GH-2007-01 Meerdere Gemertenaren stammen (ook) af van Laurens Morees (´Bavaria´) – deel 1

 

Bertus van Berlo

Niet alleen Swinkelsen, ook andere Gemertenaren hebben mogelijk Laurens Morees (+ 1734) als voorvader in hun stamboom. Morees gold tot voor kort ¹ als stichter van de familiebrouwerij aan de Kerkdijk in Lieshout, de brouwerij die circa twee eeuwen later “Bavaria” is gaan heten. “Sinds 1719” staat er daarom nog op Bavaria-etiketten en vrachtwagens te lezen. En drinken we Moreeke.

Verre nakomeling Carel Lucas Swinkels begon in 1880 samen met zijn Gemertse vrouw, Antonia van Lijssel, brouwerij “Het Anker” aan wat nu

Ridderplein heet (toen Kerkstraat). Dat was naast het huidige Heerehuys, op de plek waar nu “Tel Aviv” is gevestigd en het voormalig chinees-restaurant. Via de kinderen van Carel zijn er diverse Morees-nazaten in Gemert. Wie nu in Gemert de namen Van Eenbergen, Van de Sande of Janssen draagt -of in de familie heeft- , komt in de stamboom mogelijk ook Laurens Morees en Carel Lucas tegen.

2007-1 gem1Zo ook in mijn schoonfamilie. Bekend was natuurlijk wel dat een “Bavaria-man” in de familie ooit de brouwerij aan het Ridderplein was begonnen. Minder bekend was zijn rol in de Lieshoutse brouwerij. Totdat Bavaria-historici uit Helmond en Rotterdam een paar jaren terug contacten zochten in het Gemertse.² Zij waren voor een boek over Bavaria op zoek naar informatie over Carel Lucas. Hij blijkt (ook) een belangrijke schakel in de keten van generaties die het Lieshoutse bedrijf gemaakt hebben tot wat het nu is; hij heeft het bedrijf in de 19e eeuw een aantal jaren geleid.

Carel Lucas, zijn vrouw en zoon Cor (+ 1959) liggen begraven op het kerkhof St. Jan in Gemert. Hun eenvoudig graf is nog te bezoeken. In de buurt van het graf vind je bijvoorbeeld ook de graven van een Engelina Catharina Festen (1857-1935); van Antonius van den Broek (1832 -1915), familie van de vroegere gemeentesecretaris, en dat van voormalig burgemeester De Bekker (1904 -1991).

Zijn leven was op 8 november 1842 in Lieshout begonnen, als oudste zoon van de van Mierlo afkomstige Petronella Donkers (1809 –1897)³ en brouwer Frans Swinkels (1798- 1867).4 Hij werkte mee in de brouwerij en mouterij van zijn vader aan de Kerkdijk. Als jonge twintiger vertrok hij in 1866 naar Aken om zich verder in het brouwersvak te bekwamen. Het jaar daarop moest hij weer terug naar Lieshout, omdat zijn vader plotseling was overleden.

 

 

“Reeds vanuit Aken gaf hij schriftelijk veel nuttige wenken ter verbetering van de brouwerij en tot opleving van het bedrijf”, werd in 1938 nog opgetekend.5 Zodra hij echter in 1868 de leiding in handen kon nemen, werden er zeer2007-1 gem2 ingrijpende veranderingen aangebracht, waardoor de kwaliteit van het bier zeer verbeterde. Zo werd een nieuwe bierketel en andere kuipen geplaatst, die voorzien waren van kranen. Een met zink beklede koelbak verving de vroegere houten. Er werden ook nieuwe kelders gebouwd. Tot nu toe had men zich met 1 kelder beholpen.

” Met de verbetering van de kwaliteit steeg ook de omzet. Werd vroeger om de twee weken eenmaal gebrouwen, thans kon men tweemaal per week brouwen, terwijl elk brouwsel 26 hectoliter was.”

De twee jongere broers van Carel werkten als tiener mee in het bedrijf van de vaderloze familie6 aan de Kerkdijk. Dat waren Jan (1851 Lieshout – 1950 Lieshout) en Adrianus (1855 Lieshout – 1935 Schijndel). Gedurende ongeveer 12 jaar (1868 –1880) was Carel Lucas de leidende kracht achter de brouwerij in Lieshout. Ongetwijfeld zal hij zijn twee veel jongere broers verder hebben gebracht in het brouwersvak.

Carel Lucas start brouwerij tegenover kasteel

Toen zijn broers oud genoeg waren om zelf het bedrijf te runnen, trouwde Carel Lucas in Gemert en bouwde daar tegenover het kasteel de nieuwe brouwerij.

Negen jaar later (1889) zou de jongste van de drie, Adrianus, een eigen brouwerij in Schijndel starten, terwijl Jan de brouwerij in Lieshout zou voortzetten. In 1924/1925 noemden de drie zonen van deze Jan (Frans, Piet en Jan jr.) hun nieuwe bedrijf voor het eerst Bavaria (Beieren).

