GH-2007-01 III: De Handelse hoofdonderwijzer Ad Kalkhoven

 

Anny van de Kimmenade-Beekmans

De aanloop naar de bevrijding

In de maanden voorafgaand aan de bevrijding nam het gewapende verzet tegen de bezetter toe. De liquidatie van Herman Buuts in Elsendorp eind maart 1944 zorgde in dat Gemertse kerkdorp voor grote paniek onder onderduikers en hulpverleners. De Sicherheitsdienst en Sicherheitspolizei stelden ter plekke een onderzoek in. Ze wilden de Elsendorpse hoofdonderwijzer van de R.K. lagere school W. Iven over deze aanslag aan de tand voelen. Iven die veel voor onderduikers deed, zag bij toeval deze Duitse beambten zijn huis naderen en wist bijtijds te ontkomen.

Minder gelukkig pakte dat uit voor Lambert de Groot, de hoofdonderwijzer van de openbare lagere school in diezelfde plaats. Tevergeefs werd bij hem de zoektocht naar Iven voortgezet. Zoveel was duidelijk, deze Duitse beambten wilden niet met lege handen vertrekken. 2007-1 kalk1Een huiszoeking bij De Groot bracht wat bonkaarten en pamfletten aan het licht en daarop werd De Groot gearresteerd. In de tussentijd was Ad Kalkhoven in Handel gewaarschuwd. Onverwijld volgde hij het voorbeeld van Iven. Met onbekende bestemming verliet hij Handel voor een poosje. Zijn vrouw Siny vond dat ook maar het beste. Wat ze niet wist, kon ze ook niet verraden.

De min of meer mislukte aanslag op de Gemertse landwachters eind juli 1944 zorgde opnieuw voor grote paniek. Bij die actie had het verzet zekere Wilmsen willen liquideren, die inmiddels was toegetreden tot de Landwacht. Omdat hij voortijdig argwaan kreeg, wist hij te ontkomen. De bewoners vreesden voor burgerslachtoffers als genoegdoening. Ook dit keer nam Ad Kalkhoven een poosje de wijk. Toen later tot ieders opluchting bleek dat de bezetter genoegen nam met een fietsenvordering kwam Ad weer naar huis.

De op wraak beluste Wilmsen wist dat het gezin Kalkhoven over fietsen beschikte. Hij kwam naar Kalkhoven om die op te eisen. Ad had de fietsen verstopt. Tegenover Wilmsen hield hij vol dat de kinderen ermee op vakantie waren. Dan moest de fiets van Ad mee, maar die weigerde dat. Ook Wilmsen hield voet bij stuk en dreigde ermee dat Ad opgehaald zou worden als hij zijn fiets niet afstond.

2007-1 kalk2

Nadat Wilmsen met lege handen was vertrokken, gingen Siny en Ad naar de Handelse politiepost en vroegen agent Jacob Scharn om raad. Die adviseerde Ad om naar het Gemertse politiebureau te gaan en daar te blijven zolang de fietsenvordering duurde. Naar Scharn verzekerde, kon Siny rustig naar huis gaan. Haar zou niets overkomen. Ook dit keer liep het goed af. Ad mocht zijn fiets behouden en de dreiging van Wilmsen bleef zonder nare gevolgen.

Operatie ‘Market Garden’

Dat de geallieerden in het zuiden van Nederland eindelijk tot actie overgingen was op zondag 17 september 1944 in Handel en omstreken duidelijk merkbaar. Er was veel laag overvliegend geallieerd luchtverkeer. Bij het wegdraaien van de vliegtuigen was vanaf de grond goed te zien dat de vliegtuigluiken nog open stonden, nadat grote aantallen militairen en grote hoeveelheden materieel waren neergelaten. Operatie ‘Market Garden’ was in volle gang. Enkele dagen later was Veghel bevrijd. Net als zovele anderen, trokken de broers Ko en Jo Kalkhoven naar die plaats om er de bevrijders te begroeten en er hun eerste ‘Chesterfield’ te roken.

