GH-2009-03 De Broekstraat van weleer (4)
DE BROEKSTRAAT VAN WELEER (4)
OUDE TIJDEN KEREN NIET WEER
Adriaan van Zeeland en Simon van Wetten
Op weg naar het keerpunt: dat hebben we in de vorige aflevering beloofd. Maar of we dat keerpunt ook daadwerkelijk halen, is gezien het zeer interessante laatste traject ter linkerzijde, nog maar de vraag. Het wordt trouwens ’n bietje ’n politieke aflevering…
Broekstraat 48: De Van Zeeland-hoeve
De tennisbaan van Krol hebben we vorige keer links laten liggen. Ons nieuw uitgangspunt wordt de boerderij die al ruim een eeuw in het bezit is van de familie Van Zeeland, en gezien het feit dat de helft van de auteurs van deze serie regelmatig zijn grootouders in deze boerderij bezocht, begrijpt u dat het ons aan illustratiemateriaal en documentatie rond deze hoeve niet ontbreekt.
Het was Adrianus van Zeeland die de boerderij in 1907 kocht. Een druk baasje, die Janus. Bestuurslid van de Gemertse NCB-afdeling, lid van de in 1910 opgerichte Kiesvereniging Gemerts Belang, later van de Boerenstandspartij, bestuurslid van de Coöperatieve Zuivelfabriek De Eendracht, lid van de Grüjn Skut én van Onze Lieve Vrouwebroederschap. Daarbij ook nog drie keer getrouwd, en een hele schare kinderen op te voeden, bij tijd en wijle alléén.
Zijn eerste vrouw, Catharina Slits, overleed in 1896, vijf dagen na de geboorte van haar eerste kind, Twee jaar later hertrouwde Janus met Antonia van de Laar. Bij het ter wereld brengen van een tweeling, stierf Tonia en ook de tweeling. Dit keer bleef Janus met zeven kinderen achter, we schrijven het jaar 1909. Zeven jaar later hertrouwde Janus wederom, met Nel van Deursen, en kreeg met haar nóg vier kinderen.
In het rampjaar 1909 schoot Jup, de toen nog ongehuwde jongere broer van Janus die nog een tijd voor priester had gestudeerd, zijn broer en diens gezin-in-nood te hulp. Maar een rampjaar bleef het, want Jup kreeg als pakhuismeester van de Boerenbond ruzie met het bestuur van de Gemertse NCB-afdeling en werd ontslagen. Janus, nota bene bestuurslid van de NCB, was solidair met Jup, trok zich terug als bestuurslid en zegde zelfs zijn lidmaatschap op. Hij sloot zich aan bij de alternatieve boerenbond in Gemert van ‘den antichrist’ Peerke Slits en werd zo ook kandidaat van ‘Gemerts Belang’ voor het raadslidmaatschap in 1911. Het ging erop en ertegen in die dagen. Het Gemertse politieke klimaat kende toen al heftige opwarmingsverschijnselen! Er verscheen zelfs een complete verkiezingskrant, waarin stemmen op Janus van Zeeland ‘warm’ werd aanbevolen.1
Janus is in 1951 overleden. Zijn zoon Jan Willem had de boerderij een jaar eerder al overgenomen. Hij heeft de boerderij toen een jaar of twaalf verpacht aan Willem & Cato (zijn zus) Penninx-van Zeeland, die daar gingen wonen met een gróót gezin. Eén van de elf kinderen was Jan Penninx, die wij allen kennen omdat Jan heel lang gemeenteraadslid is geweest.
Daarna namen de Van Zeelandjes het heft weer in handen. Martien van Zeeland trouwde in 1969 met Toos van Berlo en bouwde de schuur van de boerderij om tot kalvermesterij. Ook kwam er een nieuwe stal voor de teelt van champignons, en eind jaren ’70 werd er schuin achter de boerderij ook nog een nieuw huis gebouwd. Kort geleden is Martien begonnen aan een opknapbeurt van de oude boerderij.
