherven waren door ramen en deuren gevlogen en hadden ook de nodige vernielingen aan beddengoed aangericht. Ook van het karakteristieke pand van Reijnen (nu café ‘De Veldwachter’) lagen alle ruiten eruit, waren vensters uit de sponningen gelicht en gaten in de gevel geslagen. Uit het pas gerenoveerde gemeentehuis was al het glas verdwenen en ook daar: gaten in de gevel. Bij het kasteel waren alle ruiten aan de pleinzijde kapot, had de nieuwe hoektoren schade aan de dakspits, en in het park waren enkele bomen ontworteld.

De bom die de grootste krater veroorzaakte had ook de waterleiding getroffen, waardoor de krater al snel vol liep met water, en een deel van het centrum van Gemert enige dagen zonder water kwam te zitten.

De uit leden van het voormalig verzet bestaande Orde-Dienst [OD], die zich had opgeworpen als een soort van hulppolitie, zette Gemertse NSB-ers en andere geïnterneerden aan het werk om de kraters dicht te gooien. Onder het toeziend oog van een of meerdere OD-ers en veel kijklustige dorpsgenoten, werd in een rustig tempo doorgewerkt. Soms zelfs, maar dat hing van de bewaker af, werden er rookpauzes ingelast.

Welk Duits vliegtuig en welke Duitse eenheid de nachtrust van de paters en fraters, maar ook die van de bewoners van het centrum van Gemert, verstoorde, is een niet eenvoudig te beantwoorden vraag. De Luftwaffe had in 1944 zware verliezen geleden maar was, in deze periode van de oorlog, nog lang niet verslagen. Dat ze nog in staat was om zware bombardementen uit te voeren had Eindhoven in de nacht van 19 september ervaren, al was dit wel een van de laatste aanvallen met zware bommenwerpers. De bommen in Gemert waren echter niet van een groep bommenwerpers maar, naar het verslag van Loffeld te oordelen, afgeworpen door één toestel dat nog enkele malen heeft rondgevlogen alvorens de bomlading te lossen. Dit feit en het tijdstip sluiten een aanval van een Messerschmitt Me 262 straalvliegtuig uit. Dit toestel werd wel geregeld tegen geallieerden ingezet als bommenwerper, maar alleen bij daglicht. Door de grotere snelheid was het ook niet in staat om rondjes te draaien. Meer voor de hand liggend is een jachtbommenwerper van een “Nachtschlagd-Einheit”. Later in oktober 1944 zijn deze in de nachtelijke uren ook geregeld ingezet tegen troepenconcentraties rond Deurne en Helmond. Een recent verschenen boek over deze eenheden brengt uitkomst. In de nacht van 4 op 5 oktober werden meerdere nachtelijke aanvallen gevlogen tegen het Amerikaanse front in de omgeving van Geilenkirchen. Nachtschlagd-Gruppe 2, uitgerust met bommenwerpers van het type Junkers Ju 87D, vloog met zeventien toestellen de laatste aanval van die nacht naar doelen in België en Noord-Frankrijk. Niet alle Junkers vonden hun doel in het nachtelijke duister en dan was het toegestaan om gelegenheidsdoelen aan te vallen. Waarschijnlijk is het één van deze toestellen geweest die zijn bommen op het 2009-4 bommen3asteel richtte. Een niet onlogisch doel! Geallieerde legers, en ook de Duitse, brachten vaak de staven van grotere eenheden onder in grote gebouwen. Kastelen hadden dikwijls de voorkeur van hooggeplaatste generaals. Dat het kasteel in Gemert moest worden aangevallen werd niet vermeld, evenmin het centrum van Oss, waar deze nacht ook enkele bommen vielen. Voor een Ju 87 spreekt ook het bomkaliber. Een lading van een 250 kg bom onder de romp en 50 kg bommen onder de vleugels was voor dit toestel niet ongewoon.²

1) Het dagboek van de Fraters spreekt van drie gevallen bommen en ook meester Derks uit De Mortel heeft het in zijn dagboek over drie bommen. Het dagboek van de 15th Scottish Infantry Division meldt twee bommen en Annie van de Kimmenade in ‘Kasteel bezet – kasteel bevrijd’ schrijft over twee kraters, één van acht en één van twee meter doorsnede. De foto’s die Loffeld na het gebeuren op het Borretplein maakte laten slechts een grote en een kleinere krater zien. De kraterdiameters komen overeen met de vuistregel van het Explosieven OpruimingsCommando [EOC] voor bommen van 250 resp. 50 kg.

2) De Junkers Ju 87, ook wel bekend als “Stuka” of Sturzkampfflugzeug (duikbommenwerper) was een vliegtuig dat in de beginjaren van de oorlog heeft bijgedragen tot de successen van het Duitse leger. In een steile duikvlucht was het in staat, met haar bommen (een van 250 kg onder de romp en vier van 50 kg, twee onder elke vleugel), hindernissen voor het front op te ruimen. Maar in 1944 was het toestel intussen veel te traag om nog in die rol te kunnen worden ingezet. Daarom kregen deze verouderde toestellen een rol als lichte nachtbommenwerper. Het in een duik afleveren van de bommen was er in de nacht niet meer bij, dat gebeurde dan tijdens een normale horizontale vlucht. Daar waar in 1940 alle bommen in één worp werden losgelaten, kon dit nu met de bommen onder de vleugel in paartjes. Dat slechts een kleine krater op het Borretplein werd gevonden kan betekenen dat meester Derks en het dagboek van de Fraters het bij het verkeerde eind hadden. Toch is het niet gebruikelijk dat slechts één 50 kg bom werd afgeworpen. Mogelijk is een bom blijven hangen en mee terug naar Duitsland gevoerd.

BRONNEN:

– Gemeentearchief Gemert-Bakel, Dagboeken van de Fraters van het kasteel te Gemert. Schooljaren 1943-1945.

– The National Archives, WO 171/466, War Diary 15th Scottish Infanty Dvision.

– Möller, C. Die Einsätze der Nachtschlachtgruppen 1, 2, und 20 an der Westfront von September 1944 bis Mai 1945. Aachen, 2008: 177.

– Kimmenade-Beekmans, J.M.v.d., Gemert bezet – Gemert bevrijd. Gemert, 1994: 185.

– Kimmenade-Beekmans, J.M.v.d., Kasteel bezet – kasteel bevrijd. Gemert, 2005: 109.

– “Het dagboek van meester Derks”. De Streek, 17 oktober 1979: 8.

2009-4 bommen4

Bekijk PDF