GH-2009-02 Commanderij van Gemert ook in Vught

 

2011-4 kap0

 

Ad Otten

met dank aan Wim Jaegers

In een verkoopakte van 1 november 1781 berustend in het oud-rechterlijk archief van Vught1 vond Wim Jaegers iets heel intrigerends.

De verkoop betrof een onroerend goed met de intrigerende naam “De Commanderije van Gemert, nu ZionsBurght”. De complete omschrijving van dit onroerend goed luidt: een buijtenplaats met heerenhuijsinge, stallinge, koetshuijs, tuijnmanswooninge, binnen en buijte tuijnen met de broeijbacken, raamen en matten, tuijngereetschappen, tuijnbanken, stoelen, ladders en bloemstocken, niets daarvan uijtgezonderd en voorts aangeleege landerijen, plantages van opgaande boomen en schaarhout met verdere regten en toebehoorten vandien, vanouds genaamd De Commanderije van Gemert, nu ZionsBurght, groot volgens het quohier der verpondingen, 33 loopense 79 roeden ofte soo groot en klijn allen ’t selve geleegen is binnen dese Heerlijkheijd Vught.

Het was dus ook zeker niet zomaar een huis in Vught, maar het restant van de voormalige Commanderije Vught van de Duitse Orde die gedurende de Tachtigjarige Oorlog werd verwoest en uiteindelijk na de Vrede van Munster werd opgeheven. In 1603 werd na de belegering van Den Bosch door Prins Maurits de onder patronaat van de Duitse Orde gestelde parochiekerk St.Lambertus door het terugtrekkende Staatse leger in brand gestoken. Het commandeurshuis lag toen al in as. In 1615 was de kerk weliswaar hersteld maar de commandeurswoning van Vught niet. De commandeur verbleef van dan af in het refugiehuis van de Commanderij Vught binnen de wallen van ‘s-Hertogenbosch. Zoals bekend werd in 1629 Den Bosch veroverd door Prins Frederik Hendrik en werden niet lang daarna alle geestelijke goederen in de Meierij van Den Bosch gevorderd. Dat uiteraard onder protest van de Duitse Orde maar dat mocht vooralsnog niet baten. De Vrede van Munster in 1648 deed evenmin recht aan de rechten van de Duitse Orde. De St.Lambertuskerk werd door de Hervormden in bezit genomen en de goederen van de 2009-2 kap4

Commanderij Vught zouden niet uit de verbeurdverklaring worden ontslagen of zij moesten verkocht worden aan ‘een vertrouwd dienaar der Staten’. De Duitse orde besloot daarop tot opheffing van de Commanderij Vught en de commandeur van Gemert werd in 1662 in opdracht van de landcommanderij Alden Biesen belast met de verkoop van de onroerende bezittingen. Op 22 december 1663 kwam het ook tot een daadwerkelijke verkoop. Maar niet alle bezittingen werden overgedragen. Zo bleef de Duitse Orde de tienden behouden en zo blijft er zelfs tot in de negentiende eeuw een lid van de Duitse Orde als pastoor fungeren. De laatste (te weten Andries Wilhelm Nobelen uit Maastricht) sterft in Gemert in 1829 ten huize van de familie Borret aan het Binderseind (later verbouwd tot klooster Nazareth).

Volgens JCA Hezenmans (De Commanderij der Duitsche Orde te Vucht, ‘s-Hertogenbosch 1887, blz. 44) zou op de grondslagen van het vroegere commandeurshuis te Vught een landhuis zijn opgetrokken dat de naam Sionsburg ontving. Ingevolge de tijdelijke onder beheerstelling van de opgeheven Commanderij Vught onder de Commanderij Gemert zal dat dus in Vught de naam hebben gekregen van de beheerder te weten: ‘De Commanderij Gemert”.

NOOT: 1. ORA Vught invnr.56

Bekijk PDF