Broekstraat 52: De Verkampen-hoeve
De bouwdatum van deze boerderij is feitelijk de verbouwdatum: in 1877 is een huis van twee woningen onder één kap op deze locatie verbouwd en flink uitgebreid tot een langgevelboerderij. In 1904 kocht Martinus Verkampen uit Volkel deze hoeve, om zich zo een Gemerts bestaan te verschaffen, hij trouwde immers met Theodora Slits uit Gemert.
Martinus is tamelijk jong gestorven. De vader van Harrie Verkampen, Johan, was toen pas vijf jaar. Johan groeide op in deze boerderij en trouwde in 1941. Het leven ging blijkbaar in die eerste oorlogsjaren nog gewoon door. De rest van de familie verhuisde toen naar D’n Eik.2 Later begon de oorlog wel degelijk een rol te spelen in het dagelijks leven. Zo waren er in 1944 her en der in de Broekstraat Duitsers ingekwartierd. Toen zij in september ’44 de aftocht bliezen, werden ze door de Broekstraatbewoners nagekeken. U kunt zich wel voorstellen wat er onder het volk – toen onze oosterburen eenmaal uit zicht waren – gezegd werd. “Hé”, riep toen iemand, “ze komme wír trug.” Was dat verschieten! Maar het waren heel andere soldaten, Engelsen om precies te zijn. De Duitsers waren voor de kerk in de Mortel links afgeslagen, de Peel in, de Engelsen kwamen vanaf de Hoge Aarle. Ze hadden elkaar net gemist…
Voor de Verkampens veranderde op die dag niet veel, alleen de voertaal. Dat werd Gímmerts-Engels, want ook de Engelsen werden in de boerderij ingekwartierd. Ach, het had ook z’n voordelen, want de rijplaten van hun tanks hebben bij die van Verkampen nog 35 jaar dienst gedaan als oprij-planken op de mestvaalt. En ook het Engels gaas was welkom: het heeft nog heel lang als ondergrond voor de hooi-opslag gediend. De zuster van Harrie, Cato, anderhalf jaar in die ‘Engelse’ tijd, werd door de Tommies ‘Kitty’ genoemd, en die naam hebben ze in de familie toen maar angehaawe.
Wat voor een boerenbedrijf hadden ze destijds bij Verkampen? Een stuk of tien koeien, ongeveer 15 zeugen, een aantal kippenkooien met zo’n 500 hennen totaal, en verder werd er ook veel aan akkerbouw gedaan. In 1970 heeft Harrie de boel overgenomen, met op zak een diploma van de landbouwschool én als een van de eersten met ervaring aangaande de aspergeteelt. Harrie heeft de asperges bij hem thuis geïntroduceerd, en mocht van pa experimenteren met dat witte goud in het achterland van de Broekstraat. Dáár loopt de Peelrandbreuk, dáár is een meter hoogteverschil in het land, en de hoge kant was bij uitstek gestikt voor het telen van asperges.
Volgens Harrie was de generatie Verkampen vòòr hem wars van gezag. Dat gold voor zijn vader, dat gold voor zijn ome Toon, die ergens in een haven werkte en toch nog de puf had om zich in zijn vrije tijd allerlei vechtsporten eigen te maken.
Ja maar, waarin uitte zich dan dat “wars van gezag” zijn? In ieder geval ligt hier de bakermat van Harrie’s politieke carrière, want pa Verkampen had een gruwelijke hekel aan bestuursvergaderingen. En zodra dat ook maar een beetje kon – Harrie was 15 – ging Harrie in zijn plaats, want, zo zegt Harrie: “Ik von dè skon!”
