GH-2006-02 Gemertse gangen gedecoreerd

Ad Otten

In de vorige jaargang van Gemerts Heem’ werd gesuggereerd om ter bevestiging van de oude dorpsstru¬tuur van Gemert-centrum, de verschillende loodrecht op de doorgaande hoofdstraat uitkomende ‘gangen’ van Gemert op te waarderen en een duidelijker functie te geven en dat een eerste stap daartoe zou kunnen zijn die gangen te voorzien van een (historische) naam. Die naamgeving is voor een aantal gangen inmiddels al een feit geworden en het gemeentebestuur schaarde zich ook achter het voorstel om de naamborden speciaal uit te voeren zodat ze niet alleen informatief (naam met onderschrift) maar ook decoratief zouden zijn. Gekozen werd voor sjieke witte en/of zwarte emailleborden met wat verhoogd daarop aangebracht de naam van de gang en dat alles in een nieuw en uniek letter-type… (zie verderop)
Na de presentatie eind vorig jaar van onder meer plannen van stichting ‘Gemert Vrijstaat’ om in de toekomst diverse panden en locaties in Gemert hun historische naam terug te geven, bood Gemertenaar Harry Huybers aan om voor dat doel een heel alfabet inclusief cijfers en leestekens te ontwerpen en dat digitaal aanleverbaar te maken voor drukkerijen, metaalverwerkende bedrijven etc. Het lettertype ‘de vrijstaat’, van deze als zelfstandige in Gemert gevestigde grafisch ontwerper, is nu voor het eerst gebruikt op de gangnaamborden. In een smaller of een vetter versie, op bordjes danwel met losse letters, zal het straks ook gebruikt worden voor huisnamen. Even enthousiast als Harry Huybers werd kunstenares Maria van der Velden bereid gevonden om ten aanzien van het ‘project geveltaal’ adviezen te geven wat betreft maatvoering en het kiezen van de naar verhouding en omgevingsfactoren meest gunstige locatie op muren en gevels. En zo is het gekomen dat op 21 juni j.l. gemeenteambtenaar Piet van de Wetering met ondergetekende als hulpje, Gemert kon verrijken met welgeteld tien gangnaamborden.

Hieronder volgt een wat uitgebreidere historische achtergrond op de gekozen namen der gangen:

Pelikaangang (onderschrift ‘herberg op erf van de oude kerk’). In verschil¬lende nummers van Gemerts Heem werd al eens gewezen op de locatie van Gemerts eerste parochiekerk die bekend stond als offer- en bedevaartskapel van het heilig kruis. Het kan geen toeval zijn dat pal naast deze oude kerk maar wel op hetzelfde erf in de zeventiende eeuw een herberg wordt gedreven die de naam draagt van De Pelikaan.
Een zich tot bloedens toe in de borst pikkende pelikaan om daarmee zijn jongen te voeden is vanouds het symbool van de kruisdood van Christus. In de 19de eeuw wordt de naam van herberg de Pelikaan veranderd in De Gouden Leeuw en die werd op haar beurt een paar decennia geleden weer omgedoopt in Ridderhof. Maar in het Ridderhof is kort na de onthulling van de Pelikaan van Monic van Helvoirt — het kon niet uitblijven — onder de naam van “de Gouden Pellicaen” nu ook een cateringbedrijf gevestigd.

Sint Joris en Sint Tunnisgang met als onderschrift ‘patroonheiligen schutsgilden’. De naam herinnert aan het gegeven dat op de plaats van het gemeentehuis van medio 16de eeuw tot 1879 de herberg en brouwerij Stioris was gevestigd die tegelijk de thuisbasis was van het schutsgilde van die naam. In De Keizer is nog steeds het gilde van Sint Antonius (en Sint Sebastiaan) gevestigd.

Nonnengang met als onderschrift ‘franciscanessen 1848-2000’. Tot 1933 stond de Nonnengang in heel Gemert bekend als Nonnenpad. Na de laatste uitbreiding van de Nazarethschool in genoemd jaar werd de Nonnenpad, die het Binderseind verbond met de Kapelaanstraat en de Stroom van de openbare wegenlegger afgevoerd. De Nonnengang loopt nu nog dood maar dat zal in de toekomst zeker veranderen.

Amstelgang (onderschrift ‘geboortehuis Jan van Amstel’). Het pand dat tot voor kort dienst deed als postkantoor werd omstreeks 1565 gesticht door ‘meester glazenmaker’ Peter van Amstel. Zijn achterkleinzoon Jan van Amstel werd in dit pand geboren op 12 december 1618. Hij bracht het tot vice-admiraal onder Michiel de Ruyter.2 Hij overleed in Schijndel in 1669. Niemand minder dan Joost van den Vondel maakte een grafschrift.

