GH-2005-03 De Kleikampen, een steeg uit de 15de eeuw

 

Jan Timmers

Aan de westkant van de Gemertse dorpskom bevinden zich lager gelegen gronden die grotendeels al in de middeleeuwen werden gebruikt als wei- en hooilanden. De graslanden, globaal begrensd door het riviertje De Rips, de Snelle Loop (nu gemeentegrens) en de Wijnboomlaan, stonden al in de Middeleeuwen bekend onder de naam De Kampen. Dit gebied was in de veertiende eeuw al grotendeels in meerdere percelen verdeeld en in particulier bezit. De oudste hoeven van Gemert hadden allemaal hooilanden in de Kampen. De weilanden in de Kampen waren bereikbaar via twee stegen, waarvan er een pal langs De Rips loopt. Deze weg kreeg dan ook de toepasselijke naam De Kampen. Eigenlijk geldt die naam dus voor het hele gebied ten westen ervan.

De graslanden, vaak aangeduid met de term ‘beemden’, aan de oostkant van De Rips bleven langer in het bezit van de heren van Gemert. Aanvankelijk waren dat leden van de familie Van Gemert, na 1366 waren het de Heren van de Duitse Orde. Het gebiedje tussen De Rips en de steeg met de naam Kleikampen stond dan ook lange tijd bekend onder de naam de Herenbeemd. Een groot gedeelte van de Herenbeemd bleef in bezit van de Duitse Orde tot de opheffing van die orde aan het eind van de 18de eeuw. Vanaf de 17de eeuw komt voor dit gebied de naam Kleikampen in gebruik. De naam geeft aan dat het gebied toch een beetje bij De Kampen hoorde, maar daar wel een afzonderlijk deel van vormde. In het gebied komt geen kleigrond voor, maar de Gemertse zandboeren zullen al gauw de neiging hebben gehad om grond die wat natter en vetter was dan de meeste zandgrond, maar meteen met “klei” aan te duiden. Ook aan de zuidkant van Gemert bij Daalhorst lagen weilanden die in de 18de eeuw de naam Kleikampen droegen.

Net zoals de weg die De Kamen in loopt, kreeg de zandweg die richting de Kleikampen loopt, de naam Kleikampen. Ook hier hoort die naam dus eigenlijk bij het gehele gebied, waar de zandweg doorheen loopt.

De Kleikampen is nu nog grotendeels een zandpad en was lange tijd een doodlopende weg, die alleen diende om een aantal weidepercelen te bereiken. Op oude kaarten is duidelijk zichtbaar dat de pad aanvankelijk verder doorliep dan hij tot voor kort deed. Onlangs is de pad weer langer geworden, althans voor wandelaars. Omdat er in de omheiningen van de daar liggende particuliere weilanden een paar hekjes werden geplaatst, is het voortaan mogelijk om van de Kleikampen te voet naar het Karrespoor te wandelen. Daardoor heeft de Kleikampen ongeveer zijn oorspronkelijke lengte teruggekregen.

Een stukje voorgeschiedenis

Tot in de 18de eeuw droeg het gebied aan weerszijden van de steeg Kleikampen een heel andere naam. Het gebied stond toen bekend onder de naam De Strepen. De oorzaak daarvan was dat de percelen in dat gebied allemaal smalle en langgerekte vormen hadden, lopende vanaf De Haag (of direct vanaf de huisplaatsen aan de Haag) verder het achterland in. Voor 1421 behoorden de Strepen tot het bezit van de Duitse Orde en maakten ze onderdeel uit van de Herenbeemd. 2005-3 kleikampen1

Een gedeelte van de Herenbeemd werd door de Duitse Orde op 27 februari 1421 in erfpacht uitgegeven1. Het betrof twee aangrenzende stukken achter De Haag. Een perceel van 3 sillen en 10,5 roeden kwam in bezit van Jan, zoon van Jan Hannen van Kyeboom. Een aangrenzend perceel van 3 sillen werd eigendom van Jan zoon van Claus Bloyman. In totaal gaat het om, omgerekend in moderne maten, bijna 2 hectare.

Om de beemden achter De Strepen te kunnen bereiken is, waarschijnlijk pas na 1421, een steeg ontstaan pal langs het perceel van Jan Bloyman. Deze steeg, die nu Kleikampen heet, vormde aan het eind van de Middeleeuwen de grens tussen de particuliere eigendommen aan De Haag en het eigendom van de Duitse Orde (de Herenbeemd).