De zaak gaat voor het meisje, is het gezegde. Zeker als er geen vader meer is en je broers te jong zijn om de zaak over te nemen. En zo lijkt het ook voor Carel te hebben gegolden. Hij is immers al bijna 38 als hij op 26 oktober 18807 in Gemert trouwt met zijn Antonia (“Tonna”) van Lijssel, 26 jaar jong. De bruid is geboren op 3 november 1853 en is opgegroeid in een boerderij aan de Broekstraat. Die boerderij is ook nu nog bekend onder de naam “Aan de Stinckert” (Broekstraat 21). De ouders van de bruid (Van Lijssel/Van Dooren) hebben ook in een boerderij in de Deel gewoond. Zij behoren dan volgens de redactie van dit blad tot de rijkere families van Gemert. Als getuigen bij het huwelijk van Carel Lucas zetten de broers Jan (dan 29 jaar) en Janus (dan 25 jaar) in Gemert hun handtekening onder de akte. Zouden ze met paard en kar of koets naar Gemert zijn gekomen en in de brouwerij aan het Ridderplein feest hebben gevierd?8

Dat feesten kon dan in ieder geval met een geldige hinderwetvergunning gebeuren, want ook dat fenomeen bestond toen al. Ruim voor het huwelijk, in augustus 1879, is deze vergunning vanuit Lieshout door de moeder van Carel Lucas aangevraagd bij het gemeentebestuur van Gemert. Zij geeft het bestuur eerbiedig te kennen dat ze in de Kerkstraat in Gemert (nu Ridderplein) een bierbrouwerij en mouterij wil oprichten. En dat in de achtergebouwen van het pand. “In deze inrigting zal op gewoone wijze bier gebrouwen en mout vervaardigd worden, met gebruik van de daarvoor noodige vuurovens of eeste (=moutdrogerij). Geen beweegkracht zal in de inrigting worden aangewend,” aldus de aanvraag. De plattegrond laat een brouwerij met brouwketel zien,een steenkolenbergplaats, een stookkamer,twee bierkelders en een moutkamer. Deze mogen dan in de achtergebouwen gevestigd zijn;de nokhoogte daarvan lijkt op oude foto´s hoger dan die van het hoofdgebouw-met-poort. En ook het volume kan zich daarmee meten. Het zijn flinke achtergebouwen met verschillende nokrichtingen.Vanuit de huiskamer van de brouwerij hebben Carel en Tonna uitzicht op het kasteel-met-hoektoren. Aan de overkant van de (Kerk)straat ligt direct de gracht, want er is nog geen (Ridder)plein. Die grond behoort nog gewoon tot de kasteeltuin. Het Heerehuys is er nog niet. Dit gebouw wordt pas aan het einde van de eeuw gebouwd; het naburige pand op die plaats ligt nog direct aan de weg en tegen de zijgevel van de brouwerij.

Gebiedsafspraak tussen Lieshout en Gemert

Met een boedelscheiding in Lieshout krijgt Carel voor zijn

start in Gemert een financieel duwtje in de rug. In mei 1881 laat zijn moeder in Helmond een testament opmaken. Bij vooruitmaking laat ze aan haar oudste zoon, omschreven als bierbrouwer te Gemert, een “huis, bierbrouwerij, bergplaats en tuin onder Gemert”.9 Carel Lucas moest voor dit legaat een bedrag van 7700 gulden in de nalatenschap inbrengen. Moeder verblijdde zoonlief niet alleen met een eigen brouwerij, zij stemde er ook in toe dat2007-1 gem3 Carel Lucas een deel van de klanten meenam. “Alle vanuit Lieshout bediende afzetpunten ten oosten van de Zuid-Willemsvaart-cafe´s en bierhuizen in Gemert, Handel, Bakel en Erp – werden aan Carel overgedaan”, aldus de historici Zwaal c.s. Voor de

Lieshoutse brouwerij betekende dat ongeveer een verlies van 7 procent van de afzet van 1879.

Zo bezien is de vestiging van de nieuwe brouwerij in Gemert mogelijk ook een strategische zet om nieuwe markten aan te boren. Andere brouwers in Gemert of omgeving zullen er bedenkingen bij hebben gehad. Het is mij onbekend welke brouwerijen Gemert in de periode 1880 – 1900 precies telde.

Namen die iets later in ieder geval wel worden genoemd zijn brouwerij “De Zwaan” van P. Verbakel in het Kruiseind. En een brouwerij Van Dijk in de Molenstraat. Plus “De Twee Duiven” van Bijvoet in de Nieuwstraat.