Min of meer bekomen van de eerste verwarring, hergroepeerde de bezetter zijn troepen. Vanuit het Gemertse kasteel waar de Duitse legerleiding was ondergebracht, volgde een furieuze tegenaanval op de ‘Corridor’. Na enkele dagen was in Veghel de feestvreugde voorbij. De geallieerden moesten alles op alles zetten om de smalle doorgang – die ze op de Duitsers hadden veroverd – te behouden.

Ter ondersteuning van de tegenaanval streken ook in Handel Duitse troepen neer. Opnieuw vorderden ze er gebouwen, waaronder het Rectoraat. Rector Castelijns – bevreesd voor plundering – weigerde het pand te verlaten. Uit voorzorg liet hij een stel jonge mannen, onder wie Ko en Jo Kalkhoven, de inhoud van zijn wijnkelder overbrengen naar de sacristie.

Kort voor de bevrijding werd de kerk van Handel vanuit noordelijke richting getroffen door een granaatinslag. Gelukkig richtte dit projectiel slechts beperkte schade aan. Maar bij de familie Kalkhoven zat de angst er goed in. Samen met onderduikers en buurtgenoten zochten ze de veiligheid van hun kelder op en ze bleven daar tot de bevrijding van Gemert een feit was.

De bevrijding

De bevrijding in Handel verliep minder spectaculair dan bijvoorbeeld in Gemert. De blijdschap was er echter niet minder om. In de namiddag van maandag 25 september werd in Handel bekend dat de bevrijders in Gemert waren. Veel Handelnaren gingen naar Gemert om er de soldaten te verwelkomen. Veel tijd hadden die eerste troepen overigens niet. Ze zaten de Duitse troepen op de hielen, die ’s ochtends hals over kop uit Gemert en Handel waren weggetrokken. Dat gebeurde deels langs de dezelfde weg als waarlangs ze op 11 mei 1940 waren binnengekomen. Pas ’s avonds verschenen er in Handel kleine geallieerde pantserwagentjes en daarna de tanks.

Uit dankbaarheid voor de goede afloop ging de familie Kalkhoven daags na de bevrijding samen met hun voormalige onderduikers naar de kerk. Groot was de opluchting. Pas toen bleek dat de twee vrouwen die bij de buren Bertje en Miet van der Kruyssen ondergedoken hadden gezeten, eveneens joods waren.

2007-1 kalk3Gemert en omgeving was bevrijd, maar daarmee was alles gezegd. Duidelijk was dat de voormalige bezetter zich niet zonder meer gewonnen gaf. Korte tijd later hergroepeerde die zijn troepen en begon met de opbouw van een nieuw front rond Overloon. Dit keer vorderde de geallieerde legerleiding het Gemertse kasteel en zette van hieruit de strijd tegen de bezetter voort.

In Gemert en omgeving werden enorme troepenconcentraties bijeengebracht. De soldaten verbleven in tenten of werden bij particulieren ondergebracht. Ook de familie Kalkhoven verleende onderdak. Bij hen waren een Engelse kapitein en luitenant en verder tien soldaten ingekwartierd. De soldaten sliepen op de overloop. De meeste soldaten waren jong, soms niet ouder dan zestien jaar. Een van hen noemden ze ‘Engeltje’. Die deed het in zijn broek van angst. Ter afleiding knapten ze klusjes op. Een soldaat maakte voor Siny een vergiet, een andere stemde de piano. Aanvankelijk waren er alleen Engelse soldaten, later kwamen er ook Amerikaanse, meest negers die onderdeel uitmaakten van vervoerstroepen die in Handel geconcentreerd lagen.