Vervolgens werden in 1504 weer twee stukken van De Strepen in erfpacht uitgegeven2. Een stuk op de hoek van De Haag – Kleikampen werd eigendom van de kinderen van Jan Vermeulen. Een laatste stuk van De Strepen werd uitgegeven aan Aart Gheben. dat stuk werd overigens door Jan Vermeulen van Aart Gheben overgekocht. Een stukje tekst over de uitgifte:

“..overgedragen aen Jannen ende Jenneke wittige kynderen Johannes van der Moelen, twee stucxkens erffs gelegen neven malcanderen in de prochie van Ghemert op eyn plaets geheyten die Hage, welcke stucken erfs geheyten sijn die Strepen, gelegen myt eyne sijde neven erfenis Willemkens Fijen, Goessen Goessen Wolfssoen ende Lenards van den Berge, mitter andere sijde neven erfenis coperen, die sij vercregen hadden tegen Aert Gheben, dat eyn ende aen ons oirdens bempt tot Ghemert ende dat andere eynde aen de gemeyn straet als sij seden….”

Dit stuk beemd lag pal naast de steeg. De percelen aan de andere kant van de steeg kwamen in de loop van de 15de eeuw voor een groot deel in eigendom van leden van de familie Wolfs. Kennelijk was dat zo opmerkelijk dat enige tijd sprake was van de Wolfsstrepen en zelfs van de Wolfssteeg3. Die naam kunnen we dus eigenlijk beschouwen als de oudste naam van de steeg die we nu Kleikampen noemen.

Met betrekking tot de uitgifte van het stuk Strepen aan Aert Gheben bleek de administratie van de erfpachten van de Duitse Orde overigens niet helemaal op orde te zijn. In een erfpachtregister uit de 16de eeuw, waarin achtereenvolgende eigenaren werden genoteerd, staat de volgende passage4:

2005-3 kleikampen2“Aert Gheben, daernae Johannes van der Moelen, daernae sijn kynderen, daernae Peter van der Rennen, nu ter tijt Dierck Peters Verrennen swaeger, ende dat huys van Ghemert hevet ierst vuytgegeven Jannen van der Moelen, rentmeester, voor twee mud rogge erffspachs, ende ick meynde dat Heer Jan van Eijnatten vuyt heeft gegeven doen hy die Strepen in die Haghe vuijgaeff, ende dit voergenoemde erfenisse van der twe mudden voerszegd is gelegen achter in die Haghe, ende is ooc eenen Streep ende is gelegen die een sijde neven Wouter Joerdens erve, dander sijde neven Rutten Wouters erve, het een eynde op mijns heren beslooten bempt, het ander eynde op die gemeyn straet.

Dierck Verrennen gilt sjaers ii mud roggen als voirscreven is, wij en connen egheen brieven daer aff gevinden, nisi registrum, mer sij hebben mij geloeft sij sullen mij haeren brief verleenen.”

gh 2005-03 kleikampen timmers

Het bijgaande kaartje is de kadastrale situatie van 1832. Op het kaartje zijn de twee delen aangegeven van De Strepen die in 1421 en in 1504 werden uitgegeven aan particulieren. De steeg Kleikampen vormt precies de grens ertussen. Mogelijk kunnen we hieruit de conclusie trekken dat de steeg kort na 1421 is ontstaan. Misschien gaat de ouderdom ervan nog verder terug. Aan het eind van de 15de eeuw droeg hij de naam Wolfssteeg.

Een andere conclusie hieruit is dat de bewoning in het achterste gedeelte van De Haag pas na 1504 zal zijn ontstaan. Vóór die tijd waren het beemden in eigendom van de Duitse Orde en onderdeel van de Herenbeemd. Na de uitgifte aan particulieren zullen die er huizen op hebben gebouwd. Direct na de uitgifte in 1504 zal het eerste huis gebouwd. Dat aantal is in de loop der eeuwen langzaam toegenomen. In de 16e eeuw kwamen er al huizen bij. In onderstaande tabel komt de uitbreiding duidelijk naar voren.5

Aantal huizen achter in de Haag

1504 1

1716 8

1832 10

2005 17 (aantal huisnummers)

 

NOTEN:

1. BHIC, Archief Kommanderij van de Duitse Orde Gemert (AKDOG) inventarisnummer 727

2. BHIC, AKDOG inv nr 730. Het betreft een vidimus anno 1601. Ook in Gemert R102 is een vidimus opgenomen van sept/okt 1526.

3. Bijvoorbeeld Gemert R 97 dd 16-5-1491 en R98 dd 8-2-1500

4. BHIC, Archief Commissie van Breda, inv nr 430, folio 24verso

5. Voor het aantal huizen in 1716 zie: Jan Timmers, Het Landboek, Gemertse Bronnen deel 3; het gaat om de nummers 727 t/m 737. Het aantal in 1832 is gehaald uit de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel van het kadaster uit 1832, aanwezig in het gemeentearchief Gemert-Bakel.