GH-2006-03 Het Gemerts Schepenprotocol 1473-1810

Simon van Wetten

Het is voltooid. Na eerder een deel van het Helmonds schepenprotocol getranscribeerd en van indices te hebben voorzien, is nu de allerlaatste punt gezet achter de complete vertaling en indicering van het Gemerts schepenprotocol. Bijna negentien jaar lang, vanaf de kerstvakantie van 1987, elke dag consequent een uurtje, zag ik het volle leven in de late middeleeuwen tot en met de Franse Tijd, eerst dat van Helmond en Peelland, later dat van Gemert en omstreken, voorbij komen. Immers, het woord “schepenprotocol” slaat terug op de notities van de schepenen, de dorps- en stadsbestuurders. Zij waren rechters, notarissen en gemeentebestuurders tegelijk. In die drie hoedanigheden komen vrijwel alle aspecten van het leven aan bod. Van het gekijf om een erfenis tot en met een verzoeningsakte na een moord. Van de ruzie over de leeftijd van een aangekocht paard tot en met de regeling aangaande de erfscheiding tussen twee buren en hun percelen in “de Pantelaer”. Van de beslissing om “de Straet” te bestraten tot en met de aankoop van het protestantse kerkje in het Binderseind. Bijna dertigduizend akten in die oude, Gemertse boeken doen mededelingen over dit soort zaken. Ruim tachtigduizend mensen worden zo aan hun kraag uit de nevelen der geschiedenis getrokken en voor het voetlicht van het anno-nu-podium geplaatst.1
Er komt in al die minuutakten méér dan alleen maar het volle leven naar voren, méér dan alleen maar de namen van de toenmalige dorps- en stadsbewoners, méér dan een ellenlange lijst van toponiemen en plaatsnamen. We bekijken een aantal mogelijkheden en geven er wat saillante voorbeelden bij. Daarbij beperken we ons tot het Gemerts schepenprotocol.