Met de bevrijding brak ook voor Line Lankhout de zon weer door. Verlangend had ze ernaar uitgezien. Het moment dat ze zich met haar gezin en familie kon herenigen kwam steeds dichterbij. Haar joodse identiteit noopte niet langer tot onderduik en dat maakte tevens dat ze actiever aan het leven van alledag deelnam. Line sprak de Engelse taal en bood zich bij de geallieerden aan als tolk.

De eerste krachtmeting tussen de geallieerden en de bezetter begon begin oktober. De slag om Overloon was ongekend hevig, de afloop onzeker. Line was doodsbenauwd dat de strijd in het nadeel van de geallieerden zou uitpakken en dat ze alsnog in Duitse handen zou vallen. Ze bedong dat de geallieerde legers haar zouden meenemen, ingeval de bezetter mocht zegevieren.

Ru Paré was Tante Zus

Zoals eerder vermeld had Line Lankhout – voordat ze in 1942 onderdook – haar dochter Hanneke toevertrouwd aan de zorgen van een Haagse vrouw. Hanneke noemde haar Tante Zus. Deze vrouw was Ru Paré‚ een schilderes van middelbare leeftijd. Ze was bekend met Drukkerij Lankhout. Voor de bezetting had deze drukkerij binnen kunstkringen een reputatie.1

Het is vrijwel zeker dat Ru Paré door dit contact het op zich nam om voor Hanneke een veilig onderkomen te zoeken. Hanneke was overigens niet het enige joodse kind dat ze onder haar hoede nam. Behalve Hanneke sleepte ze nog 51 andere joodse pleegkinderen de oorlog door. Ru Paré‚ werd hierin financieel bijgestaan door haar Haagse vriendin en beroepszangeres Theodora Versteegh.

Niet alleen voor het joodse volksdeel, ook voor bijvoorbeeld kunstenaars brak met de Duitse inval een onzekere tijd aan. Zij moesten kiezen; zich aansluiten bij de Kultuurkamer en doorgaan met werken overeenkomstig de voorschriften van de bezetter of het werk illegaal voortzetten. De beide vriendinnen wensten geen concessies te doen en kozen met overtuiging voor het laatste.

Met clandestiene huisconcerten zong deze alt het benodigde geld voor de verzorging van hun joodse pleegkinderen bij elkaar. In plaats van te schilderen reisde Ru Paré honderden malen per trein of per fiets op houten banden door bezet Nederland. Aldoor in de weer om joodse kinderen in gezinnen onder te brengen, te bezoeken en zo nodig te verkassen als hun veiligheid in het geding was.

Een veilig onderkomen voor joodse kinderen vinden was niet eenvoudig. Het allereerste onderduikadres voor Hanneke was in het Groningse plaatsje Ter Apel. Haar verblijf daar was van korte duur. Tussen Ter Apel en haar eindbestemming in Eerde zaten in totaal elf verschillende onderduikadressen. Op onverwachte momenten dook Tante Zus op en meestal volgde er een reis naar een andere bestemming. Bij iedere verhuizing drukte Tante Zus Hanneke op het hart haar oude adres te vergeten. Ze verzon een nieuwe achternaam voor Hanneke en per adres moest ze zich weer een ander verhaal over haar herkomst inprenten.2007-1 kalk4

In Eerde verbleef Hanneke een vrij lange periode; van mei 1944 tot het begin van Operatie ‘Market Garden’ op 17 september 1944. Ze voelde zich prettig in het gezin van Joske en Jan Jansen – van Dam en hun dochter Regientje. Tante Zus kwam er een paar keer langs om te kijken hoe het met Hanneke ging. Om het contact tussen moeder en dochter gaande te houden praatten ze over thuis en werden er via Tante Zus briefjes uitgewisseld. Hierdoor wist Hanneke tenminste dat ze nog een moeder had.