Maar als we de krant de Zuid-Willemsvaart mogen geloven was er tegen het einde van de 19e eeuw in Gemert in ieder geval voldoende behoefte aan en aanbod van “goed bier”. Dat blijkt uit een bericht over een lezing van pater Van den Elsen in Gemert in 1898 voor 200 boeren.10 In de herberg van Colen-Frunt durfde de pater nog te spreken over geldverkwisting door misbruik van “sterken drank”. Waar “De Zuid” onmiddellijk aan toevoegt: “Hij had zeker niet opgemerkt dat van de tweehonderd aanwezige boeren geen enkele een borrel voor zich had staan. Anders had hij zeker van die gelegenheid gebruik gemaakt om de Gemertsche boeren ook in dit opzicht te prijzen. Zij zijn goede bierdrinkers, maar van de jenever wordt na den middag door onze boeren maar weinig gebruik gemaakt. Een goede reden daarvan is zeker, dat hier nog altijd goed en veel bier gebrouwen wordt.”

2007-1 gem4

En in mei 1899 weet de krant uit Helmond te melden dat de herbergiers in De Mortel het besluit hebben genomen dat zij na de middag geen sterken drank meer zullen schenken. Hiertoe wordt ook een bord in de lokalen opgehangen. Het bierverbruik per hoofd van de gemiddelde bevolking is rond de eeuwwisseling op een hoogtepunt. Het is gestegen van 38 liter in 1890 tot ruim 42 liter in 1900. Aan het begin van de 20e eeuw neemt het verbruik echter weer sterk af.

Carel Lucas en Tonna kregen aan het Ridderplein/Kerkstraat 10 kinderen.

Twee daarvan overleden jong. De kinderen zijn: 1. Frans (1882, later in Gemert getrouwd met Petronella Groeneweg, het kind is waarschijnlijk genoemd naar de vader van de vader); 2. Henri (1883-1883);3. Henri (1884, later getrouwd met Elisabeth Bruning); 4. Catharina (1886 – 1887); 5.Marie (1887, later in Gemert getrouwd met Frans van Eenbergen;6. Pieter (1888, later getrouwd met Elisabeth van de Munckhof); 7. Johan (1889, later getrouwd met Antoinette van de Munckhof; 8. Cato (1890, later in Gemert getrouwd met Henricus van de Sande; 9. Cor (1892) en 10.Anna (1896, later getrouwd met Frans Janssen).

Hoe het de brouwerij en de familie Swinkels verder is verlopen wordt vervolgd in Deel 2 in een volgende uitgave van Gemerts Heem

NOTEN:

1. Uit historisch onderzoek (zie 2) is gebleken dat de brouwerij al van voor 1700 zou zijn. Dit werd gemeld in de brouwerij in Lieshout tijdens een

bijeenkomst van de Persclub Peelland op 17 maart 2005.

2. Mr. drs. A.J.N. Swinkels (Helmond) en drs. Peter Zwaal (Rotterdam) hebben gedurende jaren historisch onderzoek gedaan naar de geschiedenis van Bavaria. Het resultaat daarvan wordt in boekvorm uitgegeven, naar verwachting in 2007.

3. Jac.J.M. Heeren, “De familie Swinkels en de N.V. Bierbrouwerij ´Bavaria´te Lieshout”, Helmond – 1938 (opgedragen aan Jan Swinkels en Cornelia Verstappen ter gelegenheid van hun 50-jarig huwelijksfeest).

4. Brabants Historisch Informatie Centrum (Bhic):Frans Swinkels overleed in Lieshout op 4 februari 1867

5. Zie 3.

6. Jan en Joep Coppens en Theo Swinkels, “Brabantse mensen – een dorp in Brabant”. Met foto´s van Tinus Swinkels en Martien Coppens, Eindhoven – 1990.

7. “Het huis der gemeente” van de burgerlijke stand is op dat moment in Gemert op de plaats van het in 1885 geopende nieuwe gemeentehuis (nu Kerkstraat 8). Overigens blijkt uit de huwelijksbijlagen dat Carel Lucas in 1861 aan de loting ten aanzien van de Nationale Militie heeft voldaan, maar zijn nummer is buiten oproeping gebleven.

8. Van samenwonen voor het huwelijk is natuurlijk geen sprake. Volgens het bevolkingsregister van Gemert woont Carel Lucas al sinds 11 maart 1880

in de brouwerij; zijn bruid pas sinds 27 oktober, de huwelijksdag (GAG).

9. Zie 2.

Petronella Donkers heeft het onroerend goed gekocht van fabrikant Theodorus Prinzen. Op dat moment is het goed omschreven in twee delen: Markt sectie L630, huis, verwerij en erf, groot 420 m2 en het daarachter gelegen perceel Markt L 708, tuin, groot 476 m2. (bron:kadaster gemeentearchief Gemert-Bakel). Onduidelijk is wat Carel Lucas gebouwd/verbouwd heeft en waarom voor deze plek is gekozen. In het naastgelegen pandje ten zuiden van de brouwerij (L249) woonde enige tijd een Helena Maria Swinkels. Onbekend is of er een relatie is met Carel Lucas.

10. Peter Lathouwers: Gemerts nieuws 1881 –1900, Gemert 1981 p.109.

Bekijk PDF