GH-2007-03 Het gevaar van de Zwanegang in het Kruiseind

Ad Otten

 Terwijl de Kruiseindse bierbrouwerij en in elk geval Café De Zwaan bij alle Gemertse senioren in de herinnering nog wel bekend is gebleven, is dat niet het geval met een vroeger aldaar bestaand hebbende ‘gang’ die luisterde naar de naam Zwanengang. Deze naam moet, vermoedelijk door een gedeeltelijke afsluiting, al vroegtijdig in onbruik zijn geraakt. Maar in archiefstukken is hij hoe dan ook bewaard gebleven zoals de onderstaande schrifturen onder de bij de burgemeester ‘ingekomen stukken’ uit 1844-1845 duidelijk maken. Het was er zelfs ‘gevaararelijk’ in die Zwanegang:

Aan den heere burgemeester van Gemert
7 dec. 1844 ……..ik gevoel het van mijnen pligt Uwedg. Ter kennis te brengen, dat de gemeente en in ’t bijzonder de Haageijk en Kruiseind tegenwoordig in ’t grootste gevaar verkeeren van door onverhoedsche brand te worden bedreigd, en dat wel door grote onvoorzigtigheid van twee bewooners der Zwanegang Sis Martens en Jan Willems als hebbende zij hunne kagchels zoodanig aangebracht dat de pijpen daarvan over communicatieve zolders lopen en door de buren reeds vlammen zijn bespeurd geworden terwijl de daders aangemaand waren tot voorzigtigheid.
(…)
w.g. (onleesbaar)

Een daarbij in januari 1845 gemaakte notitie:
Ik P. van der Sande verklare dat se bij F. Martens en bij J. Willems in de ZWANEGANK de kaggel stoke in een schoorsteen van strooij en hout en gevaararelijk voor brand.

Bekijk PDF