De zoektocht naar Hanneke

Ru Paré die bij de Kalkhovens ‘de Haagse Dame’ werd genoemd, was kort voor aanvang van Operatie ‘Market Garden’ nog in Handel geweest. Tijdens haar laatste bezoek bezorgde ze Line – die op op 12 augustus jarig was – een verjaardagsbrief van Hanneke. Ze schreef haar moeder dat ze weer naar buiten kon en dat ze naar school mocht bij de zusters. Zoals Hanneke bij de zusters had geleerd, zette ze bovenaan de brief netjes de plaats en de datum. Om veiligheidsredenen knipte Tante Zus die gegevens later uit de brief. Hanneke besloot haar brief met de Brabantse groet ‘Houdoe’.

Line Lankhout was niet bekend met de verblijfplaats van haar dochter. Informatie hierover inwinnen bij Ru Paré‚ was onmogelijk. Tegelijk met de geallieerde opmars waren alle contacten met het bezette deel van Nederland verbroken. Achteraf vormden die Brabantse groet en het feit dat ze bij zusters onderwijs kreeg belangrijke aanwijzingen. Hieruit viel op te maken dat Hanneke mogelijk niet ver uit de buurt van Handel verbleef. Line Lankhout verlangde ernaar haar dochter weer bij zich te hebben.

Tegen het einde van oktober 1944 was de toestand in grote delen van Noord-Brabant nog lang niet gestabiliseerd. De slag om Overloon woedde voort en Den Bosch was nog steeds in handen van de bezetter. Ondanks dat pakten Line Lankhout en Ad Kalkhoven in de vroege morgen van maandag 23 oktober 1944 ieder een fiets. Samen trokken ze erop uit om Hanneke te zoeken. Omdat Ad vermoedde dat ze in de buurt van Veghel verbleef, deed hij onderweg navraag bij enkele schoolhoofden.

Die aanpak bleek succesvol. Een Veghels schoolhoofd zette hen op het juiste spoor naar Hanneke. Hij wist dat ze in Eerde was ondergebracht. Uiteraard toog het tweetal hierop naar dat dorp, maar daar troffen ze Hanneke niet aan. Wat het Veghelse schoolhoofd kennelijk niet wist was dat een groot deel van de bevolking van Eerde tijdens de hevige gevechten rond ‘de Corridor’ werd geëvacueerd. Na lang zoeken en rondvragen vonden ze Hanneke tenslotte in Zijtaard. Groot was de vreugde bij het weerzien.

Het fatale ongeval in Erp

In de avond fietste Ad Kalkhoven alleen terug naar Handel. Line had besloten in Zijtaard te overnachten. Ze zou de volgende dag met Hanneke naar Handel komen nadat ze voldoende kleding en nog wat andere spulletjes van haar dochter had verzameld. Op de terugweg ging Ad nog even bij de Veghelse hoofdonderwijzer aan om hem over de 2007-1 kalk5afloop van de zoektocht te vertellen.

Niet lang daarna, tegen negen uur, fietste hij door Erp. Daar sloeg het noodlot toe. Ad werd aangereden door een Engelse colonne legervoertuigen. Hij raakte daarbij zwaargewond aan zijn hoofd. Engelse militairen brachten hem naar een dicht bijzijnde ziekenbarak. Na een kort onderzoek werd hij naar het ziekenhuis in Veghel overgebracht. Daar stelden de doktoren een schedelbasisfractuur vast.

’s Avonds laat bracht agent Jacob Scharn dit tragische nieuws bij de Kalkhovens. Ze konden het nauwelijks bevatten. Na alles wat ze doorstaan hadden, hoe kon zoiets gebeuren? Scharn bracht Siny naar het ziekenhuis in Veghel. Ad was niet meer bij kennis.

Nietsvermoedend kwam Line Lankhout daags na het ongeval met Hanneke naar Handel gefietst. Ze trof daar een totaal verslagen gezin aan, ondergedompeld in rouw om het verlies van vader en echtgenoot. De vreugde om het hervinden en de pijn van het verlies waren te schrijnend. Enkele dagen later vond Scharn voor Line Lankhout en haar dochter een nieuwe verblijfplaats in Veghel.

