GH-2009-01 Voor een knaak naar grootvader

ZALIG NIEUWJAAR EN ALVAST …. EEN ZALIG PASEN

Peter van den Elsen

Ieder jaar opnieuw ontspint zich in mijn omgeving de discussie tot hoe lang je anderen mag verblijden met een nieuwjaarswens. Zijn daar regels of etiketten voor tot hoe lang dat eigenlijk mag? Elkaar een Zalig, Gelukkig en Gezond Nieuwjaar wensen is een traditionele gewoonte die ver teruggaat in de tijd, maar ook een traditie die tijdgevoelig is. Bovendien is deze traditie de laatste decennia onderhevig aan verandering.

Ook de vorm is niet hetzelfde gebleven. De wens kan worden overgebracht met de hand, met een advertentie in de krant, met een brief of met een (eigen gemaakte) kaart, en de laatste jaren gaat de hand steeds vaker vergezeld met één of drie kussen.

Het sturen van kerst- en nieuwjaarskaarten is een betrekkelijk nieuw verschijnsel, dat vanaf 1950 steeds meer ingang vond. Aanvankelijk stond op deze kaarten alleen de tekst: Zalig Nieuwjaar of Gelukkig Nieuwjaar. Uit mijn jeugd kan ik me nog goed herinneren dat nagenoeg alle kaarten pas na 1 januari in de bus vielen. In veel culturen is het ongepast om een wens te vroeg te brengen. Iemand feliciteren voordat hij/zij jarig is, is het onheil over deze persoon afroepen. In het oude jaar iemand al een Gelukkig Nieuwjaar wensen is het noodlot tarten en dien je feitelijk op ‘onbewerkt hout’ af te kloppen.

Vanuit economisch gewin kwam op de kaart ook een Zalig Kerstmis te staan en kaarten met kerstafbeeldingen vonden gretig aftrek. Het woord Zalig zie je trouwens nauwelijks meer en heeft het veld moeten ruimen voor Prettig. Door kerstmis bij de Nieuwjaarswens te betrekken, is het tijdstip van het versturen van de kaarten ook gaan verschuiven. Werden de kaarten aanvankelijk nog net voor de kerst verstuurd, nu zijn de eerste kaarten al eind november in de brievenbus te vinden. Zoals onze huidige maatschappij in alles een grote pluriformiteit laat zien, zo zie je dat ook terug bij het versturen van de kerst- en nieuwjaarskaarten. Sommigen leven zich er helemaal in uit en halen alle creativiteit uit zichzelf. Het andere uiterste is dat men zich volledig afzijdig houdt en geen kaarten verstuurt onder het mom dat dit de grootste ‘bezigheidstherapie’ van Nederland is en bovendien een enorme verspilling van energie en kostbare natuur.

De commercialisering van de kerst heeft er tevens voor gezorgd dat het tijdstip dat de voorbereidingen die voor kerstmis worden getroffen, ook steeds vroeger komt te liggen. De zwembroeken zijn amper de winkel uit, of de eerste kerstballen en pieken liggen al uitgestald. Van oudsher werd de kerstperiode ingeluid met de adventsperiode, nu de vier zondagen voor kerstmis, van oorsprong 40 dagen voor kerstmis, zoals in de Oosters-orthodoxe kerken nog steeds het geval is. De eerste dag viel op Sint Maarten ofwel 11 november. De kerstperiode duurde tot 2 februari ofwel Maria Lichtmis, precies 40 dagen na kerstmis. Tot in de jaren zestig was het gebruikelijk dat de kerststal in de kerk tot Maria Lichtmis bleef staan. Overigens, in vele huisgezinnen is tegenwoordig alleen nog de ‘heidense’ kerstboom te zien en wordt er geen kerststal meer gezet.

Nieuwjaarsgeschenken

Het was gebruikelijk om op Nieuwjaarsdag de ‘eigen’ familie persoonlijk de Nieuwjaarswensen over te brengen. In mijn jeugd ging de hele familie bij opa en oma op bezoek, met een doos ‘goej’ sigaren van Willem II of bolkenaks van Hofnar onder de arm. Na mijn opa Nieuwjaar gewenst te hebben, kreeg ik, evenals ieder ander kleinkind, een gulden. Antoon van Erp (1924) uit de Oudestraat vertelde me dat hij, in de jaren dertig van zijn grootvader, Dries Verhofstad, ieder jaar eveneens een gulden kreeg. Antoon: ‘Mar de gróttere krigge zelfs ‘ne knaak (= rijksdaalder of 2 gulden 50 cent), zoas Antoon Jaspers, Dries van den Elzen en onze Martien. Opa zaat dan op z’n stoewél, ’t leek wel ‘ne troon, achter ’n staopel boeke en krante in de vurste kaomer. Ge gaaft ‘m dan ’n haant en déént oewe gulden in oew tés en dan moeste subiet nor de keuke. Ge zaagt d’n hille middég oewe opa nie mér!’