Een van de eerste vergaderingen die Harrie op die manier meemaakte, was er een van het Veefonds. We schrijven de barre winter van 1963. Er was meteen al een ruzie gaande. Voorzitter Jan van de Sande was in een stevige dialoog verwikkeld met Jantje Smits (uit Gemert, wel te verstaan), het ging over een in prijs te laag getaxeerde koe. De opkomst van de leden was niet hoog, eigenlijk even laag als de buiten heersende temperaturen, en zodoende kon er fiks getrakteerd worden. “Ja Jantje”, zei voorzitter Jan, “as ik zo’ne gewèldige kop ha as gaj dan ha’k ’t bítter gedon.” “Awwe kop is anders grot zat”, was de repliek van Jantje. Harrie Verkampen voelde zich van meet af thuis in het bestuurswerk…
Tussendoor, het was immers die ijskoude winter van ’63, trainde Harrie en zijn kameraden op de kasteelgracht, want zij wilden meedoen aan de Elfstedentocht. Tachtig, hooguit negentig rondjes op de gracht achter de paters aan, dat moest als voorbereiding voldoende zijn, dachten ze. Het probleem was meer hoe in Friesland te komen. Louter het feit dat Verkampen c.s. nog nooit met de trein hadden gereisd en zulks ook niet voor deze speciale gelegenheid aandurfden, maakte dat Reinier Paping die roemruchte aflevering van de tocht der tochten won, door Harrie en zijn makkers bij mulder Van Roij, toen al in het gelukkig bezit van een tv-toestel, gadegeslagen.
Pa Verkampen, nog steeds wars van gezag, verzette zich in die dagen tegen het voornemen van wethouder Jaspers (“onze” Toon Jaspers)3 om in het kader van de werkgelegenheid allerlei landbouwwegen te gaan verharden, óók de Broekstraat. Pa Verkampen wilde dat niet, zag vooral op tegen de nieuwe breedte van de weg. Vijf meter! Ze rijden er de deur bij ons uit, dacht hij, en hij verzamelde handtekeningen in het grootste deel van de Broekstraat. Dat hij de boerderij van Jaspers oversloeg, tekent het politieke talent in de Verkampen-genen. De actie sorteerde effect en wethouder Jaspers was gruwelijk boos: overal had zijn project succes, behalve in zijn eigen Broekstraat. Als compromis werd de weg uiteindelijk smaller én hield de verharding op bij het pad langs de Verkampenhoeve. Het laatste stuk Broekstraat is nog een paar jaar langer een zandweg geweest.
Bij de aanleg van de waterleiding ging het precies andersom. In 1941 was die aanleg onderwerp in de gemeenteraad. De fractie van de Boerenbond (Jaspers sr, van den Elsen, van Erp) was tegen. Gevolg: de waterleiding reikte gezien vanuit Boekent slechts tot De Eik (dus vooral niet tot en met de boerderij van Jaspers), en in de Kromstraat, waar Van den Elsen woonde, en op de Lodderdijk, waar Van Erp woonde, werd er helemaal geen waterleiding aangelegd.
Later, veel later, toen de tweede generatie Jaspers er mee ophield, moest er gestemd worden over een nieuwe lijstvolgorde bij de Boerenbondfractie. Harrie Verkampen had de sportclub van de KPJ, waar hij voorzitter van was, gevraagd om na afloop van het sporten méé te komen stemmen. Dat was in 1974, Harrie’s politieke carrière begon vaart te krijgen, want hij won.
En zo stond Harrie dan in de raadszaal, om als gloednieuw raadslid de eed af te leggen. Burgemeester Hein de Wit nam die eed af. Je kon kiezen tussen “Zo waarlijk helpe mij God Almachtig” (alle raadsleden zeiden dat) of “Dat beloof ik” (in Gemert door niemand gebezigd). Maar Harrie stotterde in die tijd enorm en vond “Dat beloof ik” korter en meer uitspreekbaar. Van de weeromstuit zei het volgende te beëdigen raadslid hetzelfde. Een nieuwe tijd was begonnen…
NOTEN:
1. Zie ook Ad Otten ism Adriaan van Zeeland: Van Zeeland van Gemert, 1400-heden, Gemert 1998.
2. Zie ook aflevering 3 van deze serie.
3. Zie de eerste en tweede aflevering van deze serie.
Bekijk PDF