Op woensdagmiddag 25 oktober overleed Ad Kalhoven aan zijn verwondingen. Toen het tragische nieuws in Handel en Gemert bekend werd, was ook daar de verslagenheid groot. Op zaterdag 28 oktober werd Ad Kalkhoven onder grote belangstelling begraven.

Ook na de begrafenis stond Scharn het gezin met raad en daad bij. Op dat moment heerste er een enorme administratieve chaos in Nederland. Omdat in het bezette Den Haag geen zuivere berekening van het weduwen pensioen opgemaakt kon worden, zorgde Scharn ervoor dat Siny maandelijks een voorschot kreeg. Ook diende hij met succes bij de Engelse legerleiding een schadeclaim in.2

Terug in Den Haag

Tegen eind november 1944, na de bevrijding van Grubbenvorst, haalde Line Lankhout haar zoontje Paul op. Kort daarvoor was hij vier jaar geworden. Zij en Hanneke waren dolblij dat hij weer bij hen was. Die blijdschap was aanvankelijk niet wederzijds. Het was moeilijk voor Paul om aan zijn nieuwe moeder en zusje te wennen. Bovendien was hun taalgebruik hem vreemd.2007-1 kalk6

Pas in augustus 1945, toen er woonruimte beschikbaar kwam, kon Line Lankhout vanuit Veghel met haar kinderen terug naar Den Haag. Na verloop van tijd werd haar duidelijk welke familieleden de oorlog hadden overleefd. Haar man behoorde daar niet bij. In het voorjaar van 1942 had hij Line vanuit Parijs – via Ru Paré‚ – een brief gestuurd. Tot daar was de tocht goed verlopen. Daarna had ze niets meer van hem vernomen.

Uit onderzoek achteraf bleek dat het hem niet gelukt om naar Engeland te vluchten. In Bordeaux – juist toen hij op de boot voor Engeland wilde stappen – werd hij gepakt. Na enige tijd gevangenschap in Parijs werd hij op transport gesteld naar Polen. Onderweg sprong hij uit de trein om te ontvluchten. Hij werd gesnapt en doodgeschoten.3

De waanzin van de Tweede Wereldoorlog bracht bij toeval Siny Kalkhoven en Line Lankhout bij elkaar. Ook al waren de omstandigheden totaal anders, beide vrouwen verloren hun echtgenoot aan diezelfde oorlog. Ondanks al het verdriet, ze moesten weer verder. Siny Kalkhoven nam haar oude beroep weer op. Vanaf 1947 gaf ze weer les aan de school in Handel. Line Lankhout hertrouwde jaren later met de heer Sloterdijk, de man die in 1942 Drukkerij Lankhout kocht.4

NOTEN:

1. Opzij, 16e jaargng, mei 1988, blz.14-17, Ons Den Haag, 3e jaargang, 1988, blz. 53-56

2. GAG- 1.755.05

3. GAG- 1.755.332

4. Hanneke Gelderblom-Lankhout. Van huis uit architecte. Politieke loopbaan. In de periode 1986-1999 Eerste-Kamerlid voor D66. Hield zich vooral bezig met volkshuisvesting en buitenlandse zaken. Later tevens woordvoerster sociale zaken. Zette zich in voor verbetering van de verhouding tussen christenen en joden. Was tevens lid van de Haagse gemeenteraad en van het Benelux-parlement en het parlement van de Raad van Europa. Enkele malen waarnemer bij verkiezingen in voormalig Joegoslavië.

Met dank aan: Medewerkers Gemeentearchief Gemert-Bakel, Cécile Graat, Zjon van de Laar, Ko Kalkhoven, Jo Kalkhoven, Hanneke Gelderblom-Lankhout, Paul Lankhout, Toos Vilé-de Groot, Keja Hermans-Roelofs, Piet Rodenburg, Nellie Besouw-van Winkel en het Museon in Den Haag.

Bekijk PDF