Soikerijgang (onderschrift ‘Gemertse cichoreikoffie’). Het was in de eerste helft de toegang tot één van de grootste fabriekjes van “soikerij'(= gebrande cichoreiwortel). In de Franse Tijd werd door de invoering van het zgn. continentaalstelsel de invoer van koffiebonen onmogelijk. Her en der in het land verrezen toen cichoreibranderijen voor de produktie van surrogaatkoffie. In de eerste helft van de 19de eeuw exploiteerden in Gemert zowel de burgemeester (Haest), een wethouder (Leijten) als d’n dokter (Douve) een soikerijfabriek. Terwijl op veel plaatsen de cichoreibranderijen weer verdwenen bleef de produktie van Gemert nog tot in de twintigste eeuw. In 1920 werd zelfs nog een nieuwe hinderwetvergunning aangevraagd. De populariteit van de soikerijkoffie blijkt ook uit de naamgeving van ‘soikerijteulers’ voor een tot voor kort bestaande plaatselijke carnavalsvereniging.

Gasthuisgang (onderschrift ‘gasthuis circa 1400-1849’). Deze gang verbindt Haageik met Elisabethplaats. De gang ligt op de locatie van de vroegere ‘achterom’ van het uit de middeleeuwen daterende oude Gast- en Geefhuis aan het Haageik. Het pand brandde af tijdens de eerste grote dorpsbrand van 1780 en brandde opnieuw af bij de tweede dorpsbrand van 1785. Na het Gemertse weversoproer werd het aan Haageijk opnieuw opgebouwde gasthuis verhuurd aan de Koninklijke Marechaussee als kazerne.3 Later kwam het pand in particuliere handen. De locatie is nu bij iedereen bekend als het winkelpand van Rooyackers Meubelen. De Gasthuisgang vormt een verbinding met de Elisabethplaats die globaal genomen de vroegere binnenplaats en de tuin van het nieuwe, uit de tweede helft van de negentiende eeuw daterende (Elisabeth)Gasthuis beslaat. Het Elisabethgasthuis werd gesloopt in 1974/1975.

In de toekomst zullen er beslist nóg een aantal ‘gangen’ een naam krijgen. En wanneer de gemeente bij de komende inbreidingsplannen op percelen pal achter de oude dorpskern de oude historische plattegrondstructuur inclusief de oude gangen en binnendoors als uitgangspunt blijft nemen, dan kan daarmee op termijn zelfs een wandelroute mogelijk worden rond de uit de middeleeuwen daterende oude kern van Gemert.
In dit kader vermeldenswaard is zeker ook het gemeentelijk initiatief om in het wegdek van Watermolen niet alleen met blauwe plavuizen de loop van de vroegere Rips te markeren, maar ook om in de ‘gang’ vanuit de Molenstraat, aan de hand van inscripties in hardsteen in zekere zin de weg te wijzen naar de precieze vroegere locatie van de watermolen.

NOTEN:

I Ad Otten, Dorpskern in historisch perspectief, Gemerts Heem 2005, p.4-11.
2. Ad Otten, Gemert en de post, Gemert 1988, p.48-50.
3. In 1896 verhuisde de in Gemert gevestigde brigade van de Marechaussee naar het Binderseind (nu huisnr.20).

Het lettertype ‘de vrijstaat’

(verantwoording van Harry H uybers)

Bij de ideevorming voor de gangnaamborden leek het me niet goed om vanuit een bestaand lettertype te denken. Het is een uniek project dat vraagt om een niet-voor-de hand-liggende oplossing. Aanvankelijk wilde ik elke gangnaam als een soort woordmerk of logo ontwerpen. Elke naam zou dan een eigen uitstraling krijgen. Omdat echter ook het plan bestaat om een aantal Gemertse huizen van een naamsaanduiding te voorzien, leek het me goed om dan een compleet alfabet te tekenen, zodat alle typografische uitingen van Gemert Vrijstaat in dit font gezet konden worden. Er ontstaat een visuele eenheid of “familie”.
Bij het letterontwerp heb ik me sterk laten leiden door de Britse grafisch ontwerper Neville Brody, wiens werk uit de jaren tachtig een grote inspiratiebron voor me is geweest. Op zijn beurt is Brody erg beïnvloed door de Russische constructivist Alexander Rodchenko. Dus ben ik ook gaan spitten in zijn werk uit de dertiger jaren van de vorige eeuw. In sommige letters zijn die Oost-Europese invloeden duidelijk herkenbaar, bijvoorbeeld in de A en K.
Naast het eigen letterype vond ik dat de gangnaamborden ook in hun uitvoering een unieke uitstraling moesten krijgen. De zware, vette uitvoering van de namen heeft een bijna reklame of display-achtig karakter. Een uitvoering in emaille past daar uitstekend bij. Ik ben blij dat de gemeente hiermee ingestemd heeft, want het is een verrijking geworden in het straatbeeld.

GH-2006-02-Gemertse-gangen-gedecoreerd.pdf