GH-2008-04 De Broekstraat van weleer
Oude tijden keren niet weer
Adriaan van Zeeland & Simon van Wetten
We gaan wandelen. Wandelen door een skon stukske Gimmert en wandelen door de tijd. Ons dubbele startpunt: de eerste helft van de vorige eeuw én de kop van de Heuvel, ons hoofd naar de Broekstraat gericht. Heen kijken we naar links, en als we over een aflevering of drie op Boekent omdraaien, dan kijken we wéér naar links. Zo slaan we geen huizen en zo min mogelijk bewoners over bij het vastleggen van de sfeer aan de rand van Gemert in een tijd dat West- noch Zuid- noch Noord-om ons leven doorsneed. En bepaal bij dat laatste werkwoord zelf maar waar u de klemtoon wilt leggen…
De Zoete Moeder
Je kwam wat anders Gemert binnen, destijds. Gehinderd door rotondes noch files, hooguit met een twee-of-drie-borrels oponthoud bij “De Drie Ossen”, liep je van de Beekse dijk zomaar de Heuvel op. Deze invalsweg liep aldaar tussen een paar huizen door die naar de normen van moderne welstandscommissies nogal slordig en scheef aan de rand van de straat waren gedrapeerd. Op de hoek van de Heuvel en de Broekstraat leek zich meteen de mogelijkheid voor te doen om middels een bezoek aan café “De Gezelligheid” de Gemertse gastvrijheid in een vroeg stadium te genieten. Léék, want de waardin van dit etablissement droeg net als haar kroeg de bijnaam “De Zoete Moeder”, maar had die strelende omschrijving verworven vanwege een omgekeerde, averechtse reden. Zoals de bekende vooroorlogse dorpsfiguur De Paus zijn hoge titel te danken had aan zijn met vloeken doorspekt taalgebruik, zo had de kasteleinse de reputatie een uiterst bitsig vrouwspersoon te zijn. De klantenkring van de Zoete Moeder paste dan ook hendig op één foto en echt gezellig was het er volgens de buurtbewoners absoluut niet.1 Hoewel, de echtgenoot van de bazin had een goei piano, was ook de organist en de koster van de kerk, en nam na de kerkkoorrepetities Ad Maas en de gebroeders Jaspers van twee huizen verderop mee naar zijn café om nog wat verder te zingen. Dan werd het toch nog
gezellig! En er is nog meer goeds te melden: het kinderloze echtpaar had een menneke helemaal uit de stad Den Haag geadopteerd en zorgde daar prima voor.2 Moeders géven melk, maar die van Van de Weijer bráchten juist iedere dag melk naar de Zoete Moeder.3
Boerderij Broekstraat 6 (nu Heuvel 66-68)
Die van Van de Weijer waren de naaste buren van De Zoete Moeder. De boerderij staat er nog, aan dat deel van de Broekstraat dat nu doodloopt op de moderne infrastructuur van Gemert. Toen de wereld nog openlag vormde deze plek de thuishaven voor zeven koeien, een paard en achtenveertig varkens, én het gezin Van de Weijer, dat bestond uit vader en vijf kinderen. Moeder is in 1947 in het kraambed, na de geboorte van haar jongste dochter, gestorven.4
Vóór 1938 was Janus van Zeeland de boer die hier woonde. Hij en zijn vrouw hadden slechts één kind. Het was bij diens geboorte allemaal niet van een leien dakje gegaan, Dries was achterlijk, maar gruwelijk sterk. De hele buurt had toch wel een bietje schrik van deze geweldenaar, die – toen zijn ouders overleden – opgenomen werd in een gesticht in Venraij. Het was deze inrichting waaraan vader Van de Weijer eerst de huur- en later de kooppenningen voor de boerderij betaalde.
Op de bekende 11e mei 1940, de dag dat de Duitsers de Gemertse bevolking gijzelden op het mertveld, lag hier de grens tot waar de arm van het nieuwe gezag reikte; de mensen die op de kop van de Heuvel woonden werden meegenomen, de Van de Weijers en de Jaspers’ en andere Broekstraatbewoners zagen kans om door de velden richting Milschot te ontkomen.
De oorlog heeft Jan van de Weijer in zekere zin het leven gered! Hij werd geboren in 1943, gedijde tijdens de borstvoeding, maar eenmaal van de moedermelk af, werd hij zieker en zieker. Moeder Van de Weijer gaf de Engelsen de schuld, die verwenden de kinderen met grote hoeveelheden kwatta en “daar kan onze Jan niet tegen.” Jan kwam in het Gasthuis terecht en aan de andere kant van Nederland heerste de Hongerwinter. Een Groningse arts viel het op dat patiënten met de klachten zoals Jan die ook had, daar in het noorden van Nederland tijdens de hongerperiode opbloeiden! Het ongewilde dieet deed hen goed. En zo is de medische wetenschap aangaande glutenintolerantie, ook wel coeliaki genoemd, voor Jan net op tijd in een stroomversnelling gekomen.
Die Engelsen hadden tijdens hun intocht in Gemert in september 1944 de hennenkot van de boerderij ingevorderd. De hennen moesten maar zolang los in d’n hof scharrelen. Zo zijn dus niet alleen de Gemertenaren, maar uitdrukkelijk ook de kippen van de familie Van de Weijer door de Engelsen bevrijd.
Voorbij de boerderij begon de open ruimte van de Broekstraat. Zeker ter linkerzijde was de afstand naar de volgende hoeve groot, zo’n driehonderd meter. Niettemin, als Toon Jaspers tijdens het melken van de koeien in de stal de plumeau van een koeienstaart in z’n gezicht gezwiept kreeg, dan schreeuwde hij die koe zo schrikkelijk hard van alles toe, dat ze bij Van de Weijer wisten dat het melkenstijd was, bij wijze van spreken dan toch.
Wordt vervolgd
NOTEN
1. Zie ook Ad Otten, ‘Wie was ‘De Zoete Moeder’?, in: Gemerts Heem 2006/1, blz. 24 en verder. Ad verbindt de naam van de Zoete Moeder met het keske van De Vlucht naar Egypte in deze buurtschap.
2. Janus van Rooij, koster/organist/kastelein, afkomstig uit Beek en Donk, heeft samen met zijn vrouw Anna Maria (Ant) van den Berk – de Zoete Moeder van toen en Aarlese van geboorte – in 1931 het café betrokken. Daarvóór woonden ze in Weert. Hun pleegzoon heette Frans Evers, geboren in 1918 in ‘s-Gravenhage.
3. Binnenkort wordt De Zoete Moeder herbouwd, op grond van de oude bouwtekeningen! Weliswaar op een paar meter van de oorspronkelijke plaats (er staat nu een bushokje in de weg), daar waar een fietscarrousel een paar jaar de term “De techniek staat voor niets” stond te ontkrachten.
4. Vader Antonius van de Weijer (1902-1981) was afkomstig uit Milheeze. Moeder heette Petronella Cornelissen.
Bekijk PDF