In de weken na Nieuwjaarsdag kwamen de verdere familieleden (en buurtgenoten) aan de beurt, die allemaal persoonlijk Nieuwjaar werden gewenst. Afhankelijk van de grootte van de familie kon dit zo tot een eind in het jaar doorgaan. Mijn vader, Sjef van den Elsen (1915) memoreerde eens dat hij samen met zijn vader bij Janusoom (Adrianus van Zeeland in het Zwarte Water) soms nog in maart Nieuwjaar ging wensen en de avond verder doorbracht met kaarten. Sjef: ”t Was toew ok nie zo hendig. Ge moest ovveral te voewt hinne. As ge dan immel baj femiellie waort, dan blééfde d’n ollinge aovent want anders waor ’t de moeite van ’t gon nie wert.’

Voor de oorlog en in sommige streken van Zuid-Nederland tot in de jaren zestig, was het gebruikelijk om een Nieuwjaarsbrief te schrijven, gericht aan de ouders en grootouders. De brief schrijven was een onderdeel van het lesprogramma op de Lagere School. In België is dit nog steeds een gebruik en krijgen de kinderen een voorbeeldtekst aangereikt door de meester van de Lagere Schoolklas, inclusief mooi versierd briefpapier, dat overigens ook in de kantoorboekhandels te koop is.

2009-1 knaak1

De brief wordt meestal in rijmvorm geschreven. In de boeken van Louis Paul Boon en Hugo Claus (o.a. Verdriet van België) zijn daarvan nog voorbeelden terug te lezen. In België is het gebruikelijk om de Nieuwjaarsbrief behalve aan opa en oma, de eigen ouders, ook te schrijven en voor te lezen aan de peetoom en peettante. Als dank krijgt de Nieuwjaarwenser cadeaus die in grootte en omvang de Sinterklaascadeaus evenaren. Het kost dan ook weinig moeite om de kinderschaar op die dag mee te krijgen naar opa en oma.

Zalig Pasen

2009-1 knaak2

Het schrijven van Nieuwjaarsbrieven stamt uit de 15de eeuw en was toen voorbehouden aan vorsten en hoge geestelijken, er kon immers nog bijna niemand schrijven. In de 16de en 17de eeuw werd dit gebruik ook in de gegoede burgerij een traditie. In de 18de en 19de eeuw breidde het schrijven van Nieuwjaarbrieven zich verder uit en werd het gemeengoed.

In het familiearchief van Van den Elsen (vanaf 1836) zit een groot aantal Nieuwjaarsbrieven, wat vooral het gevolg is van het grote aantal religieuzen in de familie die elkaar en de eigen familie een (persoonlijke) Nieuwjaarsbrief schreven. Geen enkele brief is gedateerd van voor 1 januari. De meeste brieven werden in januari en februari geschreven, een enkeling in maart en zelfs één begin april. In een brievenboek trof ik een brief aan van Ambrosius Thomas van den Elsen, provinciaal der Dominicanen (1844-1924), gericht aan zijn heerneef Gerlacus Godefridus van den Elsen, de boerenapostel (1853-1925) van begin april. Pater Ambrosius begint zich te verontschuldigen door te vertellen dat hij al veel Nieuwjaarsbrieven had moeten schrijven en dat hij vervolgens bevangen was door een zware ongesteldheid (priesters werden toen ook ongesteld, maar dan in de betekenis van ‘ziek’), maar daar weer goed van was opgeknapt en nu eindelijk de tijd gevonden had om zijn heerneef een Zalig, Gezond en Godvruchtig Nieuwjaar te wensen, ook al was het jaar al een eind gevorderd. Hij wenste zijn heerneef (de zoon van zijn broer Cornelis) tevens een Zalig Pasen en een godvruchtige Paasbede, want het zou weldra Pasen zijn.

Nieuwjaar wensen mag volgens de hiervoor beschreven traditie vanaf 1 januari tot Maria Lichtmis, ofwel 2 februari, ofwel de veertig dagen die de kerst- en Nieuwjaarsperiode omvatte. Stellingen dat een Nieuwjaarswens tot 6 januari (Driekoningen) of de hele maand januari mag, lijken recente verzinsels en aanpassingen aan een verschuivende, zich in de tijd vervroegende traditie. Te laat of niet, goede wensen zijn altijd welkom, zeker als het uit een goed hart komt!

 

NOTEN:

Archief Abdij van Heeswijk, Brievenboek Gerlacus van den Elsen, C2 – C64; zegslieden: Antoon (Antonius Josephus) van Erp (19 maart 1924), Sjef (Josephus Waltherus) van den Elsen (19 maart 1915) en algemene informatie uit verschillende encyclopedieën en sites o.a. Wikipedia: Nieuwjaar en Nieuwjaarsdag; Nelly Haelterman, Nieuwjaarsbrieven van 1746 tot nu; www.Nieuwjaarsbrieven.be

Bekijk PDF